Het debat journalistiek en internet van 18 juni in De Balie roept meer vragen op, dan dat het antwoorden opleverde. De belangrijkste vraag is nog altijd: wat is internetjournalistiek? En zeker niet onbelangrijk: wat is journalistiek? Een verslag van het debat gemengd met opmerkingen.
de mediarevolutie
"Internetjournalistiek bestaat wel, maar maakt geen kans in Nederland", is de overtuigde mening van Francisco van Jole. Tijdens het debat over internetjournalistiek in De Balie woensdag 18 juni werd maar al te duidelijk wat met dit soort uitspraken bedoeld wordt: journalistiek, winst (in economische zin) en internet kunnen (voorlopig) niet samen door het leven - in Nederland. mediaconcentratie
Dit komt vooral door de overheid, vindt Willem Sijthoff, een van sprekers en commissaris van Business News Radio en Het Financieele Dagblad en oprichter van de business nieuwssite thefloor. Hij vindt dat in de mediawet te veel beperkingen staan. Multimedia op internet is pas interessant volgens hem als zijn bedrijf een tv-station, radiostation, een krant en een website heeft. En dat mag niet van de mediawet die machtsconcentratie in de wereld van de media tegengaat.
Voor het gemak verwees Sijthoff naar de Verenigde Staten en de recente wetswijziging in de mediawet daar. Wellicht vanwege het gemak vergat hij te melden dat die wet zeer omstreden is in de VS, en dat het Congres nog over de wetswijziging moet beslissen, en zeer kritisch is over het besluit van de Federal Communications Commission.
mediarevolutie
Nee, voorlopig gaan internet en journalistiek niet samen in Nederland. Het is weinig vernieuwend en bestaat meer uit meningen dan uit feiten; de teneur was deprimerend. Er werd gesproken dat "de" mediarevolutie al tijdens de Golfoorlog en de opkomst van commerciele televisie tot stand was gekomen, of eigenlijk met teletekst: de 24 uur nieuwsvoorziening en de live oorlogsbeelden en inslaande bommen in Baghdad.
Verrassend daarbij was ook de opmerking van een van de presentatoren van de avond, Henk Blanken, en medeauteur van het boek De Mediarevolutie. De mediarevolutie sloeg aan, toen nieuws een "commodity" werd - een product dat je produceert of consumeert. Volgens hem was dat sinds de invoer van commerciele tv. Maar is nieuws niet altijd al een commodity geweest, of waren kranten vroeger wel gratis? Bovendien: de mediarevolutie startte al veel eerder, was een opmerking, met de invoer van de tv in het algemeen.
linken
Wel is het zo dat internet meer mogelijkheden biedt om de macht van gevestigde media, regeringen en bedrijven met gevestigde belangen te doorbreken - en dat is gegeven de tijd waarin we leven, zeker revolutionair. Het duurde echter een tijdje voordat de 'revolutionaire' techniek van internet aan bod kwam: linken - datgeen wat internet anders maakt dan alle andere media. Hiermee kan je surfen van de ene naar de andere pagina, en zodoende meer informatie over een bepaald onderwerp krijgen. In dit recente interview met de auteurs komen dit soort elementen van het internet wel beter naar voren.
Zo las ik in het openingsartikel van zaterdag 21 juni in de NRC dat verschillende organisaties commentaar hadden op het voorstel van de Nederlandse regering tijdens de EU-top om vluchtelingen voortaan maar buiten EU-grenzen te houden. Daarbij stond van twee organisaties één citaat van elke organisatie te lezen. Een link naar de persverklaringen van de organisaties geeft meteen meer informatie aan geinteresseerden, zoals dat bij deze posting op indymedia.nl over hetzelfde onderwerp is gedaan.
eigen site eerst
Maar nee, zelfs op de internetsite van de NRC zijn deze links niet te vinden en ook dit verslag van het ND over het debat in De Balie weet niet hoe een link werkt. Sowieso zijn er maar weinig sites met nieuws die linken naar de bron van citaten of links naar meer informatie over hetzelfde onderwerp. De meeste internetsites linken alleen binnen de eigen site. En helaas geldt dit niet slechts voor commerciele sites (die "hits" moeten scoren vanwege adverteerders) maar ook voor de meeste gangbare politieke sites. De sites waar juist wel veel gelinkt wordt zijn de weblogs en nieuwssites en netwerken zoals Indymedia.
participatie
Hoe houd je "zappende" (dat heet: surfende) internetters vast aan je eigen site, en zorg je ervoor dat ze bij je terugkomen. Dat is een van de belangrijkste vragen voor de gangbare (nieuws)sites. Zij zetten een product neer en de internetters consumeren dit, zo kwam onder meer tijdens het debat naar voren. Maar biedt internet niet juist mogelijkheden voor interactie met de gebruikers?
Indymedia gaat nog een stap verder, werd bij het debat aangegeven. De site stelt gebruikers in staat nieuws te publiceren zonder tussenkomst van een redactie. Is dat niet in principe iets waar je naartoe zou moeten gaan en daarbij meer recht doet aan een medium als internet? Door hoofdredacteur van de Volkskrant Pieter Boertjes, werd deze vraag negatief beantwoord. 'Wij zijn een commercieel bedrijf dat nieuws verkoopt'. Bovendien is de redactie volgens Boertjes daar geestelijk niet klaar voor.
voortvarend
NRC Handelsblad is wat dit betreft 'nog voortvarender'. Zij gaan een samenwerkingsverband aan met spunk.nl, een jongerensite waar jongeren zelf de (gesloten) redactie vormen en reportages, interviews en artikelen schrijven over vredesdemonstraties, vampieren en minirokjes. De NRC en spunk.nl willen naar elkaar verwijzen, de NRC wil wellicht verhalen overnemen voor in de krant, en daarmee een vernieuwend imago aannemen.
Wubby Luyendijk, van de maandelijkse zaterdagbijlage van de NRC, gaf toe - in andere bewoordingen uiteraard - het internet vooral te zien als een mogelijkheid voor de journalist om lui te blijven en op zijn/haar stoel te blijven zitten. Ook dat was voor haar een reden om samen te werken met spunk.nl en waarom zij op discussiefora vaak kijkt en Indymedia een warm hart toedraagt. Het biedt gangbare journalisten een makkelijke bron. "De onmogelijkheid van journalisten om in de leefwereld van anderen te zitten", had ze het over. "Internet is een manier om met anderen leefwerelden in contact te komen."
commercie
Met samenwerkingen zoals die tussen spunk.nl en de NRC, doet de commercie steeds meer intrede op internet en slokt zij, als een absorberende spons, steeds meer op. Zo is er het nieuwe weblog-nieuwssite van quotenet.nl. Op de site word je continu lastiggevallen door reclame en ruis. Zo ook, maar dan minder, de nieuwssite en jongerensite fok.nl waar jongeren zelf nieuwsstukjes herschrijven en deze op de website "submitten", waarna een redactie deze op de website en in de nieuwstikker plaatst (wat inmiddels al 30.000 keer is gedaan). De weblog kwam tijdens het debat overigens niet ter sprake, wat een echt gemis was.
niet-publiek
Wat vooral ter spraken kwam: hoe internetjournalistiek winstgevend gemaakt kan worden. Naast reclame-inkomsten wordt het heil vooral gezocht in afgesloten website die alleen toegankelijk zijn voor betalende leden. De Wall Street Journal bijvoorbeeld zou zo'n 600.000 betalende websitebezoekers hebben. Vooral de snelle miljonair en mediaman Sijthoff heeft hier wel geloof in. Maar dan zou de Publieke Omroep juist afgeremd moeten worden in haar internetactiviteiten, vindt hij.
Het gevolg hiervan is dat nieuws weer minder publiek toegankelijk wordt gemaakt - bewust. Want zo wordt er op het internet op het gebied van nieuwsvoorziening weer schaarste gecreeërd en een economisch winstgevend markt opengelegd. Tijdens het debat werd dit soort kritiek in het kort opgemerkt. Maar het feit dat sites van kranten zoals NRC, FD en Volkskrant tegenwoordig 'subscription' vereisen, en dat je zelfs geld moet betalen voor oude artikelen, wat de toegankelijkheid van informatie sterk doet dalen (de paradox van internet), kwam niet ter spraken.
betrouwbaarheid
Een van de grotere debatsonderwerpen die wel ten sprake kwam was betrouwbaarheid van informatie die op internet te vinden is. Informatie en nieuws dat op internet te vinden is, is in principe niet betrouwbaar. Waar dit toe kan leiden, zie bijvoorbeeld ongefundeerde complottheorieën, zoals deze. Maar - en dat is opmerkelijk - datgeen wat in de krant staat of op het journaal verschijnt, is opeens wel betrouwbaar. Want kranten en media "verifiëren" hun verhalen. Dat is natuurlijk onzin, kijk maar heel even bijvoorbeeld naar de affaire rond de oranjesoap van Margarita [ Beatrix en haar hielenlikkers ].
Velen die wel eens iets persoonlijk hebben meegemaakt, en dit verhaal later in de krant of op tv heeft gezien weet dat er in media (door journalisten, politici, politie, bedrijfsleven, individuen, enz.) veelvuldig gelogen wordt, ongeacht over welk medium het gaat. Dat is ook een van de redenen waarom Indymedia is opgericht. Zo werden bijvoorbeeld over Evian (G8-top) leugens verspreid door gerenomeerde persbureau's (doordat ze bijvoorbeeld politiebronnen als waarheid aannemen, slechts kleine delen van de gebeurtenissen weten en soms niet eens aanwezig zijn geweest bij het gebeuren) en ditzelfde is gebeurd met protesten tijdens de EU-top in Thessaloniki.
Een voorbeeld van desinformatie door de "oude media" dichter bij huis is deze reportage van het NOS-journaal over vrije radio en etherpiraten dat vol zat met leugens en dit voorbeeld van De Volkskrant over Indymedia. Wat betreft betrouwbaarheid speelt de dominante rol van het ANP en andere persbureau's een grote rol. Van deze persbureau's wordt informatie als zoete koek door de andere media gehapt, terwijl het soms overduidelijk is dat ze onbetrouwbaar zijn, zie de tellingen bij de vredesdemonstratie.
Tijdens het debat werd dan ook gezegd dat het probleem van betrouwbaarheid inherent is aan veel media op het moment. "We moeten opnieuw uitvinden hoe om te gaan met de lagere betrouwbaarheid van media naar aanleiding van de ontwikkelingen om nieuws sneller en geiler te maken", was de terechte opmerking van Henk Blanken, mede-auteur van het boek. Een van de manieren is internet, vinden de auteurs. Rectificatiemogelijkheden en reacties op de inhoud van het nieuws moeten mogelijk zijn, vinden zij.
Onlangs heeft NOS Journaal, naar aanleiding van dit soort adviesen, (eindelijk) de mogelijkheid geopend, voor commentaar op de nieuwsuitzendingen op tv. Ook bij diverse media was of is hiervoor gekozen. Zoals bijvoorbeeld ook het Dagblad van het Noorden dat dit recentelijk heeft ingevoerd. Er wordt bij nosjournaal.nl ook nagedacht over mogelijkheden tot rectificatie (eindelijk). (Deze praktijken zijn overigens al sinds de oprichting inherent aan indymedia.nl waar reacties op postings inhoudelijk moeten zijn, en als aanvulling beschouwd moeten kunnen worden - zodat je van welles-nietes discussies, gescheld en reacties zonder nieuwe informatie, behouden blijft. Zo staat rectificatie open voor iedereen bij Indymedia.)
Het netwerk van (indy)media-activisten (zij die de werking van media willen veranderen, door de toegang tot media open en horizontaler te maken) doen veel serieuze pogingen betrouwbare informatie naar buiten te brengen, tijdens bijvoorbeeld grotere mobilisaties en acties. Getracht wordt via irc-chat en lokale radio (die tevens live gestreamd wordt), en soms zelfs lokale tv (tevens satteliet en stream), om zo snel en zo veel mogelijk breaking news en andere informatie bevestigd te krijgen door minstens twee afzonderlijke bronnen te hebben, waarna de informatie via een dispatchsysteem in het nieuwsnetwerk Indymedia en andere websites wordt gebracht. Zie bijvoorbeeld ook de nieuwe biotech-indymedia over de protesten momenteel in de VS tegen de WTO en genetische manipulatie.
Het boek
Ik ben dan ook zeer geinteresseerd in wat het boek De Mediarevolutie [ introductie ] zegt over de onderwerpen die tijdens het debat niet ten sprake zijn gekomen, of slechts ten dele aangestipt zijn. Mark Deuze, een van de auteurs en onderzoeker communicatiewetenschappen op de UvA, gaf na het debat direct toe dat diverse onderwerpen onbespreken waren gebleven. Maar ja, hoe kan het ook anders: drie uur praten over iets dat volgens het boek al tien jaar bestaat: websites. En iets wat al veel langer bestaat: journalistiek. De website Internetjournalistiek.nl is alvast door de uitgeverij geclaimd, maar heeft daar tot op heden niets mee gedaan.
n.b.
Ter afsluiting geef ik mijn interpretatie aan de in de inleiding gestelde vragen. Wat is internetjournalistiek? 1) verslaggeving over internet en 2) journalistiek dat gebruik maakt van internetspecifieke eigenschappen in berichtgeving. En: wat is "journalistiek"? Het verzamelen van relevante informatie en deze (samengevat) weergeven. Wat "nieuws" is, is relatief en verbonden met belevingswereld van de individuele zenders en ontvangers, als ook onderdeel van machtsrelaties.
opmerking her en der op het web
"Op de stoelen allemaal oude mannen met hun wortels in de gevestigde orde. Niet erg, maar wel jammer. Op de uitgever van Spunk na schitterden de pure internet publicaties door afwezigheid. De vraag of internetjournalistiek bestaat en wat het heeft gebracht is niet beantwoord. Overigens bestaat Internetjournalistiek wel degelijk, er is zelfs een boek over verschenen bij Boom, dezelfde uitgever van De Mediarevolutie." Aldus Ruud's Weblog ]
"Wat mij opviel bij het debat van 18 juni ll. in De Balie was de enorme kloof die er klaarblijkelijk gaapt tussen enthousiaste jongeren (over multimedia, online documentaires, weblogs, enzovoorts) en angstige ouderen." Aldus Mark Deuze in een openbare e-maillijst.
"Als je jongeren wilt bereiken via het internet, waarom ben je dan nog steeds bezig met het eeuwenoude presentatiemodel van een krant. Of die krant nu op papier wordt gedrukt of op het internet wordt gezet, het blijven een boel lettertjes." Aldus Marko Faas op dezelfde e-maillijstlijst.
"Maar de kloof komt ook voort uit het feit dat journalisten vooral uit zijn op betrouwbaarheid. En die websites waar iedereen maar kan posten hebben natuurlijk niets met journalistiek te maken. Dat zijn prikborden. Iedereen is journalist is onzin. Iedereen kan publiceren maar dat is iets heel anders." Aldus de webmaster van VillaMedia op dezelfde e-maillijstlijst.
"Het boek DMR bevat slechts twee (2) hoofdstukjes gedeuzel over internetjournalistiek... de rest van het werk bestrijkt echte onderwerpen zoals multimedia, Big Brother, e-commercie, digitale cultuur, en wat dies meer zij". Aldus opnieuw Mark Deuze.