Vanuit Caracas voor een nieuwe taal Moritz Tenthoff - OJALA - 26.01.2006 01:43
Vanuit het WSF - De strijd voor moeder aarde Inheemse vertegenwoordiger in het Venezolaanse Parlement, Noeli Pocaterra, van het volk Wayuu, dat op het grondgebied leeft tussen Venezuela en Colombia, sprak vandaag op het WSF in Caracas over militarisering, autonomie en territorium. De kracht van haar woorden vormen een weerspiegeling van de kracht van haar hart, van haar strijd, van haar volk. Broeders en Zusters, compañeros y compañeras, vrienden van verweg, vrienden van dichtbij, jongeren, ouders, mijnwerkers, cocaboeren, landarbeiders, studenten, gepensioneerden, moeders, huisvrouwen, welkom in Venezuela, welkom op het sociale forum. Mijn hart is blij met het zien van zoveel mensen die hier naartoe zijn gekomen om met elkaar te delen, hun ervaringen uit te wisselen, hun krachten te bundelen en hier samen zijn met hetzelfde doel voor ogen, aan een andere wereld te bouwen. Mijn naam is Noeli Pocaterra. Ik ben overgrootmoeder, oma, moeder en Wayuu. Wij, indígenas, strijden we 513 jaar voor onze onafhankelijkheid, voor onze rechten, voor gerechtigheid. We zijn sinds de dag dat de Spanjaarden hier aankwamen tot de dag van vandaag vermoord, tot slaven gemaakt, uitgebuit, voorgelogen. Onze sociale structuren zijn in veel gevallen kapot gemaakt, de grond van onze voorouders gestolen, vervuild en vernietigd. De planten en dieren met wie we samen leven worden vergiftigd, gepatenteerd, gedood. Bedrijven uit de Verenigde Staten en Europa, uit de zogenaamde eerste wereld, stelen onze zaden en kennis, en hun regeringen criminaliseren een heilige plant als de coca. Wat heeft deze plant hun samenlevingen aangedaan? Waarom knippen ze haar twijgen af? Waarom snijden ze haar wortels door? Voor ons is de cocaplant als een moeder, als een vriendin, die ons wijsheid geeft wanneer we twijfels hebben, ons kracht geeft wanneer we moe zijn, ons bij elkaar brengt en met elkaar laat delen. De Westerse wereld verkracht haar, rand haar aan, misbruikt haar. Hoe kan het geweld dat onze broeders, cocaboeren, ondergaan een oplossing vormen voor een ziekte, die haar wortels in de Westerse samenleving heeft. Ik reik mijn hand uit naar de kinderen, die als drugsverslaafden geboren worden en in plaats van te verlangen naar moedermelk op zoek gaan naar een crackpijp. Ik reik mijn hand uit naar de moeders, die hun zonen en dochters de straat op moeten sturen, omdat ze niet voor hen kunnen zorgen. Ik reik mijn hand uit naar de mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, die angst hebben om te leven en hun samenleving willen ontvluchten. Een samenleving, waarin mensen alleen zijn en vergeten worden. Een samenleving waar de angst voor de ander en het onbekende voortdurend gevoed wordt. Een samenleving waar de voorwerpen belangrijker zijn dan de mensen en geld in plaats van het hart de keuzes bepaalt. Het geweld dat de mensen elkaar aandoen, dat we moeder aarde aandoen, dat we onszelf aandoen ontstaat in ons egoisme, in onze angst voor het onbekende, in ons verlangen om te domineren. Gister zijn wij, inheemse volkeren, en met ons vele anderen, ontwaakt. We zien dat het egoisme plaats maakt voor een hart dat zich openstelt en luistert naar de ander, voor een hart dat zich openstelt en luistert naar moeder aarde, voor een hart dat zich openstelt en luistert naar zichzelf. In dit hart ligt de kracht om de moordende structuren binnen en buiten ons te veranderen. Vandaag vinden onze handen elkaar en bundelen zich tot een vuist. Morgen breekt de zon door en zal ze samen met de regen moeder aarde en ons hart voeden. E-Mail: moritz@ojala.nl Website: http://www.ojala.nl |