Opmerking PvdA fractievoorzitter tav Ali El B Adtrid Essed - 30.01.2005 18:59
In zijn tav de tragische dood van Ali El B gemaakte opmerkingen tav de Marokkaanse gemeenschap en zijn opmerkingen tav een ''ongeluk'' getuigt de Amsterdamse fractievoorzitter van de PvdA van een impliciete bagatellisering van eigenrichting Aan de heer Asscher, fractievoorzitter van de PvdA Amsterdam Geachte heer Asscher, Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende: Ik heb met verbijstering kennisgenomen van uw reactie op de door de Marokkaanse gemeenschap geventileerde beschuldiging, dat de op 17-1 door een 43 jarige autmobiliste doodgereden 19 jarige Ali El B door haar opzettelijk om het leven zou zijn gebracht. Niet alleen maakte u in dezen gewag van ''onzinnig moordgebrul'', daarenboven voegde u er het volgende aan toe ''Er is een roof gepleegd en daarna een ongeluk gebeurd. Niemand zegt dat dat goed is. Maar het is betrekkelijk absurd daar een wij-zij-discussie van te maken. Het is treurig dat de stad kennelijk zó op spanning staat.'' A ''Onzinnig moordgebrul'': In de eerste plaats wil ik u wijzen op dit mi zeer onparlemantaire taalgebruik, hetgeen niet alleen een gemeenteraadsfractievoorzitter van een politieke partij ten enenmale onwaardig is, maar daarenboven eveneens uiting geeft aan een fundamenteel gebrek aan respect voor de ten aanzien van deze zaak door andersdenkenden geventileerde opvattingen. Bovendien getuigt een dergelijke formuleringswijze allerminst van respect voor de gevoelens van de vrienden en nabestaanden van het slachtoffer. B ''Roof en ongeluk'' Gaarne wil ik eveneens ingaan op het inhoudelijke gedeelte overige van de door u geventileerde opvattingen: Uw citaat: ''Er is een roof gepleegd en daarna een ongeluk gebeurd. Niemand zegt dat dat goed is. Maar het is betrekkelijk absurd daar een wij-zij-discussie van te maken. Het is treurig dat de stad kennelijk zó op spanning staat.'' In de eerste plaats wil ik u er in dezen graag op attent maken dat u met de door u gedane constatering van een ''ongeluk'' vooruitloopt op de nog af te wachten resultaten van het door de rechtbank ingestelde vervolgonderzoek. Ernstiger echter vind ik het feit, dat u door een dergelijke wijze van formulering de grote verantwoordelijkheid van de 43 jarige automobiliste voor de dood van de 19 jarige Ali El B bagatelliseert, hetgeen ik gezien de fatale gevolgen als byzonder stuitend ervaar. 1 Feiten: Zoals u ongetwijfeld zult weten stond genoemde automobiliste op maandagavond bij het stoplicht ter hoogte van de 3e Oosterparkstraat te wachten, toen twee jongens op een bromfiets haar tasje van de passagiersstoel gristten, waarna zij op de vlucht sloegen. Ze zette vervolgens de achtervolging per auto in met als gevolg, dat zij na 50 meter achteruitgereden te zijn, een van de jongens, genaamd Ali El B, klem en doodreed. De vrouw is hierna voor verhoor meegenomen naar het politiebureau, waarna het OM besloot haar te laten voorgeleiden bij de rechter-commissaris op verdenking van doodslag. De rechter-commissaris achtte echter een en ander in dit stadium echter onvoldoende bewezen en besloot tot tijdelijke invrijheidsstelling van de vrouw, die echter niet van verdachtmakingen ontslagen is en zich eventueel opnieuw zal moeten verantwoorden nav een door de rechtbank ingesteld vervolgonderzoek. 2 Ongeluk: Meneer Asscher, door het door u gehanteerde begrip ''ongeluk'' suggereert u ten onrechte, dat de tragische dood van Ali El B het gevolg was van een onontkoombaar feit, hetgeen genendele het geval is. Hoewel het evident is, dat straatroof een strafbaar feit is, dat gerechtelijk vervolgd dient te worden, bent u er ongetwijfeld van op de hoogte dat een en ander slechts dient te geschieden door de politionele en justitiele autoriteiten en resulterend in een daarvoor propotionnele straf. Het toepassen van buitenproportionneel geweld van een terecht of ten ontrechte benadeelde burger ten aanzien een andere burger is volgens de Nederlandse rechtsregels als eigenrichting verboden, tenzij er sprake is van noodweer. In dit geval echter was er van noodweer genendele sprake, aangezien de jongens de vrouw in kwestie geenszins bedreigden en de vrouw er zelf voor koos [er stonden haar uiteraard andere opties open als per mobiel 112 bellen etc] de achtervolging per auto in zijn achteruitstand in te zetten, met alle fatale gevolgen van dien. 3 Ongeluk of verwijtbare dood: Meneer Asscher, genendele wil ik ervan uitgaan, dat er hier sprake is van het opzettelijk doodrijden van Ali El B, niet alleen omdat een en ander niet is gebleken uit nader justitieel en politioneel onderzoek, maar eveneens omdat bij het achteruitrijden veelal een deel van het zicht wordt ontnomen. Evident is echter, dat zij hierdoor een onverantwoord risico heeft genomen met de levens van de dieven, maar ook met eventueel andere passanten. Aangezien een en ander heeft geleid tot de dood van Ali El B, is hier dus genendele sprake van een ''ongeluk'', maar van het ''nemen van een onverantwoord risico'' dat tot de dood geleid heeft en dus wel degelijk als verwijtbare dood kan worden aangerekend. Ik vind het dan ook schokkend, dat u in dezen een niet alleen onjuist, maar daarenboven lichtvaardig oordeel velt, hetgeen mede tegen het licht van uw weinig parlementaire opmerking [''onzinnig moordgebrul''] wijst op een elementair gebrek aan medeleven met zowel het slachtoffer als zijn familieleden. Aangezien ik niet kan inschatten in hoeverre bij uw oordeel de criminele handelingen van het slachtoffer cq zijn strafblad eveneens een rol spelen wil ik hierover geen oordeel vellen. Wel wil ik u er nadrukkelijk wijzen op het in de Nederlandse wetgeving geldende gelijkheidspripe, hetgeen impliceert het recht op leven voor iedere Nederlandse inwoner ongeacht was, afkomst, religie en mate van criminaliteit. C Escalerende spanning tussen de bevolkingsgroepen Teneinde hierop nader in te gaan wil ik bij dezen graag het laatste deel van uw reactie citeren Uw citaat: ''Maar het is betrekkelijk absurd daar een wij-zij-discussie van te maken. Het is treurig dat de stad kennelijk zó op spanning staat.'' 1 Houding van de Amsterdamse politiek in de zaal Ali El B Meneer Asscher, hoewel in dezen zeker uw zorg deel betreffende de oplopende spanningen betreffende allochtonen en autochtonen, betekent een en ander niet, dat de feiten in dezen genegeerd dienen te worden. Nog los van de ware toedracht der gebeurtenissen is het een vaststaand feit, dat niet door de politiek genegeerd mag worden, dat hoe verwijtbaar de straatroof ook is, geen enkele Nederlandse burger, behalve bij noodweer, het recht heeft een andere burger al dan niet met opzet van het leven te beroven waarbij er in onderhavige geval in ieder geval sprake was van een onverantwoord risico met het slachtoffer, met alle gevolgen van dien. Nog afgezien echter van de zeer verwijtbare opmerkingen van minister Verdonk, Tweede Kamerlid Wilders en premier Balkenende waarvan u en de Amsterdamse PvdA fractie uiteraard losstaan, is er ook op Amsterdams gemeentelijk politiek niveau met name ook vanuit de PvdA hoek, weliswaar veel de nadruk gelegd op de mi eveneens zeer verwerpelijke tasjesroof en terecht, maar verhoudingsgewijs veel minder op de hierna gepleegde ultieme geweldsdaad, namelijk het doodrijden van een menselijk wezen, hetgeen tasjesdief of niet, een ernstige schending van het recht op leven blijft. Hoewel ik ervan overtuigd ben, dat u en de rest van PvdA Amsterdam de tragische dood van Ali El B eveneens betreuren, is een en ander in de reacties van de betreffende PvdA voormannen veel te weinig tot uiting gekomen en dat vind ik ernstig verwijtbaar. Zeker van een partij als de PvdA die voorgeeft er voor alle Amsterdammers te zijn, mocht verwacht worden, dat zij niet alleen duidelijk afstand nam van straatroof, maar deze vorm van eigenrichting, die geleid heeft tot het verlies van een mensenleven, tasjesdief of niet, eveneens krachtig zou veroordelen. Het is mi dan ook alleszins begrijpelijk dat grote delen van de Marokkaanse gemeenschap door deze mi zeer halfslachtige reactie van de Amsterdamse politiek op de dood van Ali El B, waarin eveneens de burgemeester een verwijtbare rol heeft gespeeld zich in zekere zin verraden cq in de steek gelaten voelen en een en ander, wellicht ten onrechte in een wij-zij discussie gaan vertalen. Bovendien bent u hieraan zelf eveneens debet door uw weinig tactvolle en onparlementaire reactie in dezen en uw impiiciete ontkenning van de verantwoordelijkheid van de betreffende automobiliste. Het lijkt mij dan ook alleszins verstandig dat u alvorens de verantwoordelijkheid in dezen slechts te leggen bij de Marokkaanse gemeenschap, die uiteraard eveneens debet is aan de verstandhouding tussen de bevolkingsgroepen in Amsterdam, in dezen in de eerste plaats uw hand in eigen boezem steekt. 2 Reacties van autochtone Nederlanders: Onderschat u vervolgens evenmin het grote aantal mi zeer schokkende reacties van autochtone Nederlanders, die in een groot aantal gevallen op zeer stuitende en inhumane wijze steun betuigden an de betreffende automobiliste, in een niet onbelangrijk aantal gevallen uit racistische motieven. Dat hiertegenover gelukkig ook andere geluiden te horen waren verheelde de helaas tot de meerderheid behorende negatieve reacties niet. 3 Mogelijke bijdrage politiek tot vermindering van de spanningen Uiteraard bent u als politici voor dergelijke reacties genendele verantwoordelijk en zult u ze evenzeer zeer betreuren, maar het was wellicht voor de Marokkaanse gemeenschap een duidelijk signaal geweest, wanneer u duidelijk en onverbloemd van dergelijke reacties afstand genomen had. Belangrijker echter nog vind ik het feit, dat u als politici mi zeker middels verklaringen te kennen had moeten geven de tragische dood van Ali El B, tasjesdief of niet, ten volle te betreuren en eigenrichting onder alle omstandigheden te verwerpen. Eveneens had het u als politici gesierd, als een uwer bij de herdenkingsdienstvoor Ali El B in de Moskee aanwezig geweest was, als blijk medeleven met de familieleden, hetgeen niet alleen een fastoenlijk, maar eveneens een humaan gebaar geweest zou zijn, Door dergelijke gebaren had u eveneens een bijdrage kunnen leveren tot een vermindering van de spanningen. Weliswaar heb ik het bezoek van burgemeester Cohen aan de familieleden en zijn gesprekken met vertegenwoordigende organisaties zeer gewaardeerd, maar dit zeer goede gebaar, dat ongetwijfeld zeer zal zijn gewaardeerd, werd helaas deels tenietgedaan door de uitspraken van de Amsterdamse politiek in het algemeen, die helaas relatief gezien en grotere nadruk legden op de tasjesroof ten koste van het meest elementaire, het ontnemen van het leven van het slachtoffer in kwestie. Ik spreek de hoop uit, dat u zowel u als de Amsterdamse politiek hieruit lering zult willen trekken. Zeker ben ik het met u eens, dat de Marokkaanse gemeenschap in dezen een eigen verantwoordelijkheid heeft, waarop zij zeer zeker dient te worden aangesproken, maar een en ander geldt eveneens voor racistische autochtone Nederlanders. U echter als politici hebt de taak van voorbeeldfunctie en in dezen de door u als gemeente de laatste tijden zo gepropageerde ''beginselen van de Nederlandse rechtsregels'' vorm te geven door zowel straatroof als eigenrichting onverbloemd te veroordelen en het recht op leven van iedere Amsterdamse inwoner te verdedigen, zonder aanziens des persoons. Veel succes toegewenst in deze moeilijke taak Vriendelijke groeten Astrid Essed Amsterdam |