De Brusselse Wapenlobby in actie? Pi Nocchio, EU-lobbyist ;-) - 01.06.2005 11:58
Voor wie nog steeds dat ene duwtje richting NEE! nodig heeft, hieronder een verhelderend relaas over de recente activiteiten van de Brusselse Wapenlobby. Leesch en huiver! Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 Deze brochures vormen een bijdrage aan de discussie over de Europese Grondwet waarover op 1 juni 2005 een referendum wordt gehouden. Wij willen argumenten aandragen om een NEE tegen deze grondwet te onderbouwen. Niet uit xenofobe en nationalistische overwegingen, maar omdat de Europese politiek beter kan en moet worden vormgegeven. ‘Europese Grondwet; Wapenlobby in Brussel is het eerste rapport uit een serie van drie. De volgende twee rapporten:• Europese Grondwet: fundament voor de wapenindustrie, en• Europese Grondwet: defensieagentschap en militair onderzoek versch?nen later deze maand. De publicaties z?n mogel?k gemaakt door een subsidie van de Referendumcommissie. Redactie: Kees Kalkman (VD AMOK), Martin Broek, Tanja IJzer Vormgeving: Marlou Ru?ter Drukker?: Ton Mittelme?er Datum: mei 2005 5 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 Europese Grondwet: Wapenlobby in Brussel Vanaf het moment dat er in Europa gesproken werd over een gemeenschappel?k defensiebeleid, kreeg Brussel de warme belangstelling van wapenfabrikanten en hun lobbyisten. Sinds het Europees buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid de afgelopen jaren in een stroomversnelling is gekomen en het niet b? praten bl??,is duidel?k te zien dat Brussel razendsnel aan belang wint voor de wapenlobby. Hopend op concrete plannen probeert die z?n invloed op de beleidsmakers te doen gelden. Het aantal lunchmeetings en congressen met een militair karakter is in de Belgische hoofdstad momenteel amper b? te houden. Toch is in brede kring maar weinig bekend over de innige band tussen Brussel en de wapenindustrie. In dit rapport geven we een k?kje in de keuken van Europa, waar eurocommissarissen en industrie hand in hand toekomstig defensiebeleid voorkoken. Op zeker vier verschillende manieren probeert de wapenindustrie haar invloed te laten gelden. Naast de individuele bedr?fslobby is de wapenindustrie als geheel vertegenwoordigd in de pas gevormde lobbyvereniging ASD (AeroSpace and Defence Industries Association of Europe). Daarnaast heeft? de Europese Commissie een aantal invloedr?ke task forces of adviesraden in het leven geroepen, waarb?de defensie-industrie betrokken is. Ze voorzien Brussel van advies op maat over militair-industrieel gerelateerde onderwerpen, zoals scheepsbouw, luchtvaartindustrie en militair onderzoek. Tenslo?e z?n er de zogenaamde denktanks, zoals de New Defence Agenda, die op kosten van de industrie b?eenkomsten organiseren voor beleidsmakers, militairen en wapenindustrie. Bovendien was de wapenindustrieuitdrukkel?k betrokken b? de voorbereidingen van de Grondwet. Lobbyhoofdstad Schattingen over het aantal lobbyisten dat in Brussel z?n brood verdient, lopen uiteen van 15.000 tot zelfs meer dan 20.000.1 De zetel van de Europese Unie wed?vert met Washington als ’s-werelds drukst belobbyde politieke centrum. De aanwezigheid van allerhande belangenbehartigers vindt in brede kring waardering. Veel beleidsmakers en parlementariërs in Brussel geven aan dat z? lobbyisten vaak als nuttige bron van informatie ervaren, en dat z? zelf heel goed kunnen uitmaken welke informatie van belang is voor het bepalen van hun politieke standpunten. Dat klinkt goed, maar er z?n zeker bezwaren aan te voeren, zoals de onevenwichtige samenstelling van het lobbycorps, en het gebrek aan transparantie rondom hun activiteiten. Zo wordt naar scha?ing 70 procent van de lobbyisten betaald door de industrie (zie figuur). Ondoorzichtig Brussel wint razendsnel aan belang voor de wapenlobby. 6 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 In de VS bestaat veel meer duidel?kheid over de aard en activiteiten van lobbyisten dan in de EU. Brussel registreert weliswaar de b? het Europarlement (EP) geaccrediteerde lobbyisten3, maar dat register vermeldt slechts de naam van de persoon en de organisatie of het bedr?f waar h? of z? voor werkt. EADS, een van de grootste Europese wapenfabrikanten, staat b? voorbeeld op de l?st met vier lobbyisten; het Italiaanse Finmeccanica met twee en het Franse Thales – moederbedr?f van Nederlands grootste militaire producent – met maar liefst v?f medewerkers, net zoveel als b?voorbeeld levensmiddelengigant Unilever. Opvallend is het ontbreken van Europa’s grootste bedr?f, het Britse BAE Systems op die l?st, net als overigens Lockheed Martin, ’s werelds grootste wapenfirma. Aangezien beide bedr?ven kantoren in Brussel hebben, l?kt het weinig aannemel?k dat daarvandaan niet geregeld contact wordt gezocht met de Europese politiek. Het aantal b? het EP geaccrediteerde medewerkers zegt uiteraard helemaal niets over het totaal in Brussel werkzame lobbyisten, noch over de lobby b? de Europese Commissie en de Europese Raad. Veel lobbyisten werken bovendien voor consultancy- en PR-bureaus die zich laten inhuren door het bedr?fsleven. Dikw?ls opereren z? onder de naam van een gelegenheidsorganisatie, waardoor lang niet alt?d duidel?k is namens wie ze de Europese Commissie of het EP benaderen. Ook komt het voor dat medewerkers van het EP op de loonl?st staan b? derden. Zo heeft de Federatie van de Oostenr?kse Industrie onder het mom van een stage drie medewerkers b? Oostenr?kse europarlementariërs geplaatst, waarvan de helft door de industrie en de andere helft door Brussel wordt betaald. Eurocommissaris Kallas (‘administratieve zaken, audit en fraudebestr?ding’) noemt dergel?ke gevallen “op z?n minst vreemd”.4 H? moet alleen eerst de hand in eigen boezem steken. Waar het EP tenminste nog een beetje helderheid verschaft ontbreekt iedere vorm van registratie op het niveau van de Europese Commissie en de Europese Raad, de hoogste besluitvormingsorganen in Europa. Als de EU af wil komen van haar slechte imago van ondemocratisch en ondoorzichtig instituut, moet ze zo snel mogel?k helderheid verschaffen over de activiteiten van de vele duizenden mensen die hun brood verdienen met het beïnvloeden van Europees beleid. Helderheid over die lobby is des te dringender nu steeds meer defensiebedr?ven hun kantoor openen in de buurt van het centrum van de Europese macht. De druk van wapenfabrikanten op Brusselse beleidsmakers dreigt steeds meer toe te nemen, zonder dat daar een alternatief geluid vanuit het zogenaamde maatschappel?ke middenveld tegenover staat. Nu al is de militaire industrie effectief doorgedrongen in de hoogste besluitvormingskaders. Europa loopt daarmee het risico een militaire koers te varen die in belangr? ke mate bepaald wordt door de wapenindustrie. Naar schatting 70 procent van de 15 tot 20.000 lobbyisten wordt betaald door de industrie.Als de EU af wil komen van haar slechte imago van ondemocratisch en ondoorzichtig instituut, moet ze zo snel mogel?k helderheid verschaffen over de activiteiten van de vele duizenden mensen die hun brood verdienen met het beïnvloeden van Europees beleid. Financiering Brusselse lobby 2 Internationaal Bedr?fsleven: 70% Internationale instellingen en regionale overheden: 10% Maatschappel?ke belangenverenigingen - zogeheten ngo’s – zoals vakbonden, milieubeweging en organisaties op het gebied van de gezondheidszorg: 20% 7 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 Machtsprojectie Steeds meer Europese wapenfabrikanten houden kantoor in Brussel. Het Europese luchtvaartconcern EADS5 opende al in 2001 een kantoor in de Belgische hoofdstad vanwege het strategische belang van nauwe contacten met EU en NAVO.6 In een persbericht onderstreept EADS het belang van een “werkel?k Europese defensiemarkt”. “Alleen door gezamenl?k op te treden kunnen w? Europeanen luchtvaartproducten maken die ook succesvol kunnen z?n op de wereldmarkt.”7 Het kantoor van EADS in Brussel wordt geleid door de Franse oud-diplomaat Michel Troubetzkoy, tevens voorzitter van de ‘EU-werkgroep’ van lobbyvereniging ASD.8 H? verklaarde in 2002: “De gebeurtenissen van 11 september hebben een nieuw bewustz?n geschapen over het belang van de veiligheidssector. Onze groep zal zich richten op manieren om hier munt uit te slaan en ervoor te zorgen dat nieuwe overheidsbepalingen uit naam van de veiligheid onze industrieën niet belasten.”9 Cynischer kan het haast niet. De directeuren van de grote defensiemultinationals laten regelmatig via de media van zich horen met oproepen aan het adres van de Europese Unie.10 Ook op individuele titel zoekt men graag de pers. Eind 2003 interviewde defensieweekblad Jane’s Defence Weekly directeur Philippe Camus van EADS.11 Tegenover dat t?dschrift verklaarde h? dat Europa veel te weinig aan militair onderzoek besteedde. Het moest zich vooral gaan richten op investeringen in “machtsprojectie” en “precisieaanvalswapens”. Daarmee zouden volgens Camus toekomstige dreigingen het hoofd geboden moeten worden. Dest?ds verkeerden de plannen voor een defensieagentschap en Europees defensieonderzoek nog in een pril stadium en in Brussel probeerden beleidsmakers omzichtig opererend alle mogel? ke gevoeligheden weg te masseren. Het blad vormde een prima spreekbuis voor Camus met z?n vergaande ideeën over de rol van Europa en de defensie- industrie. Dat Europa’s grootste wapenfabrikanten ook daadwerkel?k een politieke machtsfactor van betekenis z?n, bl?kt uit de uitnodigingen die EADS en BAE Systems ontvingen van de defensiewerkgroep van de Europese Conventie. Deze werkgroep hielp mee b? het opstellen van de tekst van de Grondwet.12 Hoewel de promotie van een Europese defensie vooral het jachtterrein is van Europese bedr?ven, ontbreken de Amerikanen in Brussel zeker niet. Lockheed Martin heeft er z?n Europees hoofdkantoor en ook Patriot en Tomahawk raketbouwer Raytheon heeft een vestiging in Brussel. Boeing en General Electric (beide met grote belangen in de militaire industrie) hebben hun kantoor strategisch aan de rotonde Schuman, direct naast de Europese Commissie en de Raad van Ministers en op een steenworp afstand van het Europarlement. Niet voor niets is het een van Brussels allerduurste vestigingsplaatsen. De Amerikaanse bedr? ven z?n bovendien ruim vertegenwoordigd b? de sponsoring van activiteiten van de New Defence Agenda (NDA). Europa loopt het risico een militaire koers te varen die in belangr?ke mate gestuurd wordt door de wapenindustrie. Steeds meer Europese wapenfabrikanten houden kantoor in Brussel. Dat Europa’s grootste wapenfabrikanten ook daadwerkel?k een politieke machtsfactor van betekenis z?n, bl?kt uit de uitnodigingen die EADS en BAE Systems ontvingen van de defensiewerkgroep van de Europese Conventie. 8 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 Lobbyreus ASD Begin 2004 fuseerden de lobbyorganisaties van de defensie-industrie, luchtvaart en ruimtevaart respectievel?k EDIG, AECMA en EUROSPACE) tot één grote belangenbehartiger, de AeroSpace and Defence Industries Association of Europe (ASD). De ASD claimt 800 bedr?ven met een gezamenl?ke jaaromzet van 100 miljard euro en 590 duizend werknemers te vertegenwoordigen.13 De EDIG was waarsch?nl?k de eerste op Europa gerichte wapenlobby in Brussel. Vanaf de oprichting in 1976 was het jarenlang als adviesorgaan nauw betrokken b? de Independent European Programme Group (IEPG), een initiatief van Europese NAVO-landen (met uitzondering van Ierland) om gemeenschappelijke defensie materieelprogramma’s te promoten. In 1992 ging de IEPG over in de Western European Armaments Group (WEAG). Als gevolg van de oprichting van het Europees defensieagentschap is de WEAG per 23 mei 2005 opgeheven. WEAG, IEPG en EDIG hebben de weg bereid voor de huidige militaire koers van de EU. Dat geldt b?voorbeeld voor het stimuleren van Europese programma’s voor militair onderzoek. Dat de EDIG als een serieuze gesprekspartner gold, bleek weer eens t?dens het opstellen van de Europese Grondwet. De werkgroep defensie van de Europese Conventie nodigde toenmalig EDIG president Corrado Antonini uit om de wensen van de Europese wapenindustrie voor te leggen. De stevige positie van de wapenindustrie in de Grondwet geeft aan dat deze opzet geslaagd is. Met het groeiende belang van de EU voor de militaire industrie l?kt het opgaan van de EDIG in een overkoepelende militaire en lucht- en ruimtevaartlobby een slimme zet. Vooral waar civiele en militaire belangen van lucht- en ruimtevaart samenkomen, is de ASD een belangr?ke machtsfactor op Europees beleidsniveau. AECMA liet in 2002 al weten dat “steun aan de luchtvaart […] een essentieel onderdeel zou moeten z?n van het voorgestelde gemeenschappel?ke buitenlands en veiligheidsbeleid”. Een Europese defensie-industrie, “inclusief exportmogel?kheden voor goederen en diensten, is een vereiste ter ondersteuning [daarvan]”.14 Ofwel: geen zinnig buitenlands beleid zonder steun aan de wapenindustrie. Zwaargewichten De ASD laat zich door zwaargewichten uit de industrie vertegenwoordigen. De eerste president, Mike Turner, directeur van BAE Systems, werd eind 2004 opgevolgd door Francesco Guarguaglini, directeur van inmeccanica, Europa’s vierde wapenfabrikant. In oktober van dit jaar volgt EADS-topman Rainer Hertrich hem weer op. Prioriteit nummer 1 van de ASD voor 2005 is de lobby voor de “voortgaande verbetering en ontwikkeling van een robuust Europees beleid op het gebied van de luchtvaart, ruimtevaart en defensie.”15 ASD zet flink in op de lobby voor meer overheidsgeld voor onderzoek, technologie en ontwikkeling, en de versterking van de activiteiten van het defensieagentschap EDA. Door de recente uitbreiding van de Europese Unie, de verkiezingen voor het Europarlement en een nieuwe Europese Commissie moet de ASD het vooral erg druk hebben gehad met een andere topprioriteit: “Er voor zorgen dat vertegenwoordigers van De ASD claimt 800 bedr?ven met een gezamenl?ke jaaromzet van 100 miljard euro en 590 duizend werknemers te vertegenwoordigen. Met het groeiende belang van de EU voor de militaire industrie l?kt het opgaan van de EDIG in een overkoepelende militaire en lucht- en ruimtevaartlobby een slimme zet. ASD zet flink in op de lobby voor meer overheidsgeld voor onderzoek, technologie en ontwikkeling, en de versterking van de activiteiten van het defensieagentschap EDA. 9 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 de nieuwe leden van de EU, nieuwe commissarissen, hun medewerkers en nieuwe europarlementariërs alle nodige steun kr?gen om de prioriteiten van onze industrie goed te positioneren”.16 Mede daarvoor hee? de ASD een ‘EU- werkgroep’ in het leven geroepen, die bestaat uit een aantal Brusselse vertegenwoordigers van grote Europese wapenfabrikanten en die onder leiding staat van de eerder genoemde EADS lobbyistTroubetzkoy. De ASD is bedreven in het bewerken van de Europese Commissie. Dat bl?kt alleen al uit de agenda van dit jaar van hun president Guarguaglini. Zo bezocht h? in januaride commissarissen Verheugen (Ondernemingen en Industrie) en McGreevy (Internemarkt). Naar verluidt werd Guarguaglini erg gesterkt door de “positieve houding” van beide eurocommissarissen tegenover de industrie.17 Ook in januari had h? een onderhoud met directeur Witney van het EDA. Met z?n hulp werd bovendien een afspraak later dit jaar met EU-buitenlandchef Solana geregeld. Eind maart had Guarguaglini in Brussel afspraken met Jacques Barrot, vice-president van de Europese Commissie en met eurocommissaris voor Onderzoek, Janez Potocnik.18 De ASD nodigde op 28 april commissaris Verheugen uit als gast b? de ASD Raad. In deze Raad z?n de presidenten van de grote bedr?ven vertegenwoordigd. T?dens deze b?eenkomst benadrukte de Raad het belang van het betrekken van stakeholders [lees:de industrie] b? het proces rond Security Research van de EU. Verheugen kondigde t?dens deze vergade-ring een workshop aan over de betrokkenheid van de Europese Commissie b? defensiegerelateerde initiatieven “zodat de industrie z?n visie daarop naar voren kan brengen”.19 Nu naast de luchtvaart ook op het gebied van de marinescheepsbouw en de industrie voor landmachtsystemen een proces van fusies en overnames is gestart kan de ASD makkel?ker met één stem spreken. Daarmee zal de lobby van de defensie-industrie nog beter in staat z?n haar gemeenschappel?ke belangen te promoten: meer financiële steun, meer orders en lagere exportdrempels. Gezien het gemak waarmee zowel de ASD als topmensen uit de afzonderl?ke bedr? ven toegang hebben tot de hoogste Brusselse politieke niveaus, is de kans dat z? daarin slagen zeker aanwezig. De keuken van de Commissie Misschien wel de meest opmerkel?ke en zorgwekkende vorm waarin bedr?fsleven en Europese Commissie met elkaar optrekken, z?n de samenwerkingsverbanden van eurocommissarissen, defensiemensen, zakenlui en een enkele europarlementariër in diverse zogenaamde groepen. Die groepen worden doorgaans opgezet om de Commissie te adviseren over actuele Europese industriepolitieke thema’s. Formeel ligt het initiatief b? de Commissie, maar de vertegenwoordiging vanuit het bedr?fsleven is zo sterk, dat gerust gesproken kan worden van een industriële lobby. Het is daarmee de meest zichtbare vorm van invloed van de (wapen)industrie op nieuw te ontwikkelen Europees beleid. In een openhartig interview met de Volkskrant zegt oud-TNO voorzi?er Dekker daarover: “Hoe werkt dat in Brussel? Je vindt iets, en dan haal je er mensen b? van wie je weet dat ze zullen zeggen wat j? wilt. En dan vraag je hun dat op te schr? ven.”20 De ASD is bedreven in het bewerken van de Europese Commissie. De vertegenwoordiging vanuit het bedr?fsleven is zo sterk, dat gerust gesproken kan worden van een industriële lobby. 10 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 De Europese Commissie zou er goed aan doen de invloed van dergel?ke groepen drastisch te beperken of op z?n minst de participatie van de industrie flink te verkleinen. De huidige manier van advisering versterkt het imago van de EU als een weinig democratisch instituut met buitenproportioneel veel invloed vanuit het bedr?fsleven. De beleidsadviesgroepen grossieren in ambitieuze, zo niet bespottel?ke namen als STAR 21 (luchtvaart), LeaderSHIP 2015 (scheepsbouw), de Group of Personalities in the field of Security Research (zie “Europese Grondwet: defensieagentschap en militair onderzoek”). De gemene deler van deze drie is dat ze aan zowel militaire als civiele aspecten van industriepolitiek raken. Daarmee kan een op Europees niveau gevoelig liggende kwestie als defensie- industriebeleid subtiel de Unie binnengeloodst worden. Omgekeerd komen fondsen op militair terrein meestal ook ten goede aan de civiele delen van de industrie, al was het maar omdat die beide vaak in een en hetzelfde bedr?f vertegenwoordigd z?n. Zo kan geprofiteerd worden van subsidiegelden die vanwege uitzonderings clausules binnen de WTO en de EU voor de wapenindustrie wèl en voor de civiele poot niet beschikbaar z?n.21 LeaderSHIP 2015 In reactie op een voorstel van de industrie, riep de Europese Commissie begin 2003 een adviesgroep in het leven onder de naam LeaderSHIP 2015. De 21- koppige groep telt maar liefst zeven eurocommissarissen en elf werkgevers uit de scheepsbouwwereld, aangevuld met twee euro parlementariërs en een vakbondsman. Een groot aantal van de scheepsbouwers in de raad heeft sterke militaire belangen. Dat geldt vooral voor Izar (Spanje), Fincantieri (Italië), Blohm + Voss (Duitsland) en het Nederlandse Damen Shipyards, moederbedr?f van marinescheepswerf De Schelde. Belangr?kste doelstelling van LeaderSHIP 2015 was het vinden van manieren om de concurrentie positie van de scheepsbouw te versterken. In oktober 2003 presenteerde de groep daartoe een rapport met 30 aanbevelingen.22 Hoewel een aanzienl?k deel van het rapport zich richt op de civiele scheepsbouw, staat één hoofdstuk volledig in het teken van militaire scheepsbouw en diens exportpositie. Het rapport benadrukt dat, ondanks versnippering en het gebrek aan transnationale samenwerking, de Europese marinescheepsbouw het op de meeste fronten stukken beter doet dan haar Amerikaanse evenknie. De sleutel tot het handhaven van die positie is wel een verbeterde toegang tot de exportmarkt. Momenteel, aldus het rapport, leiden verschillen in de toepassing van de exportregels tot oneerl?ke concurrentie en tot barrières voor intensievere samenwerking tussen de Europese werven. “Daarom moeten exportregels (evenals hun toepassing en interpretatie) geharmoniseerd worden tussen de lidstaten”.23 De huidige Europese gedragscode rond wapenexporten wordt in verschillende landen verschillend toegepast. Dat heeft ook een reden. T?dens de onderhandelingen erover in 1998 is duidel?k erkend dat afzonderl?ke landen strikter mogen z?n in hun toepassing dan de gedragscode vereist. Zodoende hoefden de doorgaans kleinere landen hun strengere wapenexportnormen niet te verlagen om de grote exportlanden, vooral Frankr?k en het Verenigd Koninkr?k, over de streep te kr?gen. In de prakt?k is een pleidooi voor harmonisatie van exportregels zoals dat van LeaderSHIP 2015 een roep om lagere exportdrempels. Dat maakt een van de aanbevelingen van de groep tot een directe bedreiging van het huidige Europese wapenexportbeleid. Dat niet minder dan zeven eurocommissarissen daaronder hun handtekening hebben gezet onderschr?ft de indruk van hun pro-business gezindheid, net als hun minimale inzicht in het belang van een restrictief wapenexportbeleid. Belangr?kste doelstelling van LeaderSHIP 2015 was het vinden van manieren om de concurrentiepositie van de scheepsbouw te versterken. In de prakt?k is een pleidooi voor harmonisatie van exportregels zoals dat van Leader- SHIP 2015 een roep om lagere exportdrempels. 11 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 STAR 21 De “Strategic Aerospace Review for the 21st Century”, kortweg STAR 21, werd in juli 2002 gepubliceerd door de European Advisory Group on Aerospace.24 Het stuk leest als een boodschappen l?st van de industrie, die wederom r?k vertegenwoordigd is in deze groep. Naast v?f euro commis sarissen, zeven vertegenwoordigers van de industrie, twee europarlementariërs en EU- buitenlandchef Solana. De Belgische europarlementariër Bart Staes vroeg zich af waarom het maatschappel?ke middenveld niet vertegenwoordigd is “wanneer zo’n belangr?k beleidsterrein onderwerp van debat is”.25 Een anonieme Britse zakenman is daar wel bl? mee. Tegenover het blad Defense News verklaart h?: “Nu de [...] lidstaten eindel?k militaire zaken gaan bespreken in de Raad [van Ministers], denken we gebruik te kunnen maken van deze hefboom door de discussies - en naar we hopen beleidsinitiatieven - in de Raad te verruimen op basis van STAR 21.”26 Eén van de aanbevelingen van STAR 21 is - alweer - meer overeenstemming in de nationale uitvoering van het wapenexportbeleid, met andere woorden: de laagste drempel moet de norm worden. Ook schr?? de adviesgroep dat snel beslissingen genomen moeten worden op het gebied van defensie, ruimtevaart, en onderzoek & technologie, “om te voorkomen dat toekomstige beleidsopties verdw?nen”.27 Zonder precieze bedragen te noemen is het volgens de groep noodzakel?k dat “voldoende financiële middelen”28 vr?gemaakt moeten worden voor defensie- en veiligheidsgerelateerd onderzoek om de toekomst van de industrie veilig te stellen. Om een idee te kr?gen van de orde van groo?e van dit bedrag, noemt de groep de naar schatting honderd miljard euro die de komende twintig jaar nodig zou z?n om civiel vliegtuigonderzoek te financieren. Pakweg eenderde van de totale omzet van luchtvaart industrie komt uit militaire hoek29; met een vergel?kbaar nderzoeksniveau zou dat dus neerkomen op ongeveer v?ftig miljard euro voor de komende twintig jaar. Verongel?kt k?kt de adviesraad naar de VS, waar de industrie zwaar profiteert van Amerika’s beleid om z?n suprematie op het gebied van de militaire luchtvaart te behouden. “De directe verbanden tussen defensie en civiel gebruik en de zware investeringen in defensie om onderzoek en innovatie te financieren, geven de Amerikaanse industrie duidel?k voordelen in termen van spin-off effecten naar niet-defensie toepassingen”, aldus het rapport.30 Overigens maken luchtvaartlobbyisten in Washington gebruik van een omgekeerd argument: z? benadrukken de steun aan de Europese luchtvaartindustrie. De Belgisch europarlementariër Bart Staes vroeg zich af waarom het maatschappel?ke middenveld niet vertegenwoordigd is “wanneer zo’n belangr?k beleidsterrein onderwerp van debat is”. Verongel?kt k?kt de adviesraad naar de VS, waar de industrie zwaar profiteert van Amerika’s beleid om z?n suprematie op het gebied van de militaire luchtvaart te behouden. 12 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 De komende jaren zal de druk op de Europese politiek verder toenemen om meer militair lucht- en ruimtevaartonderzoek te financieren. Waar handelspolitieke verdragen reguliere steun steeds verder uitsluiten, bl?? die optie wel open voor e defensiegerelateerde industrie. Daarom is het noodzakel?k dat de Europese Commissie afstand bewaart ten opzichte van de wapenindustrie. Vooralsnog is het echter de industrie die het initiatief in handen heeft en in Brussel belangr?k defensie-industriebeleid voorkookt. NDA - voor een onafhankel?k geluid In een wat informelere sfeer bevinden zich de denktanks en andere organisaties die met enige regelmaat in Brussel b?eenkomsten rond defensiebeleid organiseren voor industrie, legertop en politiek. De bekendste organisatie op dit gebied is de New Defence Agenda (NDA). Lachwekkend is de claim van de NDA dat het een “neutraal platform voor discussies over het defensie en veiligheidsbeleid van de NAVO en de EU” is. Immers, de b?eenkomsten van de NDA worden gefinancierd door de industrie die zo de mogel?kheid hee? “een select gezelschap van beleidsmakers en opinieleiders in de media te bereiken”.31 Tot de nogal wisselende “partners” van de NDA behoren vr?wel alle toonaangevende bedr?ven uit de wapenindustrie. De meest recente internetpagina noemt b?voorbeeld BAE Systems, EADS, Finmeccanica, Thales, Lockheed Martin en Northrop Grumman. Maar ook ICT bedr? ven als Cisco en Agilent en het Nederlandse TNO zien kennel?k brood in sponsoring van de New Defence Agenda. Gehuisvest in de prestigieuze Bibliothèque Solvay in Brussel, is de NDA het schoolvoorbeeld van achterkamertjesdiplomatie. De NDA heeft goede contacten met sleutelfiguren uit de Europese politiek. Beschermheren en -dame z?n NAVO baas Jaap de Hoop Scheffer en het Europese topduo op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid: Benita Ferrero-Waldner en Javier Solana. De president van de NDA is de Spaanse oud-defensieminister Eduardo Serra. Op recente b?eenkomsten van de organisatie spraken verschillende eurocommissarissen (Frattini, Liikanen, Verheugen) en speciale vertegenwoordigers zoals Solana en ‘antiterreurtsaar’ G?s de Vries. De NDA wordt geleid door Giles Meri?, oud-journalist van de Financial Times en lobbyveteraan, die tevens Forum Europe leidt. In een pas verschenen boek van de conservatieve europarlementariër Karl von Wogau, schr?ft Merri? dat “substantiële verhogingen in nationale defensiebegrotingen” de enige remedie vormen tegen “de gevaren voor de economie van de Europese Unie als geheel als de defensiesector nog verder krimpt”.32 Het door Merri? gesuggereerde verband tussen een hoog defensiebudget, een sterke wapenindustrie en een gezonde economie wordt vaker genoemd, maar steunt niet op bew?s. Integendeel, vanwege de gebrekkige marktwerking in de defensiesector, z?n grootschalige investeringen juist economisch weinig rendabel. Merri? doet ook aan advisering op het gebied van public relations. T?dens een b?eenkomst van de European Business Summit in maart 2004, hield h? z?n publiek uit de wapenindustrie voor: “Stop met het maken van macho advertenties met rake?en en gevechtsvliegtuigen”. In plaats daarvan zou men veel meer gebruik moeten maken van de taal van de “civil society”. Volgens Merri? moest de industrie zich veel meer presenteren als “beschermer van de maatschapp? en de vr?heid van burgers”.33 Dat is kennel?k het onafhankel?ke geluid dat de NDA propageert. Het vooruitzicht van grootscheepse militaire investeringen voor de Europese Unie, ook voor preventieve oorlogen zonder VN-mandaat, zoals dat is vastgelegd in de Grondwet, wordt door de wapenlobby in Brussel voortvarend opgepikt. Door de sterke focus van de Europese Commissie op de industrie, staan vreedzame vormen van conflictoplossing vooralsnog vr? machteloos in de concurrentie tegen deze machtige lobby. De komende jaren zal de druk op de Europese politiek verder toenemen om meer militair lucht- en ruimtevaart- onderzoek te financieren. De NDA heeft goede contacten met sleutelfiguren uit de Europese politiek. Tot de “partners” van de NDA behoren vr?wel alle toonaangevende bedr?ven uit de wapen industrie. 13 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 Leadership 2015 Star 21 Group of Personalities Commissarissen VIPS Pascal Lamy, Handel Carl Bildt, former Prime Minister of Sweden Erkki Liikanen, Ondernemingsbeleid en Informatiemaatschapp? Martti Ahtisaari, former President of Finland Philippe Busquin, Onderzoek Internationale Organisaties Loyola de Palacio, Vice-voorzitter Commissie, Betrekkingen met het Europees Parlement, Vervoer & Energie Chris Patten, Externe Betrekkingen Jaap de Hoop Scheffer, NATO Mario Monti, Concurrentiebeleid EU Hoge Vertegenwoordiger Nazzareno Cardinali, Director OCCAR Anna Diamantopoulou,Werkgelegenheid en Sociale Zaken Klaus von Sperber, OCCAR Günter Verheugen, Uitbreiding Javier Solana, EU hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappel?k buitenlands en veiligheidsbeleid Ernst van Hoek, Chairman, WEAG/WEAO (Defensie) industrie gemeenschappel?k buitenlands en veiligheidsbeleid Defensie-industrie Jean-Jacques Dordain, Directeur, European Space Agency Corrado Antonini, directeur Fincantieri Defensie-industrie Mike Turner, directeur BAE Systems Victor Aguado, Director General, EUROCONTROL Reinhard Mehl, directie Blohm + Voss GmbH Sir Richard Evans, directeur BAE Systems Denis Ranque, directeur THALES Nationaal Patrick Boissier, directeur Alstom Chantiers de l’Atlantique Jean-Luc Lagardère, directeur EADS Pier-Francesco Guarguaglini, directeur Finmeccanica Ilias Pentazos, directeur-generaal, Defensie-industrie, directeur Esther Rituerto Martinez, directeur IZAR Manfred Bischoff, directeur EADS Thomas Diehl, directeur Diehl Stiftung & Co. Onderzoek & Technologie, Grieks ministerie van Defensie Kommer Damen, directeur Damen Shipyards Group Denis Ranque, directeur Thales Javier Monzón, directeur INDRA Philippe Kourilsky, President, Institut Pasteur Sjef van Dooremalen, directeur IHC Caland Alberto Lina, voormalig directeur Finmeccanica (tot april 2002) Claus Weyrich, directeur, Siemens François Heisbourg, directeur, Fondation Recherche Stratégique Jorma Eloranta, directeur Kvaerner Masa Yards Jean-Paul Béchat, directeur SNECMA Jan Dekker, voorzitter TNO (tot november 2003) Maria João Rodrigues, President ISCTE, Portugal Bernard Meyer, directeur Jos L. Meyer GmbH Sir Ralph Robins, directeur Rolls- Royce Erik Löwenadler, directeur, Ericsson Microwave Systems Marc Vankeirsbilck, Belgisch ministerie van Defensie Manuel B. Martins Guerreiro, directeur, ENVC EP EP John Skov Hansen, directeur Odense Steel Shipyard Karl von Wogau Eryl McNally John Young, voorzitter European Marine Equipment Council Elly Ploo?- van Gorsel Internationale organisaties Christian Rovsing Reinhard Kuhlmann, Secretaris-Generaal European Metalworkers’ Federation Karl von Wogau EP Hans-Gert Pöttering, Voorzitter van de Groep van de Europese Volkspart? Carlos Westendorp y Cabeza, Voorz. Commissie Industrie, Buitenlandse Handel, Onderzoek en Energie Lobby defensie-industrie in Brussel 14 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 Noten 1 “Why throw a spanner in the lobbying machine?”, Jerome Glass, European Voice, 21 april 2005. 2 C?fers z?n afkomstig uit onderzoek uit 2003 van het Europarlement, zie p. 7 van Corporate Europe Observatory’s “Lobby Planet - Guide to Brussels”. Deze alternatieve reisgids gee? een verhelderende blik op het Brusselse lobbycircuit en de implicaties van de ongereguleerde invloed die het bedr? fsleven op de Europese politiek uitoefent. Zie: h?p:// www.corporateeurope.org/docs/lobbycracy/lobbyplanet.pdf 3 Zie: http://www2.europarl.eu.int/lobby/lobby.jsp?lng=nl 4 “Why throw a spanner in the lobbying machine?”, Jerome Glass, European Voice, 21 april 2005. 5 Eind jaren negentig ontstaan uit een fusie van het Duitse Dasa, het Franse Aerospatiale Matra en het Spaanse CASA, is the European Aeronautic Defence and Space company (EADS) na het Britse BAE Systems de op een na grootste Europese militaire producent. EADS is vanwege fiscale voordelen een statutair in Amsterdam gevestigde NV. 6 “EADS opens Representative Office in Brussels: Close contacts to EU and NATO of strategic importance”, EADS persbericht, 25 april 2001. 7 idem. 8 Michel Troubetzkoy werkte tussen 1994 en 2000 al in Brussel voor Aerospatiale - EADS’Franse poot. 9 Aantekeningen van een TABD Outreach Meeting in Brussel, 8 April 2002. Overgenomen uit: “TABD Takes Up Arms”, Corporate Europe Observer, nr. 11, mei 2002, zie: h?p://www.corporateeurope.org/observer 10 In het voorgaande rapport in deze serie “Europese Grondwet: defensieagentschap en militair onderzoek” kwam het gezamenl?k optrekken van Europa’s ‘grote drie’ - BAE Systems, EADS en Thales – rond thema’s als het defensieagentschap al uitgebreid aan de orde. 11 “EADS chief calls for more research funds”, Joris Janssen Lok, Jane’s Defence Weekly, 12november 2003. 12 Zie ook: “Europese Grondwet: defensieagentschap en militair onderzoek”. 13 “Networking and Research Opportunities in Europe”; presentatie van Brian Morris, ASD,Boekarest, maart 2005. 14 “Defence Activities”, AECMA Position, januari 2002. 15 “ASD Top 10 Priorities for 2005” in “Networking and Research Opportunities in Europe”; presentatie van Brian Morris, ASD, Boekarest, maart 2005. 16 idem kly Bulletin, 11 april 2005. 17 ASD Weekly Bulletin, 21 januari 2005. 18 ASD Wee 19 ASD Weekly Bulletin, 29 april 2005. 20 “Onderzoeken tegen Osama”, Michael Persson, de Volkskrant, 2 oktober 2004. 21 Zie “Europese Grondwet: fundament voor een Europese wapenindustrie” 22 “Defining the future of the European shipbuilding and shiprepair industry – Competitiveness through excellence”, LeaderSHIP 2015, Brussel, oktober 2003. Zie ook: “LeaderSHIP 2015” – A European Approach to Naval Shipbuilding Needs”, Military Technology 4/2004. 23 “Defining the future of the European shipbuilding and shiprepair industry – Competitiveness through excellence”, p.26. 24 http://europa.eu.int/comm/enterprise/aerospace/report_star21_print.pdf 25 Schriftel?ke vragen P-1132/02 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie (10 april 2002). 26 “EU Group To Discuss Unifying Defense Market”, Brooks Tigner, Defense News, 16-22 juli 2001. 27 STAR 21, p.7. 28 STAR 21, p.8. 29 AECMA Facts & Figures 2002. 30 STAR 21, p.6. 31 “Fresh perspectives on Europe’s security”, NDA Discussion Paper, February 2004, p.56. 32 “Industrial aspects of European defence and concrete measures”, Giles Merri?, in: “The path to European Defence”, K. von Wogau (ed.), Maklu, Antwerp 2003. 33 Geciteerd in “Competing Ourselves to Death”, Corporate Europe Observatory, April 2004. Door de sterke focus van de Europese Commissie op de industrie, staan vreedzame vormen van conflictoplossing voorals nog vr?. 15 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 De Campagne tegen Wapenhandel is een stichting die (Nederlandse) wapenexporten aankaart. Te vaak komen wapens terecht in landen die in of op de rand van oorlog verkeren, of waar mensenrechten stelselmatig worden geschonden. Wapenaankopen gaan dikw?ls ten koste van nuttiger investeringen zoals die in gezondheidszorg en onderw?s. W? richten ons op onderzoek, informeren pers en politiek, zetten campagnes op en voeren geweldloze acties. Campagne tegen Wapenhandel Anna Spenglerstraat 71 1054 NH Amsterdam 020-6164684 www.stopwapenhandel.org 16 Europese Grondwet: wapenlobby in Brussel Campagne tegen Wapenhandel, mei 2005 7 argumenten TEGEN deze Europese Grondwet 1. De Grondwet bekrachtigt een organisatie (het Europees Defensieagentschap) die de wapenindustrie moet stimuleren, terw?l van wapenexportcontrole in de Grondwet nergens sprake is. 2. Via een achterdeur wordt een versoepeling van het wapenexportbeleid de Grondwet binnengehaald. Het Europees Defensieagentschap gaat namel?k een overeenkomst (het Framework Agreement) in z?n takenpakket opnemen die leidt tot versoepeling van exportnormen en die de geheimhouding van exportgegevens vergroot. 3. De Europese Conventie, die aan de basis stond van de Grondwettekst, heeft voor de defensieparagrafen wel militairenen de wapenindustrie om advies gevraagd maar geen verklaarde tegenstanders van een militair Europa. 4. Met deze Grondwet worden lidstaten van de Europese Unie verplicht hun militaire capaciteiten te vergroten, met het oog op ondermeer gewapend ingr? pen buiten de EU. 5. De Grondwet versterkt niet alleen de militaire rol van Europa, maar creëert ook een nieuwe bron van inkomsten voor de wapenindustrie: subsidies voor militair onderzoek en wapenprojecten. De invloed van de militair- industriële lobby daarop is schrikbarend groot. 6. De Grondwet vermindert de democratische controle op militaire politiek. De invloed van de nationale parlementen en het Europees Parlement op het buitenlandse en defensiebeleid wordt daardoor minimaal. 7. Deze Grondwet staat militaire interventies zonder VN-mandaat toe. Handelen “overeenkomstig de beginselen van het handvest van de Verenigde Naties” zoals een artikel luidt, laat alle ruimte om die richtl?nen naar eigen goeddunken te interpreteren. E-Mail: pinocchio@gmail.com Website: http://www.antenna.nl/amokmar/ |