Tweede procesdag Bart, Jose, Gabriel en Begon ABC-Amsterdam - 26.03.2005 21:36
Tweede procesdag Aken 24-03-2005 "Vrijheid voor alle gevangenen!" De tweede procesdag werd om 09:30 uur geopend. Toen de aangeklaagten Gabriel, Jose en Bart een voor een de zaal binnen gebracht werden barstte er een applaus los onder de zaal vullende symapthisanten, ditmaal zonder gezang. Met woede in zijn ogen riep Jose de officier van justitie toe "Nunca mas tortura! Libertad por todos! Por l'anarquia!" (Nooit meer marteling! Vrijheid voor allen! Voor de anarchie!).Allereerst kwam de verdediging met 3 bezwaren. Jose's advocaat Ulf Israel eiste de fouilleringen van zijn client, voor en na advocaten bezoek, achterwege te laten, evenals het gebruik van waarneminngs beperkende maatregelen (het afsluiten van de oren, verduisterende bril) gedurende het transport. Dit ondersteunde ook Gabriels advocaat en eiste daarbij meteen het nalaten van fysitatie bij Gabriel voor en na het bezoek aan de rechtbank. Wanneer dit niet verhoord zou worden, wilde hij Gabriel ontzien van de gang van zaken. ( De eisen zijn ook na te lezen op www.escapeintorebellion.info). Daarnaast werd het filmen van de toeschouwers bekritiseerd, waarmee de rechtere naar de politie leiding werd verwezen. Officier van Justitie Geimer verzocht onmiddellijke afwijzing van de eisen. Verder werd rechter Nohl verzocht microfoons te installeren, aangezien de akoestiek in de zaal niet al te best was. Hierna begonnen de verhoren van de eerste 4 getuigen. De eerste, getuige H. Dannhausen, werknemer bij ADAC (een Duiste wegenwerkdienst), werd ondervraagd over een gebeurtenis die zich een dag voor de bewuste dag afspeelde. Namelijk het feit dat Begona met een eerder gekochte BMW op 19-06-2004 pech kreeg en door genoemde getuige weggesleept werd zou een bewijs zijn dat zij op 18-06-2004 samen met Jose een bankoverval in Karlsruhe gepleegd zou hebben. H. Dannhausen kon zich echter noch van de gesprekken, noch van de gezichten iets herrinneren, en werd al snel heengezonden. Daarna wer Johannes Kessel opgeroepen, die een van de opsporings beambten bij de gebeurtenis van 28-06-2004 was. Hij begon het gebeurde te beschrijven, maar werd toen door Begona's advocaat, Pusch, onderbroken, dat hij slecht de politie verklaring weergaf, die iederen reeds kende. Volgens zijn eigen vertelling kwam hij bij Tatort tankstation aan toen de aangeklaagde mannen al lang gevlucht waren. Hij kon zich niet meer herrinneren waar Begona zich in het politie voertuig bevond. Toen naar zijn concrete opsporingsbekwaamheid werd gevraagd, antwoordde hij in een samenstelling van de politieverklaringen dat ook de documentatie van de vluchtroute verantwoord zou zijn. Dit werd aan de hand van een kaart en lucht beelden verklaard. In zijn bericht was hij vergeten te melden dat een van de aangeklaagden op het tankstation in de lucht geschoten zou hebben. Bovendien beweerde hij dat alle aanwezige 'BGS' beambten (Duitse opsporingsdient) door de politie geinformeerd waren, maar wist hij echter niet meer door wie. Tijdens zijn ondervraging sprak hij meer dan eens van een schoten wisseling, maar moest zich, na inmenging van de verdediging, corrigeren dat er geschoten werd. Nadat deze getuige werd laten gaan, vroeg de verdediging aan het gerecht of het proces van de 'BGS' beambten bij de civiele procedure behandeld kon worden. Dit werd bevestigd, wat de verdediging aanleiding gaf tot nadrukkelijk ernaar te verwijzen dat eventuele kopien niet aan de getuign doorgegeven mochten worden. Voor de volgende geuige gehaald werd, verlieten beide civiele aanklagers de zaal, om niet onnodig mentaal belast te worden. De derde getuige, Martin Dienstknecht, 'PHM' bij 'BGS', betrad de zaal. Hij en collega Kuppers, ook 'PHM' bij 'BGS' ware d beambten die de auto met de aangeklaagden na hun grensovergang, bij het tankstation aan hadden gehouden, om een "routine controle" uit te voeren. Hij beschreef het gebeurde zover hij het zich kon herrinneren. Daarbij beweerde hij dat alle drie de mannen bij de controle een wapen getrokken hadden. Een van hen had bij de gijzelneming in de lucht geschoten. Op de vraag naar zijn persoonlijke ervaring en gevoel bij dit voorval, antwoordde hij eindelijk dat hij als politie agent, en hoewel de situatie niet alledaags was, geen angst gevoeld had. Dat Begona, die volgens zijn verklaring zich de hele tijd passief had opgesteld en het gebeuren eerder aanschouwde, na haar aanhouding geboeid in de kofferbak van zijn politie auto gelegen had, rechtvaardigde hij, dat hij zich bedreigd door haar voelde. Rechter Nohl vroeg daarop of het, gezien haar passiviteit uberhaupt nodig was haar aan te houden, na lang zwijgen antwoordde Dienstknecht dat Begona een ogelijke medeplichtige was en zij had zich kort verweerd. Ook bij navraag of hij er echt zeker van was dat alle drie de mannen inderdaad bewapend waren, bevestigde hij dit nadrukkelijk. Toen volgde uit de aanklacht tegenstrijdigheid over de inzittende verdeling in de vluchtauto. De aanwezige deskundige vroeg naar de indruk die met name Gabriel op de beambten maakte, wat met "vastberaden" beantwoord werd. Eindelijk kwam de verdediging toe aan het door Dienstknecht en Kuppers samengestelde raport. Dit hadden beiden direct na de gebeurtenis samen op het bureau van de 'Kriminal Polizei' opgesteld. Er volgde vele bedenkingen en vragen die te maken hadden met het feit dat dit raport niet Dienstknechts subjectieve waarneming kon weerspiegelen, zonder daarbij ook door zijn collega, en eventueel nog een derde, gevormd te worden. Een politie verhoor van Dienstknecht na de gebeurtenissen, vond hoe dan ook niet plaats, hoewel dit voorval de grondslag voor strafvervolging is. Verder laste de getuige op de morgen van de bewuste dag een pauze in, samen met zijn, eveneens als getuige opgeroepen collega, zodra een politie psycholoog nogmaals over de de toedracht wilde spreken. Na de middagpauze wilde Begona's advocaat nogmaals weten of zij zich echt verweerd had, wat Dienstknecht bevestigde. Er volgden meerdere vragen over de feiten, voor het verhoor van de getuige voorlopig onderbroken werd. De vierde getuige, Helmut Kuppers ('PHM' bij 'BGS') werd opgeroepen. Ook hij beschreef de gebeurtenissen van die dag, waarbij zijn stellingen die van zijn collega Dienstknecht meermaals tegensparken. Toch, ook hij beweerde dat alle drie de mannen gewapend waren met een pistool, en dat een collega van de Kriminal Polizei Aken (Kessel) die beiden aangewezen hadden, de toedracht formuleerde. Voor de ondervraging voortgezet werd onderbrak Gabriels advocaat, Martin Poell, de boeien om de voeten van Gabriel los te maken, wat ook gebeurde. Na het verhoor van getuige Kuppers werden nog drie korte bewakingsfilmpjes van het tankstation bekeken. Hierop was niet duidelijk te zien of Bart bewapend was, maar wel dat Begona zich zonder verzet liet arresteren. Waarop Begona's advocaat Pusch opmerkte dat de verklaring van Dienstknecht een onjuiste aangifte was. Dienstknecht werd opnieuw binnen geroepen en met de film geconfronteerd. In het commentaar bij de filmpjes zei hij zich bedreigd te hebben gevoeld. Na het vertrek van deze Getuigen werd de zitting om 16:30 uur gesloten. De volgende zitting vind plaats op 30-03-2005 (woensdag) om 10:00 uur in zaal 339 in de rechtbank van Aken. Vrijheid en Anarchie! ABC-Amsterdam E-Mail: abcamsterdam@squat.net Website: http://www.squat.net/abcamsterdam |