Brief Bahar Kimyongür uit HvB Dordrecht Bahar Kimyongür - 09.05.2006 21:06
Ter attentie van de president van de rechtbank van Gent Huis van bewaring te Dordrecht, 8 mei 2006 Op deze glorieuze dag, 8 mei wil ik allereerst een groet brengen aan alle “terroristen” die hebben gevochten en zich opgeofferd hebben in en uit naam van het antifascistische verzet dat Europa 61 jaar geleden heeft bevrijd. Zij vormen de onuitputtelijke bron van inspiratie voor mijn eigen bescheiden strijd voor wat zij zelf “de zingende dag van morgen” noemden. Tijdens mijn vele reizen naar Turkije heb ik kunnen ontdekken dat de DHKC strijdt voor precies dezelfde toekomst en met dezelfde zelfopoffering die de helden van het verzet dreef Mijn sympathie voor de DHKC heeft zich vertaald in een engagement dat zich erin uitte haar strijd kenbaar te maken onder Belgische democraten. Dat betekent dat de middelen en acties waarvoor ik koos, altijd onbetwistbaar vreedzaam zijn geweest. Maar, als we kijken naar de verbetenheid waarmee de Belgische justitie probeert me te straffen, zou je denken dat ik een afschuwelijke misdaad heb begaan. Wat zijn dan mijn misdaden? Demonstraties, symbolische protestacties, persconferenties, petities, hongerstakingen, seminars, symposia, het inzamelen van medicijnen, ontmoetingen met Belgische of Europarlementariërs, het sturen van delegaties die toezien op de situatie in Turkse gevangenissen, foto-exposities, concerten en filmvoorstellingen Kortom, volstrekt onschuldige “misdaden”, waarmee ik mijn solidariteit tot uiting bracht. In ieder geval, daden die de grootste lafaard niet zouden afschrikken, tenzij hij zo’n vrijheidsroofdier zou zijn als Hitler, Pinochet, Evren of Bush. Toch zijn het momenteel wel degelijk “democratische” staten die hun woede op mij richten, onder het goedkeurend oog van de Turkse “democratie”. Met als gevolg dat ik in Nederland gevangen zit en sinds elf dagen in hongerstaking ben. Mijn gevangenschap zou zijn gemotiveerd door een internationaal arrestatiebevel, uitgevaardigd door de Turkse staat, wegens het uitschelden van de minister van buitenlandse zaken Ismail Cem, op 28 november 2000, in het Europese Parlement. Door mijn actie, die bestond uit het verspreiden van pamfletten en het roepen van slogans, wilde ik aan de kaak stellen wat zijn regering voorbereidt om de politieke gevangenen te laten lijden. En inderdaad, drie maanden later voerde de Turkse regering de meest moorddadige militaire aanval in de geschiedenis van het land uit. Mijn actie heeft tot geen enkel juridisch onderzoek in België geleid. Nederland daarentegen, handelt op een andere manier. Als Nederland weigert mij vrij te laten is dat uit angst dat ik zal vluchten en afwezig zal zijn bij mijn uitleveringsproces. De Turkse staat wil mij vijftien jaar zien wegrotten in een van hun fameuze kerkers, de zogeheten “F-Type” gevangenissen; 122 militanten hebben hun protest hiertegen al met hun leven betaald. Wat België betreft, deze staat heeft mij veroordeeld tot 4 jaar gevangenis, simpelweg vanwege het vertalen en verspreiden van een communiqué van de DHKC. Ter vereenvoudiging, de Turkse staat wil mijn hoofd; de Belgische staat mijn romp en de Nederlandse staat mijn benen. Wanneer en hoe deze internationale lynch- en sloopoperatie tegen mij zal stoppen weet ik niet, maar ik houd me in ieder geval vast aan mijn besluit om het heilig en onvervreemdbaar recht van verzet tegen onderdrukking te verdedigen. Ze mogen er over denken wat ze willen, de Turkse folteraars en hun Europese handlangers in hun opgedirkte toga’s, bevlekt met het bloed van mijn kameraden. Mijne dames en heren, ik vraag u clementie noch pardon. Maar besef wel dat als u mij veroordeelt, u de schande moet dragen, het voorhoofd van de Belgische bevolking te hebben gebrandmerkt met een zwarte, onuitwisbare vlek. Bovendien, vergeet nooit deze rampzalige waarheid: “vóórdat men de mensen doodt, heeft men eerst hun rechten om zeep gebracht”. Bahar Kimyongür E-Mail: werkvluchtvrij@hetnet.nl Website: http://perso.wanadoo.fr/clea.be/ |