| |
Onderscheid is vereist Sander Faas - 20.04.2002 17:15
Met gepaste tegenzin hebben de Amerikanen toegestemd met een onderzoek van de Verenigde Naties naar de gebeurtenissen in het Palestijnse vluchtelingenkamp in Jenin. Hoewel men in eerste instantie nog dreigde een veto uit te spreken over elke motie die om zo’n onderzoek vroeg, draaide men binnen vierentwintig uur honderdtachtig graden bij door zelf het initiatief tot zo’n motie te nemen. Blijkbaar was men tot het inzicht gekomen dat verzet tegen zo’n onderzoek de Amerikaanse geloofwaardigheid onherstelbare schade zou opleveren. Wat ook de motivatie mag zijn, de motie is aangenomen en het onderzoek komt er. Dat is op zich zelf natuurlijk goed nieuws. De aanblik van Jenin na de invasie van Israëlische leger schreeuwt om een diepgravend onderzoek. Voor de leek is de ravage die is aangericht moeilijk te rijmen met de woorden van de Israëlische woordvoerders die altijd hebben volgehouden dat het hier ging om een actie tegen terroristen en niet tegen de Palestijnse bevolking. De complete destructie van de stad en het vluchtelingenkamp en de voorzichtige schatting van het aantal doden door de VN-gezant voor het Midden-Oosten, Terje RLLarsen, schetsen een ander beeld. Het lijkt er op dat de Israëlisch de bezetting van Jenin, en andere Palestijnse steden, hebben aangegrepen het leven voor de Palestijnse bevolking voorgoed onmogelijk te maken. Met welk doel kan men wel raden. Israël beweert dat het aantal doden echter beperkt is gebleven tot zo’n honderd, voornamelijk mannen. De slachtoffers worden beschreven als gewapende terroristen en zouden allen in de strijd gedood zijn. Ook beweert Israël een tiental potentiële zelfmoordcommando’s te hebben omgebracht en ondersteunt dit met de bewering de afscheidsvideo’s van deze mensen in het bezit te hebben. Dat Israël deze laatste groep expliciet noemt is opmerkelijk. Blijkbaar maakt men in Israël onderscheid tussen terroristen. Namelijk tussen zij die zich gewapenderhand verzetten en zij die bereid zijn zich zelf te midden van burgers op te blazen. En dat onderscheid is terecht. Het is juist dit onderscheid dat de taak van de onderzoekscommissie van de VN haast onmogelijk maakt. Want hoewel Israël beweert dat het overgrote deel van de Palestijnse slachtoffers in de strijd is gevallen, is dat nog geen legitimering voor hun dood. Volgens de internationale regels omtrent oorlogsvoering hebben burgers het volledige recht zich gewapenderhand te verzetten tegen een bezettend leger van een vreemde mogendheid. De verzetstrijders die in en rond Jenin gevallen zijn kunnen dus nooit zomaar onder het kopje (potentiële) terroristen gevoegd worden. Het enkele feit dat deze mensen de wapens hebben opgenomen om hun eigen stad en grondgebied te verdedigen, plaatst hen op geen enkele manier buiten de wet. Sterker, het was hun goed recht zich te verzetten, terwijl de invasie van het Israëlische leger alleen al juridische nauwelijks steun vind. Het is dan ook van essentieel belang dat de onderzoekscommissie dit onderscheid heel duidelijk maakt en zoveel mogelijk probeert de omstandigheden rond de dood van Palestijnse verzetstrijders per individu te bekijken. Want ook het doden van burgers die zich verzetten tegen een illegale bezetting door een ander land, is een schending van het oorlogsrecht, en dus een oorlogsmisdaad. E-Mail: Faaz@battl.nl Website: http://battl.nl |
supplements | | |