| |
Kant en het Kapitalisme: Macro-Ethiek Marius van Hoogstraten - 08.02.2003 22:51
Wat gebeurt er als we de ethische theorieën van Kant loslaten op het kapitalisme? Een verslag dat ik voor het schoolvak Filosofie geschreven heb. Zittend in de filosofieles, rustig te denken over de zaken die mij door de leraar (filosoof, of filosofoloog? Een discussie op zich) werden voorgelegd, begon zich in mijn hoofd een idee te ontwikkelen. Kant meende, dat iedereen het over de ethiek met elkaar eens zou zijn, als ze bereid waren rationeel te denken over een ethische theorie. Dit kon het beste, door middel van de Categorische Imperatief. Deze éne (hoewel tweedelige) regel zou voor íedereen een stuk gereedschap zijn om allemaal tot dezélfde ethische ideeën te komen. Een prachtidee. De Categorische Imperatief, althans het eerste deel, wordt in zijn boek Kritiek van de Practische Rede als volgt geformuleerd: “handel zo dat het maxime van je wil altijd tegelijkertijd als principe voor algemene wetgeving kan gelden” Wetgeving is hier niet in de zin van staatsopgelegde wetten bedoeld, maar als een soort natuurwet, iets waar je niet omheen kunt. Een maxime is een zelf opgestelde handelingsregel, die hoort bij de actie. Bij de actie liegen hoort de maxime lieg altijd. Het is duidelijk dat dit een goed voorbeeld is voor de uitleg van de Categorische Imperatief (CI, niet te verwarren met de Communistische Internationale): liegen is een onethische actie, omdat de maxime onmogelijk tot een algemene wet kan leiden (een rationeel mens zou dit onmogelijk kunnen willen). Sterker nog, de actie is met zichzelf in tegenspraak: als iedereen zou liegen, verliest de waarheid zijn waarde, en liegen dus ook. Omdat het onmogelijk een wet kan vormen, en niemand zichzelf meer rechten mag toekennen dan anderen (zichzelf een uitzonderingspositie toekennen), moet men zich dus van deze actie onthouden. Zo kunnen ook andere dingen met zichzelf in tegenspraak zijn, zoals ons huidige economische systeem. Dit laatste zal ik proberen aan te tonen. Het tweede deel van de CI is vrij simpel: “gebruik een mens nooit als middel”, ofwel, een mens mag alleen een doel op zich zijn en nooit instrumenteel. Het is misschien moeilijk voor te stellen, hoe dit geldig kan zijn. Immers, worden mensen niet dagelijks als middel gebruikt door anderen? Welnu, het is simpel deze reactie te weerleggen: de hele maatschappij zoals wij die kennen is gebaseerd op onethische principes. Ook dit zal ik proberen aan te tonen. Maar voordat ik daar aan begin, eerst een punt van kritiek, onder anderen afkomstig van de filosoof/filosofoloog/docent filosofie van mijn school. Dit punt is als volgt samen te vatten: het ging Kant helemaal niet om economie. Het ging om ethiek, de verhouding van persoon tot persoon, het doen wat juist is. Toch ben ik ervan overtuigd, dat het van grove inconsequentie zou getuigen, als we deze kritiek geldig zouden achten. Immers, waarom zou de verhouding van persoon tot persoon plotsklaps veranderen bij grotere hoeveelheden? De wereldmaatschappij is toch ook een samenleving? Er is geen universeel verschil te vinden tussen de omgang tussen twee personen, en de omgang tussen twee miljard personen. Het zou zeer inconsequent zijn, als de CI niet op álles toepasbaar is. Ze is immers opgesteld als universele regel. Hierboven sprak ik over de mens als middel. Omdat dit het meest voor de hand liggend is, zal ik hiermee beginnen. In ons huidige economische systeem, wat ik, ondanks mijn afkeer voor die term, het kapitalisme zal noemen, bestaat er de verhouding werkgever:werknemer en producent:consument. De werkgever heeft de werknemer nodig, om te kunnen produceren. Evenzo heeft hij, in zijn rol als producent, de consument nodig, om zijn goederen aan te verkopen. De consument heeft de producent nodig, om goederen te leveren. Evenzo heeft de werknemer de werkgever nodig, om geld te verdienen. Je zou kunnen zeggen, dat de consument en de producent elkaar als middel gebruiken, de één om goederen af te nemen en de ander om ze te leveren. Op dezelfde wijze gebruiken de werkgever en de werknemer elkaar als middel, beiden om geld te verdienen. Hieruit blijkt, dat de verhoudingen werkgever:werknemer en producent:consument in strijd zijn met de CI en dus onethisch. Dit klinkt misschien niet als een punt van kritiek: het is immers logisch, dat mensen elkaar nodig hebben. Ook in een niet-kapitalistische samenleving (die vooralsnog niet op ideale wijze gerealiseerd is) zijn mensen van elkaar afhankelijk. Toch is de brute blindheid voor belangen die niet instrumenteel zijn aan het eigenbelang in geen enkel systeem zo duidelijk als in het kapitalisme, en is het concept van samenwerking of onderlinge afhankelijkheid vervangen door iets wat meer weg heeft van wederzijdse uitbuiting (maar vaker éénzijdige, de producent en werkgever trekken over het algemeen aan het langste eind). Een interessant aspect van de verhoudingen werkgever:werknemer en producent:consument, is dat werkgever en producent, en werknemer en consument vaak één en dezelfde zijn. Dit leidt tot interessante situaties. Om zoveel mogelijk winst te maken, moet een bedrijf zo min mogelijk kosten maken, en zoveel mogelijk inkomen genereren. Dit spreekt voor zich. Inkomen komt uit verkoop, kosten uit inkoop en arbeid. Als de inkoopprijs stabiel is, kan een producent dus alleen winst maken door verkoopcijfers en prijzen te verhogen, en arbeidskosten te verlagen. De werknemer moet dus zo min mogelijk betaald krijgen, en de consument moet zo veel mogelijk uitgeven. Hier komt de tegenspraak om de hoek kijken: als consument en werknemer uit dezelfde bevolkingsgroep komen (wat in de overgrote meerderheid van de gevallen zo is), voldoet deze manier van handelen niet aan de CI. Immers, als élke producent arbeidskosten zou verlagen, zouden de collectieve inkomsten vanzelf ook dalen (de consument heeft minder uit te geven), terwijl die nou juist omhóóg moesten. De producent kent zichzelf dus een uitzonderingspositie toe (iets wat expliciet en impliciet door de CI verboden is): Hij mag wél zijn lonen laag houden, maar de andere producenten mogen dat níet. Naast de onethische verhoudingen in het kapitalisme, is er nog een aspect waarop de antikapitalistische Kantiaan zijn kritiek kan richten. Deze zal ik hieronder uitgebreid bespreken. Iedereen zal het erover eens zijn, dat er één niveau van wereldweide productie van goederen is. Dit is nogal een open deur. Dan zal iedereen het er ook over eens zijn, dat, als dit gelijk verdeeld wordt, er voor iedereen één bepaalde hoeveelheid goederen is. Wat voor goederen, en hoeveel van elk, is irrelevant in deze context. We zullen deze “algemeen beschikbare hoeveelheid” drie noemen. Het kapitalisme promoot het streven naar meer bezit, bijvoorbeeld vier, of vijf, of zelfs zes. Prima, is men geneigd te zeggen, zolang het niet ten koste gaat van anderen. Maar daar ligt het probleem in: dat kán eenvoudigweg niet, want zoveel goederen zíjn er niet. We zouden natuurlijk de productie kunnen verhogen. Maar dat lost niets op, want dan wordt de norm bijvoorbeeld vijf, en promoot het kapitalisme het streven naar zes, zeven, of zelfs acht. Bovendien kan de aarde zo’n hoge productie niet duurzaam aan. Dit lijkt misschien geen sterk argument: wat heeft ecologie nu met ethiek te maken? Wel, alles. Als we nu meer gebruiken dan wat duurzaam beschikbaar is (drie), vernietigen we de aarde voor latere generaties. Ofwel: we kennen onszelf een uitzonderingspositie toe tegenover de latere generaties. We kunnen dus concluderen dat drie de hoeveelheid is, waar we het mee zullen moeten doen (alternatieve energiebronnen en recycling niet meegerekend, die beslaan slechts een miniem percentage van de totale productie/consumptie). In dit licht wordt het duidelijk dat er geen winst kan zijn, zonder verlies elders, omdat de productie niet op een ethische wijze verhoogd kan worden. Dit zet het kapitalistische streven naar meer in een bijzonder onethisch daglicht: het wordt nu onmogelijk voor iedereen om vier te hebben, en dus, de CI volgend, mag geen enkel persoon streven naar het hebben van vier. (Het hebben van vier op zich kan onmogelijk een onethische actie zijn; het is namelijk geen actie, maar een toestand. Daarom gebruik ik de weloverwogen term “streven naar”) Als het streven naar vier op zich al onethisch is, volgt hieruit de logische conclusie dat een systeem dat het streven naar excessen als zelfs tien of elf goedkeurt, zelfs actief ondersteunt, onmogelijk ethisch kan zijn. Zelfs als we het concept van de onethische verhoging van productie loslaten, moeten we tot dezelfde conclusie komen. De voorheen constante drie wordt nu echter variabel, en kan vier of vijf worden. Dan blijft het argument echter, een weinig veranderd, staan: het streven naar vier zonder de algemene productie evenredig te verhogen (ie. het voor iederéén mogelijk te maken vier te hebben) blijft onverenigbaar met de CI. Voor een effectief handelssysteem zijn zowel rijk als arm noodzakelijk. Dit betekent, dat het kapitalisme actief het streven naar meer dan de norm (welke die nu is) ondersteunt. Het is niet alleen het streven naar vier, het is het streven naar meer dan het gemiddelde. Want zonder mensen die meer hebben dan het gemiddelde (een bovenklasse), en de onlosmakelijk daarmee verbonden onderklasse kan ons huidige economische systeem niet functioneren. Ik hoop dat ik heb duidelijk gemaakt, dat elk rationeel mens het ermee eens zou moeten zijn dat het kapitalisme onethisch is, en dus onherroepelijk verworpen moet worden, om een veelvoud van redenen. Allereerst is de grove manier waarmee mensen elkaar dagelijks zonder er ook maar over na te denken als middel voor hun eigen geluk gebruiken duidelijk onverenigbaar met de CI, alsook met elk aangeboren gevoel voor ethiek. Ten tweede is er de overduidelijke tegenstelling: om winst te behalen, wat het doel van elk bedrijf is, moet een bedrijf zo min mogelijk arbeidskosten maken, en moeten de klanten er zo veel mogelijk geld aan uitgeven. De klant en de werknemer komen echter uit dezelfde groep mensen. De producent wil dus dat de ándere producenten wél een behoorlijk salaris betalen. Dit is duidelijk in strijd met de CI. Naast dit alles, is het constante streven naar meer bezit niet alleen sociaal en ecologisch onverantwoord, het is ook fundamenteel onethisch. Een systeem dat dit streven als één van zijn belangrijkste pilaren gebruikt, kan dus onmogelijk ethisch zijn. Dit systeem, het kapitalisme, is dus op zoveel gronden onethisch te verklaren, dat het absoluut en onherroepelijk verworpen moet worden door elk denkend mens. QED |
supplements | | | hanzl - 09.02.2003 16:01
Het probleem met het op ethische gronden afkeuren van het kapitalisme (bijvoorbeeld) is, dat hoe interessant de redenering ook is dat het volgens de categorische imperatief niet ethisch is om bijvoorbeeld winst te maken als 'werkgever'(wie geeft hier eigenlijk werk, in wezen is dit de klant, dit kan naast een consument ook een ander bedrijf zijn!) door te verdienen aan de arbeid verricht door werknemers (door hun loon zo laag mogelijk te houden), het uiteindelijk waarschijnlijk geen ethiek is die het handelen van mensen bepaalt, maar doodgewoon (vermeend)eigenbelang (greed!). Ethiek kan voor sommigen wel zeer belangrijk zijn bij het handelen en keuzes maken, ik denk echter dat de meerderheid der mensen alleen uit eigenbelang handelt. Dat mensen elkaar proberen te gebruiken is inderdaad alomtegenwoordig (je komt het in alle relaties wel tegen), maar je brengt (de meeste?)mensen er niet van af door te wijzen op het onethische karakter hiervan. Uitbuiting, bedrog, al dan niet geďnstitutionaliseerd (zoals in arbeidswetgeving), hebben de mensheid al sinds mensenheugenis begeleid. Dat neemt niet weg dat je hiertegen positie kunt innemen, maar een oplossing van verdelingsvraagstukken (hoe verdelen we de schaarse goederen en hoe zouden ze moeten worden verdeeld?) is niet alleen uit ethische gronden te geven. Daar komt ook een stukje machtsvorming bij kijken (maatschappelijke strijd). | Alsjeblieft geen parlementariërs meer... | Freek - 09.02.2003 18:02
Agnes Kant zit wel goed bij u tussen de oren! Oftewel de politieke marketeers hebben bij u goed succes gehad! Het gaat hierbij om onze lieve Immanuel, die man die zijn hele leven op een zolderkamer theorietjes over de mensheid aan het bedenken was.... | Jazeker... | Marius - 09.02.2003 20:59
Hanzl, wat je zegt, is absoluut waar. Echter, het idee dat de CI automatisch tot verwerping van het kapitalisme zou moeten leiden kwam op een gegeven moment vast te zitten in mijn hoofd, en schrijven was de enige manier om het er weer uit te krijgen. Dit is geen bevel aan iedereen om het kapitalisme te verwerpen, evenmin als Kant aan iedereen beval zijn ethische theorieën te volgen. Het is slechts een redenering. Het leek me wel gepast om die hier te posten, zodoende. | de categorische imperatief en de zwerver | hanzl - 10.02.2003 08:39
Toch is het stuk dat je schreef interessant, omdat het (mij in ieder geval) uitlokt tot een (wat diepgaandere) discussie. Het is, denk ik, nu eenmaal zo, dat 'de kapitalistische maatschappij' complex in elkaar zit, en dat onrechtvaardigheid niet zo maar uit te bannen is. Integendeel, je wordt vaak 'gedwongen' om je in meer of mindere mate onethisch te gedragen, bijvoorbeeld dat 'het probleem' dat je wel één zwerver een euro kunt geven, maar niet alle zwervers, een vraag waar je lopend over straat in een grote stad dagelijks mee kan worden geconfronteerd, alhoewel dit laatste voorbeeld zelfs volgens de categorische imperatief niet houdbaar is...toch??? “handel zo dat het maxime van je wil altijd tegelijkertijd als principe voor algemene wetgeving kan gelden” | Kant is onzin! | joris - 11.02.2003 15:05
Het kategorisch imperatief is onzin en al eeuwen achterhaald. Het is nergens op gebaseerd... Kant's filosofie is ook een grote onzin. 'Hoe zijn synthetische oordelen a priori mogelijk?' was zijn vraag... zijn antwoord: 'Door een vermogen' (hiervoor heeft hij duizenden pagina's wollig hoogdravend Duits gekrakeel nodig gehad ) samengevat komt Kant hier op neer: 'Synthetische oordelen zijn a priori mogelijk door een vermogen' Het is mogelijk door 'een' vermogen. Tsja.... (overigens uit historisch oogpunt is Kant wel heel interessant. Maar verder heeft het weinig zin zijn ideeen nog toe te passen)
| |
supplements | |