| |
Marikes vrijgesproken fw / jasper - 05.02.2004 17:26
NIJMEEGSE REPRESSIE-ZEEPBEL DEFINITIEF UIT ELKAAR GESPAT Ook strafrechter spreekt Niet-Winkelactivisten vrij Vandaag heeft de politierechter in Arnhem 11 Nijmegenaren vrijgesproken van openlijke geweldpleging en lokaalvredebreuk op 29 november 2003, de Internationale Niet-Winkeldag. Eerder veroordeelden de bestuursrechter en de vreemdelingenrechter het politieoptreden naar aanleiding van een ludieke actie op die dag al. Op zaterdag 29 november vond de elfde Internationale Niet-Winkeldag plaats. In tientallen steden in vele landen vonden acties plaats. Zij vormden een oproep aan consumenten in de rijkere delen van de wereld om een dag per jaar niet te gaan winkelen, uit protest tegen de cultuur van 'meer-meer-meer'. Ook in Nijmegen werd door verschillende groepen en individuen actie gevoerd. Ondermeer stonden straattheater en het inrichten van een tijdelijke weggeefwinkel op het programma. De weggeefwinkel werd die ochtend gestart in een voor dat doel gekraakt leegstaand winkelpand. Aan het eind van de dag zouden de actievoerders, zo zeiden ze ook tegen de politie, het pand weer vrijwillig verlaten. De weggeefwinkel was een kort leven beschoren. Binnen een half uur werden de elf actievoerders aangehouden. Zij zouden openlijk geweld gepleegd hebben, omdat het slot van de winkeldeur geforceerd was. Negen van de elf arrestanten werden meer dan drie dagen door de politie vastgehouden. Twee van de actievoerders kwamen een dag eerder vrij. Twee, van oorsprong Schotse, mensen werden nog drie dagen langer - in vreemdelingenbewaring - vastgehouden en op vrijdag het land uitgezet. Zij zouden een ernstig gevaar opleveren voor de openbare orde in Nijmegen. Om dezelfde reden kregen alle actievoerders, niet alleen een dagvaarding mee, maar ook een verblijfsontzegging: de elf mogen voor een periode van 12 weken het centrum van Nijmegen niet in. De vreemdelingenrechter oordeelde op 17 december dat de twee Schotten onrechtmatig waren uitgezet omdat - in hun zaak - geen sprake was van een "werkelijke en genoegzaam ernstige bedreiging voor de openbare orde". De bestuursrechter oordeelde op dezelfde dag dat bij het opleggen van de gebiedsverboden naar aanleiding van een in wezen ludieke actie, "geenszins aannemelijk is geworden van een reëel dreigende verstoring van de openbare orde". Nu heeft dan ook de strafrechter bepaald dat, wat aan de 11 strafrechtelijk ten laste gelegd was, niet bewezen kon worden. Op alle drie de aanklachten - openlijke geweldpleging, vernieling, lokaal vredebreuk - volgde vrijspraak. De veronderstelde openlijke geweldpleging vormde destijds overigens de grondslag voor het opleggen van de gebiedsverboden. De 11 hebben bovendien ten onrechte 3 dagen in voorarrest gezeten. |
supplements | | |