| |
Kraker, zet je mes in het pluche! nc/gup - 15.04.2006 23:45
Bij deze de twee artikelen uit de GraKra over partijpolitiek. Over activisten die de partijpolitiek kiezen wordt triomfantelijk bericht, terwijl dit een ontwikkeling is die niet perse positief is. Waarom koos men er eerst voor buitenparlementair actief te zijn, wat betekent het om in een partijpolitiek kader te opereren, waarom wordt de keuze voor partijpolitiek als een volwassenwording opgevat en wat moeten mensen ermee die er bewust voor gekozen hebben buiten de hierarchische structuren van de geinstitutionaliseerde politiek te blijven? Kom naar de discussie-avond donderdag 11 mei, 20.00, Leids Bezet ( Leidsestraat 43, Amsterdam) De weggeefwinkel is gestolen De lokale politieke partij “Amsterdam Anders/de Groenen” openden begin februari 2006 een weggeefwinkel. Dit deden zij nadat al bestaande weggeefwinkels positief in de media kwamen. Weggeefwinkels en dagcafe’s waren tot dan toe initiatieven geweest van niet-partijgebonden krakers en/of links-radicalen. Het ging om activisten die een sociale ruimte aanboden waar niet iets terug werd verwacht van de bezoeker. Hun beweegredenen waren bijvoorbeeld gezelligheid en rust creëren in een agressieve en op winstbeluste wereld. Dat een parlementair-politieke partij zich mengt in buitenparlementaire acties is een fenomeen dat in Amsterdam niet op zich staat. “Amsterdam Anders/De groenen” treedt keer op keer op de voorgrond zodra buitenparlementaire acties in het nieuws komen. Bovendien menen wij in andere steden ook tendensen te zien waarbij de parlementaire politiek zich mengt met de actiewereld. Vaak gaat het om mensen uit de actiebeweging die op een gegeven moment mee gaan doen met gemeenteraadsverkiezingen. Vanaf de andere kant zien we dat veel activisten sterk steunen op politici en deze in hun acties betrekken. Deze ontwikkelingen willen wij kritisch benaderen en bediscussiëren. We zullen eerst enkele begrippen verduidelijken, om vervolgens onze bezwaren tegen de parlementaire politiek te formuleren. We zullen daarna beschrijven hoe wij de verhouding tussen activisten en politici zien. Uiteindelijk willen met dit stuk discussie oproepen over de rol van politici binnen de activistische beweging. Met parlementair politiek bedoelen we alles wat wordt gedaan in de structuren van de gemeenteraden, provinciale staten en landelijke parlement. In dit stuk zullen we vooral denken aan de lokale partijen die op gemeenteraadsniveau werken. Nadrukkelijk hier tegenover stellen we de buitenparlementairen. Deze laten zich wellicht moeilijker definiëren, maar we denken hierbij aan mensen die politiek bedrijven door bijvoorbeeld demonstraties te houden, flyers uit te delen, huizen te kraken en andere directe acties doen om hun stem te laten horen. Het gaat in ieder geval om mensen die politiek bedrijven zonder een partijpolitiek kader of achtergrond. Voor ons is het een bewuste en principiële keuze geweest om niet binnen de opgelegde kaders van de vertegenwoordigende democratie te gaan werken. We hebben een fundamentele kritiek op dit systeem en willen het niet verbeteren maar omverwerpen. Het zou daarom voor ons paradoxaal zijn te werken binnen de kaders van partijpolitiek. Onze bezwaren hangen met elkaar samen, maar laten zich uiteen zetten in de volgende punten. Ten eerste zijn parlementaire partijen opinievolgers. De heersende opinies in de maatschappij komen tot stand door allerlei factoren, maar de media en de sociaal-economische toestand zijn wellicht de belangrijkste. Hoewel politici een grote stem en invloed hebben in beide, is het niet zo dat zij de opinies maken in een land. Ze blijken liever mee te gaan met populaire opvattingen dan vast te blijven houden aan hun eigen ideeën. Dit komt door de structuur van het kiesstelsel. Partijleden komen pas in de zogenaamde volksvertegenwoordiging wanneer hun partij genoeg stemmen weet te bemachtigen. De positie van politici is hierdoor essentieel populistisch. Wij zijn als activisten echter niet afhankelijk van stemmen en zijn daarom geen opinievolgers. We trachten met sterk wisselend resultaat opinies te vormen. We gaan niet mee met populistische meningen in de samenleving, maar trachten onze eigen ideeën te vormen. Onze kritiek op de politieke partijen gaat echter veel verder. Een tweede punt is dat de volksvertegenwoordiging hiërarchisch georganiseerd is aangezien de politici zich niet hoeven te verantwoorden aan hun kiezers. Gedurende een periode van vier jaar hebben ze vrij spel. De verkiezingspropaganda daarna kenmerkt zich vervolgens door het genoemde populisme. De stemmen die zij krijgen worden ingezet als een legitimatie van hun macht. De machthebbers die voortkomen uit de parlementen, de wethouders bijvoorbeeld, zijn daarbij niet een rechtvaardige vertegenwoordiging van alle individuen in de samenleving. Partijen kunnen door meerderheidscoalities te vormen, beslissingen doorvoeren over de ruggen van minderheden. Hierbij moet onmiddellijk gezegd worden dat de coalities geen echte meerderheden vertegenwoordigen in de maatschappij. Zeker op landelijk niveau zijn partijen elitistische gezelschappen, die helemaal niks met de maatschappij te maken hebben. We hebben met het voorgaande onze kritiek op het parlementaire systeem samengevat. Ons derde kritiekpunt spitst zich toe op de kleine lokale partij. Wanneer zij zich mengt in de strijd voor de gemeenteraad is zij ongevaarlijk geworden voor deze volksvertegenwoordiging. De partijen komen door de aard van het kiesstelsel terecht in een corrumperende trechter. Eventuele idealen zullen verloren gaan door het streven naar macht, een streven dat vooropgesteld is door het opstarten van de partij. De enorme zwaai naar rechts van de PvdA en het instemmen met oorlog door GroenLinks zijn hier bekende voorbeelden van op landelijk niveau. Dit zijn geen toevallige gebeurtenissen, maar processen die besloten liggen in de aard van het stelsel. Daarom liggen ze ook voor kleine, lokale partijen in het verschiet. Binnen het systeem kan alleen nog maar gesleuteld worden aan de huidige machts- en economische verhoudingen. Dat wil zeggen, kapitalisme en de hiërarchische samenleving zal nooit vernietigd worden door parlementaire partijen. We willen echter niet een functie ontkennen van kleine lokale partijen. Zo zou zij in principe vrijheden kunnen creëren binnen de marges van de kapitalistische dictatuur. In de marges zouden de buitenparlementairen bijvoorbeeld kunnen werken aan de vernietiging van deze dictatuur. Ook mag niet ontkend worden dat er binnen het systeem bepaalde verbeteringen kunnen plaatsvinden voor een deel van de onderdrukten. Maar een totale gelijkheid en globale rechtvaardigheid is niet mogelijk door de aard van het parlementair politieke systeem. We begonnen dit discussiestuk met parlementaire partijen die sommige van onze doelen en methodes delen. We toonden aan dat hun parlementaire weg gedoemd is te mislukken. Dit zou tot de conclusie kunnen leiden dat de beschreven partijtjes hun energie verkwisten. Een meest felle kritiek zou dan zijn dat de partijen de energie misbruiken van welwillende maar naïeve activisten. Er is helaas meer aan de hand. Wanneer “Amsterdam Anders/ De Groenen” een weggeefwinkel opent ontstaat er onduidelijkheid over alle weggeefwinkels. Is het concept weggeefwinkel nu een onderdeel van de verkiezingscampagne van een politieke partij of zijn het bijvoorbeeld anarchisten met kritiek op de voor-wat-hoort-wat aanname? Een dergelijke onduidelijkheid kan echter ook ontstaan wanneer twee buitenparlementaire partijen met een verschillende ideologie dezelfde actiemethode gebruiken. Denk hierbij aan nazi’s die kraken. Fundamentelere kritiek is daarom dat parlementaire partijen de boodschap van de buitenparlementairen vaak sust. In plaats van mensen zelf tot actie en kritisch nadenken aan te zetten, worden zij ertoe aangezet te stemmen op een partij, waarmee ze alle eigen verantwoordelijkheid menen te hebben afgedragen. De partij wekt de illusie verbetering te kunnen geven in de aangekaarte problemen, maar zoals we hierboven hebben gezegd, is dat een misvatting. Op deze manier misvormt de parlementaire partij onze boodschap en verdraait ze onze acties tot een verkiezingscampagne. Een dramatisch voorbeeld van dit proces is de spandoekenaffaire eind 2005. In Amsterdam hingen krakers spandoeken aan hun panden om kritiek te uiten op het vluchtelingenbeleid. De spandoeken werden verwijderd, wat leidde tot een storm van verontwaardiging en ontzettend veel solidariteitsacties door het hele land. In Amsterdam eindigde de ophef toen het genoemde “AmsterdamAnders/de Groenen” een spandoek aan het gemeentehuis ophing. Hiermee bereikten ze dat de burgemeester uiteindelijk beloofde geen spandoeken meer weg te halen waarmee de affaire was gesust. Het vertrouwen van de burger in de politiek was weer hersteld, geen polarisering en bovenal “AmsterdamAnders/De Groenen” kwamen veel in de media in plaats van vluchtelingen. We zouden als actiebeweging dit soort gebeurtenissen niet moeten pikken en we zouden parlementairen daarom moeten weren uit de links-radicale beweging. We moeten gebruik van ze maken als dat in ons voordeel is, maar we moeten voorkomen dat zij gebruik van ons gaan maken. Tot slot willen we benadrukken dat onze opvattingen niet voortkomen uit een gevoel van identiteit dat we willen beschermen. Het is dus geen gebiedsafscherming, maar een overtuiging dat het streven naar een rechtvaardige, sociale en gelijke wereld teniet wordt gedaan door parlementaire initiatieven die sterk op onze concepten en actiemethodes lijken. Geen bazen of politici, maar zelfbestuur en anarchie! Eind april zal over dit onderwerp een discussie georganiseerd worden in het LeidsBezet. Gup Partijpoliziek! Wat een verademing om eindelijk eens een kritische reflectie op de vermeende wisselwerking tussen (gemeentelijke) politieke partijen en de kraak/activistenbeweging te lezen in de vorige GraKra. Het stuk ‘De weggeefwinkel is gestolen’ ging in op de nauwe band die tussen activisten en bepaalde politieke partijen bestaat en niet een band is waar we blij mee moeten zijn. Sterker nog, het is een kuisheidsgordel die radicale initiatieven omsluit en smoort. Ik meen te moeten reageren om het argument kracht bij te zetten en nog iets verder te trekken. Het gaat mij namelijk niet alleen om de manier waarop de geïnstitutionaliseerde politiek activisten gebruikt en de angel uit allerlei vormen van verzet weet te halen. Het gaat mij ook om hoe activisten dit laten gebeuren, hier bewust naar handelen en steun uit de geïnstitutionaliseerde politiek gebruiken om hun acties naar buiten toe te legitimeren. Bovendien reageer ik omdat het thema een taboestatus in de kraak/actiewereld lijkt te hebben. Immers, het zijn toch onze oude vrienden, kraakspreekuurmedewerkers, barricadegenoten en mensenrechtenactivisten die met zo’n uitgebreid actie-c.v. niet aangevallen mogen worden op hun keuze de onderdrukkende structuren in de samenleving op een andere manier aan te pakken? De weigering stelling te nemen tegen een dergelijke keuze is op dit moment onze beweging aan het verzieken, dus laten we niet schromen op teentjes te gaan trappen en het taboe in stand houden, maar er voor eens en altijd korte metten mee maken. Om zo adequaat mogelijk op de discussie in te springen, zal ik de kritiekpunten van de auteur van het stuk uit de GraKra terughalen en hierop doorwerken. De auteur van het artikel nam als aanleiding voor het stuk de gemeenteraadsverkiezingen en de opening van de Andere Winkel door AADG in het verlengde hiervan. Het artikel vervolgde aan te geven dat de keuze voor buitenparlementair actievoeren ingegeven wordt door een fundamentele kritiek op het systeem waarin we leven, waardoor het werken binnen de kaders van de vertegenwoordigende democratie paradoxaal zou zijn. Hieruit spreekt dus een onverzoenlijkheid tussen parlementaire en buitenparlementairen die berust op ideologische gronden. Ten eerste zijn partijen opinievolgers die, om genoeg stemmen te kunnen verkrijgen, moeten inspelen op tendensen die door de media ingegeven zijn. Hierdoor zijn politieke partijen populistisch, in tegenstelling tot buitenparlementairen die hun eigen meningen trachten te vormen. Hieraan wil ik toevoegen dat natuurlijk ook de acties van krakers, vluchtelingenactivisten, milieuvechters etc. regelmatig reacties zijn op wat er in de media speelt. In de kranten opgeblazen artikelen over terrorisme, ingegeven door de staat die er baat bij heeft hun legale speelruimte te vergroten tot domeinen die voorheen niet binnen de kaders van de wet vielen, kunnen rekenen op reacties van actiegroepen. Men neme de terrorismefolder van Bureau Jansen & Jansen. Ook de spandoeken op de gevels waren reacties op een door de staat veroorzaakte ramp. Dit zijn echter vormen van contra-informatie tegen de staatspropaganda. Het gaat om de vraag waaróm een bepaald thema aangehaald wordt. Partijpolitici weten dat sommige onderwerpen scoren en andere niet. Impopulaire thema’s die hen niet aan een overwinningszege zullen helpen zullen ze laten liggen. Bovendien zit er in de partijpolitieke structuur besloten dat er voortdurend strategische afwegingen gemaakt moeten worden voor het wel of niet steunen van een motie, naar buiten brengen van informatie of aanvallen van een medepoliticus. Ze moeten immers denken aan het politieke spel: wie weet verkloot je de verhoudingen met de PvdA wel als je vindt dat er eigenlijk geen bajesboot moet komen, terwijl de PvdA jou wel moet steunen als je het kraakverbod wil tegengaan. Activisten hebben niet het probleem dat ze gelegitimeerd moeten worden, macht moeten verwerven of een politiek spelletje moeten spelen. Natuurlijk spelen deze zaken wel, maar men streeft ernaar een non-hiërarchische structuur op te bouwen, waarin er zo min mogelijk plaats is voor de competitiedrift en eerzucht die vanuit de maatschappij gedicteerd wordt. Tweede probleem is dat partijen hiërarchisch georganiseerd zijn, uit zijn op macht en binnen een electorale periode van vier jaar zich niet hoeven verantwoorden aan hun kiezers. Voor de verkiezingen zullen ze propaganda verspreiden om deze machtspositie te kunnen verwerven. Ze hoeven zich echter gedurende een periode van vier jaar niet meer aan de kiezer te verantwoorden en kunnen dus rustig van mening veranderen, bijvoorbeeld wanneer dit handig is voor het vormen van een coalitie. Toch legitimeren ze hun macht door te wijzen op de stemmen die ze gekregen hebben. Belangrijk in dit punt is dat activisten vaak in deze machtslegitimatie meegaan. Regelmatig leest men in kranten of tijdschriften dat een persoon eerst een activist was, maar nu in de gemeentelijke of landelijke politiek betrokken is. Hierbij wordt deze overgang, die ik zie als een overgang van idealisme naar pragmatisme, geschetst als een respectabele manier van verzet bieden. Men doet het voorkomen alsof de persoon een groeiproces heeft doorgemaakt van puberaal naar volwassen. De nieuwe politici houden dit waanidee in stand of voeden het zelfs. Logisch, want zo kunnen zij dit afscheid van het activisme makkelijker verantwoorden naar zichzelf en de buitenwereld toe. Rampzaliger is het wanneer activisten zelf zaken voor de media, justitie of ‘buitenwereld’ verantwoorden door zich te beroepen op uitspraken of acties van politici die hun punt bevestigen. Door zo’n houding aan te nemen, waarbij een uitspraak van een dergelijke ‘serieuze politicus’ de doorslaggevende factor moet zijn voor het waarheidsgehalte van dat wat jij beweert, legitimeer je de macht van die persoon in zijn of haar rol als politicus. Het voorgaande artikel haalt de spandoekenaffaire aan om te tonen hoe politici het buitenparlementaire statement kunnen sussen. Ditzelfde voorbeeld laat zien hoe activisten een dubbelrol aannemen en hun eigen statement láten sussen. Zij sierden zich namelijk met het feit dat AA/DG hun steunden en eveneens een spandoek opgehangen hadden. Voor sommige mensen was dit een argument in de verantwoording van de acties naar de buitenwereld. Sterker nog, toen de politie bij de PrinsHendrikkade op de stoep stond om de spandoeken te vorderen, werd een partijpoliticus van AA/DG in z’n eentje op de stoep gezet (door de bewoners van het kraakpand) om de politie te wijzen op de illegaliteit van de actie, waarbij de politie afgeschrikt zou moeten worden door de parlementaire status van de persoon. Dit is dus een voorbeeld dat aangeeft dat activisten ook soms denken dat partijpolitici meer waard zijn in hun eentje dan een groep krakers, en zij onderschrijven door middel van zo’n actie de status van de politici. Om het nog een stukje erger te maken werd er een rechtszaak aangespannen tegen het verwijderen van de spandoeken. Dit is nou zo’n stukje pragmatisme waar ik het in de inleiding over had, die in het verlengde ligt van het samenwerken met politici. De spandoekencampagne, waarbij tientallen (kraak)panden een spandoek op de gevel hadden, werd mede nationaal nieuws omdat de overheid haar repressieve en mondsnoerende kant weer eens liet zien door met grof geschut de doeken te verwijderen. De campagne was kortom een groot succes, mensen volgden spontaan het voorbeeld, anderen waren geschokt over de wijze waarop kritische burgers werden aangevallen. Dit in combinatie met de brand op Schiphol en de 11 doden, die de aanleiding voor de spandoeken vormde, bracht een golf van verontwaardiging op gang en toonde hoe de overheid niet alleen vluchtelingen vermoord, maar ook onderdrukkend is jegens haar eigen burgers. Een prachtige revolutionaire lucifer voor een staatsondermijnend vuurtje kortom. Door echter de rechter te vragen de verwijdering van de spandoeken te stoppen, zakte de hele actie als een pudding in elkaar. Mensen gingen zich beroepen op het feit dat de rechter de actie ook legaal vond en de verwijdering illegaal. Dat jullie rechtssysteem het onze niet is, gaat geloof ik nog steeds op. Dat dezelfde rechterlijke macht die het opsluiten van vluchtelingen legaal vindt, het verwijderen van spandoeken niet legaal acht, is volgens mij iets waar wij activisten totaal geen boodschap aan hebben. Een rechtssysteem dat slechts dient om het systeem in stand te houden en ondermijnende elementen weg te stoppen en een leven te ontzeggen hoeft ons niet te vertellen dat onze acties legaal zijn, dat wisten wij zelf allang! Hier kan ik een mooie link leggen met partijpoliticus van AADG die tijdens een Stedelijk Overleg opperde dat wij onszelf maar aan moesten geven, om zo jurispudentie af te dwingen over het smadelijke karakter van zowel spandoeken als de Ritaposter. Heel adequaat reageerde een kraker toen dat wij onze acties zelf niet strafbaar vinden en dus al helemaal geen aangifte gaan doen. Een rechter hoeft zich hier niet over uit te spreken. De partijpoliticus deed het voorkomen alsof de spandoekverwijdering een incident was, veroorzaakt door een aantal vervelende politieambtenaren met een hekel aan krakers. Een strategische stap naar de rechtelijke macht zou ons dan vrijpleiten en de politie in z’n hempie laten staan. Dit geeft perfect aan hoe een partijpoliticus het grote plaatje uit het oog verliest, niet beseffend dat deze handelingen beleid zijn en de politie een instrument om dit beleid uit te voeren. Immers, zou hij dit wel erkennen, dan moest hij toegeven dat de gemeenteraad waarin hij functioneert geen democratisch orgaan is, maar een schijnvertoning die mensen het gevoel geeft vertegenwoordigt te zijn terwijl de staat en multinationals hun eigen plan trekken. En daar heeft een politicus natuurlijk weinig trek in… Derde punt is dat partijen binnen de gemeenteraad of landelijke politiek partijen altijd hun idealen verliezen omdat het streven naar macht de partijen corrumpeert. Er kan door partijen slechts gesleuteld worden aan het systeem, zonder de bestaande machts- en economische structuren aan te vallen. In dit kader is idealisme niets dan een object waarmee je je tooit, een verwijzing naar een activistische geschiedenis waarin mensen nog wel het idee hadden deze structuren te veranderen of te doorbreken. Kleine partijen kunnen voor activisten wel de functie hebben de ruimtes in de marge wat op te rekken waardoor hun aanval op de kapitalistische dictatuur wat gemakkelijker wordt, maar dit grote probleem zal nooit door de inzet van partijen opgelost kunnen worden. Activisten kunnen en hoeven volgens mij helemaal niet altijd superradicaal en ideologisch verantwoord te zijn, hieruit spreekt zelfs een starre en dogmatische houding. De vraag is alleen in hoeverre je je idealen for the sake of het ideaal opzij wil zetten door je te verbinden, te legitimeren of te verhullen met groepen die het systeem dat jij probeert te ondergraven, in stand willen houden. Misschien lijken die activisten en partijpolitici wel dezelfde idealen te hebben, probleem is dat de partijpolitici daar niet naar handelen en op een compleet ander niveau bezig zijn veranderingen in de maatschappij te bewerkstelligen. Het lijkt mij verstandig om de rol van kleine linkse partijen te erkennen als nuttig en goedbedoelend. Laten we echter niet de fout maken te denken dat we elkaar wederzijds kunnen steunen in onze gezamelijke strijd tegen het repressieve systeem. We moeten ons vooral niet tooien met partijpolitieke steun of toestaan dat de politici de boel coupen en zich sieren met een radicaal geluid. Een buitenparlementaire beweging is behoorlijk armoedig als ze geen fundamenteel onderscheid tussen parlementaire politiek en activisme kan maken en de pragmatische weg voor de idealistische stelt. Binnen onze structuren als LOKs, SOKs, acties, campagnes etc. moeten we afgevaardigden van partijen daarom niet toelaten, en erkennen dat de parlementaire politiek onze initiatieven slechts sust en misbruikt! Gup, de auteur van “De weggeefwinkel is gestolen” en ik denken niet de waarheid in pacht te hebben, maar een tendens te hebben gesignaleerd die we zorgwekkend vinden. We zouden er graag met een grotere groep over praten en organiseren daartoe een discussieavond over dit thema. Donderdagavond 11 mei 20.00u in het Leids Bezet, Leidsestraat 43. Hopelijk tot dan! Nancy. |
Read more about: wonen/kraken | supplements | | beetje laat | et - 16.04.2006 01:51
beetje laat deze discussie. bijvoorbeeld ten tijden van de afrika ontknoping en de invloed die de partij politiek op het intoom houden van het verzet rond de ontruiming van dit pand had, was dit een stuk relevanter discussie geweest. ondertussen heeft de waarheid zich al achterhaald en is aardappel anders weggestemd bij de laatste verkiezingen. mij niet duidelijk of het nog zin heeft er nu nog een discussie avond aan te wijden. ik ben het overigens grotendeels wel eens met de constateringen van gup en nancy, maar jammer dat er niemand eerder deze discussieavond heeft georganiseerd. DIY rules
| Grens bij machtspolitiek ipv parlementair | èneR - 17.04.2006 17:57
Het is een interessant onderwerp maar moet je de breuklijn wel leggen bij (buiten)parlementair actievoeren of bij het toepassen van machtspolitiek versus basisdemocratie? Ik denk het laatste. Nu worden er (terecht) vraagtekens gesteld bij de ware bedoelingen van parlementaire partijen. Maar bijna twintig jaar geleden werd er een machtspolitiek conflict onder de buitenparlementairen uitgevochten. Letterlijk: het ging tussen de gestaalde / stalinistische kaders van de Politieke Vleugel van de Kraakbeweging (PVK) en de kraker*s die meer van basisdemocratie wilden uitgaan. De PVK trachtte in die tijd het politiek initatief op een iets rigoreuzere manier naar zich toe trekken dan de groene AA van vandaag de dag... De uitspraak dat we geen heil hoeven te verwachten van parlementair politieke partijen is nogal een open deur. Maar zo schadelijk zijn die partijtjes nu ook weer niet. Misschien is het juist wel goed dat afgedankte krakers soms nog in een of ander parlement actief kunnen wezen - het houdt ze van de straat en ze schrikken daar minder nieuwe mensen af dan in een actievergadering. Ik bedoel maar - wie zou er vandaag de dag nog met een Duyvendak uit kraken willen gaan? Aan de andere kant is 'buitenparlementair' geen garantie voor basisdemocratisch. Machspolitiek gekonkel, kapitalistische klootzakken en mensen die elkaar de loef af willen steken, op een voetstuk plaatsen of juist verdacht maken kom je na verloop van tijd in bijna elke woongroep, kraakhoreca, actieclub etc. tegen (of je komt daar achteraf achter). Was het maar zo simpel dat je de grens bij (buiten)parlementair kon trekken! | discussie ook in fort pannerden | gupclub - 18.04.2006 12:30
dezelfde discussie wordt ook in Fort Pannerden gevoerd: zie de volgende link http://indymedia.nl/nl/2006/04/35692.shtml ZONDAG 23 APRIL 13:30-14:15 DISCUSSIE: Gemeentepolitiek deel 1: Achtergrond (45 min) met 'Axielijst Haarlem' and 'SAP' Deelname aan de parlementaire politiek is van oudsher een taboe geweest binnen links radicale gelederen. Maar de laatste jaren is er een ontwikkeling gaande waarbij een aantal buiten parlementaire groepen zich mengen in de gemeentepolitiek. Duidelijk is dat er verschillende manieren zijn om dit te doen. Je kunt een polititieke partij oprichten en blijven opereren vanuit de marge zoals Axielijst Haarlem of opgaand binnen een bestaande politieke partij consessie doen aan je eigen politieke agenda zoals de SAP. Welke geschiedenis en gedachte motiveert deze keuze en hoe denken deze mensen hun idealen vorm te kunnen geven binnen een politiek bestel waar ze zelf niet achter staan? Is het een strategie of een definitieve iedeologische koerswijziging? Aan wie beter deze vragen te stellen dan aan mensen die deze keuze hebben gemaakt. Axielijst Haarlem zit sinds de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen met een afgevaardigde in de raad. De SAP houdt op haar beurt de Rotterdamse SP fractie bij de les .Kortom: de mogelijkheid tot een kritische discussie over deelname aan de gemeente politiek. 14:30-15:15 DISCUSSIE: gemeentepolitiek deel 2: Praktijk (45 min)met 'Axielijst Haarlem' en de 'SAP' Nu is het tijd voor een inkijkje in de praktijk van de gemeente politiek. Op welke manier kun je gemeenteraad 'gebruiken' zonder dat er zelf in te zitten (inspreken, vragen door fracties laten stellen etc.).Anderzijds; hoe doe je mee aan de gemeenteraadsverkiezingen, kom je in de raad en wat kun je daar bereiken? Welke mogelijkheden tot ondersteuning van de buitenparlementairepraktijk van activisme en buurtstrijd liggen er?
Website: http://www.errorzine.org/weekend.html | |
supplements | |