Bruingetinte, nieuwe Belgische regering. Raf Grinfeld - 19.07.2003 13:04
Met bruine tinten. Of hoe paars regeringswerk kleurt zonder al te veel groen. De kogel is door de kerk : de federale regering is gevormd. Het bestuursorgaan met de meeste macht in België wordt voor wellicht vier jaar geleid door een samenraapsel van centrum-rechtse en centrum-linkse liberalen. Neoliberalisme is het toverwoord van deze tijd, ook in dit land. Het neoliberalisme, een onderdrukkende ideologie, wordt beleden door steeds meer politici. Ze noemen zichzelf weleens links-liberalen, sociaal-democraten of progressieven. Maar in de praktijk positioneren ze zichzelf, op ethisch en sociaal-economisch vlak, in het staatkundig centrum, dichter aanleunend bij de verzuchtingen van extreem-rechts dan van linkse radicalen die zich tegen staatkunde verzetten. Burgers moeten naar het schijnt gehoord worden, maar op hetzelfde moment wordt er steun verleend aan een Europees centralisme dat weinig ruimte laat om tegen de wetten van de Europese Unie in te gaan. En daarmee wordt ook de wind uit de zeilen genomen van linksen die basisdemocratie belangrijk vinden. Populisme betekent momenteel niets anders dan een gebrek aan respect voor de principes van authentieke democratie. Politiek wordt gedegradeerd tot een optelsom van meningen die men verkrijgt via opiniepeilingen. En dus wordt "politiek" niets anders dan liberale staatkunde : geen innovaties van meningen, maar slechts een napraten van wat op basis van snel gevormde opinies, verzuchtingen van ongeïnformeerde kiezers, partijbelangen en markteconomische principes tot stand komt. Het paarse bestuursakkoord dat deze week gesloten werd kenmerkt zich door een gebrek aan realiteitszin. Het houdt vast aan het 'heilige' principe van markteconomisch denken waarin winstbejag centraal staat, en wordt gepropageerd via de traditionele kanalen : kranten, weekbladen, internet, radio en televisie, zuilen, etc. Ongetwijfeld gelooft een deel van de politici die mee in dit project stappen dat het voor meer welzijn zal zorgen voor de inwoners van dit land. Maar dit geloof is blind voor de maatschappelijke uitholling die het neoliberalisme veroorzaakt. De taal waarin de propaganda plaatsvindt is die van de eenvoud, een taalgebruik dat de complexiteit van de samenleving moet verdoezelen waaraan het akkoord tegemoet komt. Het gebrek aan kleinschaligheid bij probleemvorming, het hoogindustriële apparaat dat de groei-economie van dit land doet draaien, en uitgaven in grote mate voorbestemd houdt voor rijke en andere Belgen maar kruimels overlaat aan de derde wereld... dat is wat verdoezeld moet worden. Ja, het nationalistische principe van "het eigen volk eerst", waar enkel het Vlaams Blok mee durft uitpakken, maar dat door andere partijen in de praktijk wordt gebracht. Wie deze stelling overdreven vindt begrijpt misschien niet voldoende de werking van de liberale propaganda, dat woorden uit hun oorspronkelijke context licht en mensen doet wennen aan systeemvriendelijke discours. Het taalgebruik van populaire politici als Steve Stevaert mag dan eenvoudig zijn, de dubbelzinnige bedoelingen zijn nog ondoorgrondbaarder dan die van andere politici, en worden dan ook te vaak als onverdacht beschouwd. De woorden van Guy Verhofstadt klinken zachter dan vroeger, maar achter de minzame facade schuilt nog steeds de berekende, staalharde carrieremaker, die de ganse tijd bijgestaan wordt door een professionele communicatiedeskundige. Het "paarse project", zoals de nu beginnende bestuurstermijn van de federale regering genoemd wordt, is er één van belangenvermenging en pogingen tot recuperatie. Het blinkt uit in postjesbejag bij de federale overheid, toegevingen aan economische drukkingsgroepen en rechtse belaging, en 'verbrandingspogingen' van de groenen, in de hoop ze verder te kunnen marginaliseren. Vanuit een groot deel van de derde-wereld-beweging kwam de vraag om een Minister van Ontwikkelingssamenwerking als alternatief voor het minder volwaardige statuut van staatssecretaris. De voorbije vier jaar was "Ontwikkelingshulp" immers in handen van een linkse staatssecretaris die in zijn budgetbeheer op de vingers werd gekeken door een centrum-rechtse Minister van Buitenlandse Zaken. 11.11.11 kreeg wat het vroeg : een volwaardige ministerportefeuille. Maar ongetwijfeld was het beter af met de linkse staatssecretaris Boutmans dan met de centrum-rechtse minister Marc Verwilghen. Van Verwilghen kunnen we immers niet veel anders verwachten dan hetgeen Verhofstadt propageert : 'meer globalisering (lees : veel markteconomie) is ook goed voor de derde wereld'. Deze regering kent ook, als Belgische primeur, een allochtone staatssecretaris. Maar hoe geloofwaardig is iemand 'van buitenlandse herkomst' die in een paarse regering de belangen van gediscrimineerde kleurlingen en vluchtelingen moet verdedigen? Wanneer je weet dat kleurlingen in dit land, en elders, vaak het slachtoffer zijn van het door paars gepromote grote winstbejag, dan weet je genoeg. Hoe geloofwaardig is een 'sociale' Minister van justitie, wanneer men sterk op gevangenissen lijkende strafinstellingen voor jongeren wil bijbouwen, in een door klassenjustitie gekenmerkt land, waar niet eens een lichte straf meer mogelijk is voor radicaal-rechtse Amerikanen die mensenrechten aan hun laars lappen? En wat moeten we denken van een, op persoonlijk vlak, onervaren Minister van leefmilieu die zich in woorden tegen het kapitalisme verzet, maar uitgegroeid is tot één van de topfiguren van een centrum-links kartel dat zo'n vorm van groeieconomie eerder genegen is, en alternatieven voor sterk winstgericht economisch denken als onrealistisch afdoet? Het nieuwe autoritarisme heeft schaamlapjes nodig, en dat het daarbij om vrouwen op topposities gaat is geen toeval. In gemediatiseerde tijden is imagovorming belangrijk. Deze regering mag niet harder lijken dan de vorige, maar in de praktijk is ze dat wel. Het nieuwe project mag ook niet minder sociaal lijken, maar zonder Agalev groeit paars nog verder weg van het sociale ecologisme. Niet alleen omdat het minder aandacht zal besteden aan de zachte (lees mens- en milieuvriendelijke) technologie en ecologische productie. Maar tevens omdat het minder ademruimte zal geven aan zinvolle tijdsbesteding buiten het loonarbeidscircuit om, de werkdruk hoog zal houden en joblozen zal opzadelen met lage "werkloosheidsuitkeringen" of soms ook minderwaardigheidsgevoelens omtrent hun maatschappelijke positie. We kunnen enkel hopen dat alles wat zich links van het centrum ophoudt en democratie meer kansen wil geven, stevig weerwerk gaat bieden tegen de doelstellingen van de nieuwe federale machthebbers. Daarbij is slechts een beperkte rol voor Agalev en Ecolo weggelegd. Zolang Agalev bijvoorbeeld deel uitmaakt van de belangrijkste bestuursorganen in dit land, zal het lippendienst bewijzen aan het propaganda-apparaat van paars. Met slechts één zetelend, en allesbehalve radicaal, lid in het federaal parlement en zoveel meer zetels in andere parlementen, en een groot aantal gemeenteraden, waar men wel deel uitmaakt van het bestuur, is er eigenlijk geen duidelijke oppositie mogelijk in dit overgemediatiseerde land. Daarnaast hebben "de groene partijen" veel van hun principes overboord gezet. We onthouden het reformisme van de groenen, waarbij Agalev er niet vies van was de oorlog in Afghanistan te ondersteunen, noch voldoende afkerig was van de wapenlevering aan Nepal, waar een burgeroorlog woedt. Regeringsmacht werd steeds maar weer gelegitimeerd door de mensen voor te spiegelen dat het belangrijkste werk binnen de regeerperiode nog afgewerkt moest worden, en dat dit werk er niet zou komen als Agalev uit de regering zou stappen. De bekende reformistische strategie dus. Een gevaarlijke logica, vermits ze bijdraagt aan de compromisbereidheid van alle partijen tegenover diegenen die iets rechtser zijn. "Als wij het niet doen, gaan misschien anderen met de stemmen lopen." Een logica echter, die de groene partijen, ook na de zware electorale klappen, blijven handhaven. Website: http://groups.yahoo.co.uk/group/tomsk_be |