| |
In de nacht van 1 oktober NN - 05.10.2010 12:14
In de week van 27 september tot 3 oktober 2010 werden honderden personen compleet willekeurig gearresteerd in de straten van Brussel naar aanleiding van een protestkamp tegen de migratiepolitiek en het controle- en repressieregime dat daarmee samengaat. Over de arrestaties op 1 oktober en de shock die dit naliet. overgenomen van: http://ovl.indymedia.org/news/2010/10/30779.php “Ik weet niet of degene die afgerost is door de politie zijn “menselijke waardigheid” verliest. Maar waarover ik zeker ben, is dat met de eerste klap die hij ontvangt, hij wat we voorlopig het vertrouwen in de wereld zullen noemen, verliest. Vertrouwen in de wereld. Dat wordt door vele dingen gevormd: bijvoorbeeld het geloof in een volkomen betrouwbare oorzakelijkheid, irrationeel geloof, want onmogelijk logisch te bewijzen, of het even blinde geloof in de geldigheid van de inductieve redenering. Een ander en belangrijker element van dit vertrouwen – en heel relevant hier – is de zekerheid dat de ander me zal behandelen op basis van een, al dan niet geschreven, sociaal contract, in het bijzonder dat hij mijn fysieke en derhalve metafysisch bestaan zal respecteren. De grenzen van mijn lichaam zijn de grenzen van mijn Ik. De oppervlakte van mijn huid isoleert me van de buitenwereld: op dit vlak heb ik het recht, als men wil dat ik vertrouwen heb, enkel dat te voelen wat ik wil voelen.” Jean Améry, verzetstrijder en jood, analyseerde op deze manier het geweld dat hij moest ondergaan in handen van de Belgische Gestapo in 1943, in zijn boek “Schuld en boete voorbij”. In de week van 27 september tot 3 oktober 2010 werden honderden personen compleet willekeurig gearresteerd in de straten van Brussel naar aanleiding van een protestkamp tegen de migratiepolitiek en het controle- en repressieregime dat daarmee samengaat. Dit type van bijeenkomsten, getolereerd door de autoriteiten, kan maar plaatsvinden als men een aantal compromissen met de politiediensten maakt (het verkrijgen van een terrein, parcours van de betogingen, dagelijkse contacten met de prefectuur...). Het is een feit dat wij betreuren, maar dat we aanvaarden om de mogelijkheid te hebben de bevolking ietwat te sensibiliseren voor onze verontrusting over en onze analyses van wat er vandaag in de wereld aan de gang is. Maar we weten dat door deze compromissen het voor ons onmogelijk is om het bestaande regime effectief te bestrijden, geen enkele directe actie is mogelijk via onderhandelingen met de vijand: men bestrijdt de macht niet met zijn toestemming. De “familiale” en feestelijke betoging van zaterdag is dus de enige vorm van “contestatie” die echt toegestaan wordt – en niet onderdrukt zal worden – door de macht, hoewel dit alles eerder op een carnaval dan op een daad van revolte lijkt. Men kan niet echt zeggen dat deze mediatieke en spectaculaire voorstellingen enige revolutionaire reikwijdte hebben. Tegenover het dagelijkse geweld en het ongeremde racisme, tegenover de afbraak van de sociale structuren, de uitbuiting en de vernietiging van levens dat dit impliceert, zijn wij nochtans met velen die zich willen verzetten zonder de toestemming te vragen van de macht. Deze kampen zijn dus een gelegenheid om acties te voeren, symbolisch of niet, tegen onze onderdrukkers, om instituties, bedrijven en niet-gouvernementele organisaties aan te pakken die meewerken aan de controle die we dagelijks en op een steeds verontrustendere manier ondergaan. Het gaat er om ons verzet op een radicale manier uit te drukken. En men kan hier niet spreken van geweld, want nooit wordt een persoon door ons fysiek als doelwit van onze acties genomen, behalve als die zich zelf met geweld verzet tegen wat wij ondernemen (politiemensen). We zeggen het nog eens klaar en duidelijk: wij geloven in sabotage, maar verwerpen zoals iedereen fysiek geweld. In tegenstelling tot de autoritaire communisten, keuren wij iedere vorm van volksjustitie, die collectief onze tegenstanders wil bestraffen, af. Wij willen geen enkele macht uitoefenen of autoriteitspositie bekleden, want wij zijn tegen iedere vorm van hiërarchie. Dit gezegd zijnde, en voorbij iedere ideologische overweging, wil ik op een meer persoonlijke manier ingaan op wat er tijdens de afgelopen week in Brussel gebeurd is, wat, daar twijfel ik niet aan, diepe sporen heeft nagelaten die niet snel uitgewist zullen worden. Om de waarheid te zeggen, eens terug thuis, heb ik me moeten inhouden om niet te wenen, zozeer was ik geschokt door wat ik daar heb gezien en ondergaan. Hoewel de geweldplegingen tegen de mensen van het actiekamp gedurende heel de week plaatsvonden, wil ik mij vooral concentreren op de twaalf uren dat ik zelf aangehouden en opgesloten werd in de loop van de nacht van vrijdag 1 op zaterdag 2 oktober. Die enkele uren hebben op mij het effect gehad van een mokerslag, zozeer was hetgeen ik gezien heb buitensporig in vergelijking met het politiegeweld waarvan ik toch al vaak getuige ben geweest. In dit verband wil ik mij kanten tegen het relativisme van sommige strijdmakkers die vinden dat dit alles toch maar doodgewoon was. Voor mij is er geen ‘banaliteit van het kwade’ waar we ons maar moeten aan aanpassen of waartegenover we onverschillig moeten blijven. Het volstaat niet te zeggen: “Dat is geen wangedrag, die flikken handelden zoals flikken handelen, met een geweld dat hun eigen is en deel uitmaakt van de sociale rol en de repressieve functie die zij nu eenmaal hebben” om het barbaarse gedrag van de politieagenten te verklaren. Er bestaan gradaties in het gebruik van geweld. Een matrakslag op een betoging is niet vergelijkbaar met de vernederende behandelingen binnen de muren van een commissariaat. De geïsoleerde woede-uitbarsting van politieagenten die individueel in de massa terecht komen tijdens een charge en de collectief toegepaste foltering in een “ontspannen” omgeving en beschut tegen de blik van buiten, zijn twee compleet verschillende dingen. En wat wij meegemaakt hebben tijdens onze arrestatie en opsluiting komt voor mij neer op foltering. In tegenstelling tot de parade-betoging van zaterdag, werd de radicale betoging van vrijdag, met voorzien vertrek aan het Zuidstation, door de autoriteiten verboden. Indien de revolutionairen de toestemming hadden gevraagd om de Bastille in te nemen, had de Republiek nooit bestaan (en zouden we niet openlijk moeten klagen over wat zij ons aandoet). Hoewel we ons niet beschouwen als revolutionairen (wij hebben noch een programma, noch een kant-en-klare oplossing om het systeem te veranderen, maar enkel experimentele pistes en ideeën die ontwikkeld moeten worden), kan er voor ons geen sprake van zijn dat we zouden gaan onderhandelen met de politie over het recht om de straten te bezetten (die of aan iedereen, of aan niemand toebehoren). Dat is waarom de autoriteiten onze aanwezigheid vreesden en een verordening uitschreven die iedere bijeenkomst van meer dan vijf personen verbood in de directe omgeving van het Zuidstation en de administratieve aanhouding toeliet van alle overtreders van dit dictatoriale besluit. Heel de omgeving van het station werd, vanaf 15 u, omsingeld door de politie. Overal stonden politiewagens gestationeerd, zwaailichten alom, om de manifestanten op te jagen. Honderden mensen werden gearresteerd, zelfs al wandelden ze in groepen van minder dan vijf. Volgen we de encyclopedie, dan is de term “razzia” volledig van toepassing op dit soort van politieoperaties, wat degenen die huiverig staan tegenover dit soort van taalgebruik ook mogen zeggen. Willekeur heerste in de straten, de uiting van bepaalde ideeën, die te gênant zijn voor de macht, werden uit de publieke ruimte verbannen. Men mag demonstreren zolang dit het systeem niet ondermijnt. Enkel het doen alsof wordt toegelaten. Een grote meerderheid van de gearresteerden werd onderworpen aan willekeurig geweld en vernederingen, niet alleen nabij het station, maar ook in de buurt van de Hallepoort waar een aantal zich had teruggetrokken om te ontsnappen aan de greep van de politie en toch probeerden te betogen. Alles gebeurde in een oorverdovende stilte, zonder achtervolgingsscènes of fysiek verzet van de kant van de aangehouden mensen. Enkele personen, waaronder ikzelf, konden ontsnappen aan de arrestaties aan de Hallepoort, maar werden toch aangehouden, net toen we enkele vrienden en vriendinnen tegenkwamen die juist in Brussel gearriveerd waren. Vanaf toen, en vanaf het moment dat de combi’s langs het voetpad aan onze kant stopten, gedroegen de agenten van de federale politie, zonder twijfel afkomstig uit Antwerpen, zich op een totaal arbitraire en vernederende manier, zij bedreigden ons verbaal en fysiek, plakten ons hoofd tegen de muur en oefenden fysieke druk uit op enkelen van ons. De weigering van een meisje om betast te worden door een man of protest tegen de brutale behandeling werd beantwoord door slagen en knepen ter hoogte van de keel. De plastiek handboeien werden op de rug zo strak aangedrongen dat het bloed werd afgespannen en de meesten van ons volledig verstijfde ledematen hadden. Daarna zetten zij ons de één na de ander neer in de regenplassen, waarna we gedurende bijna vijfenveertig minuten werden overstelpt door beledigingen en plagerijen, in de trant van: “uwe smoel houden!”, “we gaan seks hebben met hem... met mijn matrak” (over mij, in het Vlaams), ”het is lang geleden dat zij een lul gezien hebben” (tegen de meisjes), “zeg tegen die bougnoul dat hij moet omrijden met zijn camion » (over een voorbijganger), hier is het de Republiek niet, het is de monarchie. Als u dat niet aanstaat, ga dan terug naar uw land!”, “ge ziet eruit als een clochard” (over een kameraad), “ik haat de mensen die niet werken”... Voor de eerste keer in mijn leven, stelde ik mij in de plaats van mensen die onderworpen waren aan de nazistische willekeur tijdens de Tweede Wereldoorlog, de doodstraf was het enige noemenswaardige verschil. Zo stonden zij allen rondom ons, ons beledigend en bespottend. Wij zaten aan hun voeten, in het water, met geboeide en pijnlijke handen, zonder dat ons ook maar iets kon worden aangewreven. Op het moment dat ze ons naar de arrestantenwagen brachten, duwden ze mijn hoofd voorover en trokken mijn handen op de rug naar boven. Terwijl de ene mij kniestoten in de borst gaf, gaf de andere me een trap op het dijbeen. Toen ik dan in de bus zat, gaf de eerste me nog een klap. Een Belgische kameraad die ons vervoegde in de bus, heeft tijdens zijn aanhouding een vuistslag in het gezicht gekregen. Een vriendin die weigerde om zich te laten betasten door een man werd op de grond gegooid en met het hoofd tegen het trottoir gedrukt, terwijl een politieman ostentatief haar borsten betastte. Deze geweldplegingen waren een herhaling van die die anderen al hadden ondergaan de dagen voordien: een Engelse kameraad die een kopstoot in het gelaat kreeg omdat hij weigerde zich te laten fotograferen, een Franse kameraad die tegen een tafel werd geslagen omdat hij geen papier wilde tekenen waarin hij uitgevonden feiten van “verstoring van de openbare orde” erkende, kameraden die in het gezicht en in de nek werden geslagen tijdens de betoging van woensdag, etc. Het ging hier niet om geïsoleerde gevallen van machtsmisbruik, gegeven dat deze feiten plaatsvonden terwijl iedereen erbij was, in het zicht en met medeweten van de officieren, zelfs met hun goedkeuring. Eenmaal aangekomen in de politiegevangenis werden de honderden gearresteerden geplaatst in cellen van twintig personen (onder hen minderjarigen van een beweging van jonge antizionistische linkse joden), eerst met al hun bezittingen, daarna één voor één meegenomen voor fouillering. Vanuit onze cel konden wij de omstandigheden van die fouillering zien. Een deel van de mensen, de vrouwen die weigerden zich te laten betasten door een agent van het andere geslacht, kreeg klappen. Eén meisje werd aldus op de tafel gedrukt en kreeg vuistslagen. Wij werden gevraagd een papier in het Nederlands te ondertekenen waarin wij erkenden onze bezittingen te hebben afgegeven en tegelijkertijd bekenden de daders van de “verstoring van de openbare orde” te zijn. Ik eiste dat mij een vertaling van het document zou worden gegeven, maar men nam mij het papier uit de handen en lieten weten dat ik kon gaan. Wij waren met 26 in mijn cel. Er waren meer dan 25 cellen met die capaciteit (waarvan één aangeduid als V.I.P.). Het arrest dat aan de muur van de cellen was opgehangen informeerde ons dat “er ons geen advocaat zal gegeven worden”. Ondanks onze herhaalde vraag, werd ons noch een maaltijd, noch water gegeven. Een behandeling waartegen velen gereageerd hebben door het interieur van hun cel (lampen, urinoir, muren en deuren) te vernielen. Legitieme revolte tegen de willekeur. Het is pas om 5 uur ’s morgens dat we werden vrijgelaten, we werden terug gebracht naar het kamp met de bus, geëscorteerd door politiewagens. Wij leven in verontrustende tijden. Extreemrechts herstelt zich. Het fascisme is niet alleen nooit dood geweest, het komt in volle kracht terug. De administratieve aanhoudingen betekenen dat de macht zich niet meer moet laten hinderen door formaliteiten, hij kan in stilte onderdrukken, iedereen oppakken zonder zich te moeten verantwoorden. Voorbijgangers worden als politieke tegenstanders behandeld. Zij krijgen traangas en slagen, alleen omdat zij in de straat zijn. Collaterale schade, zij moesten daar maar niet zijn: men is beter af thuis, alleen voor de t.v. De straat dient enkel om te werken en om te consumeren. De politie is er heer en meester. Fotografen die het ontoonbare willen tonen, worden aangevallen door politie in burger die dreigen hun toestellen kapot te maken. De media verzwijgen de repressie, dienen de bestaande macht, verspreiden nietszeggende statistieken en vermaken zich met de lapsussen van de machtigen. Geen enkele informatie dringt door, terwijl men in het duister de weerspannigen afranselt en de ongewensten deporteert. In ieder geval: het zijn toch maar parasieten. Men heeft voor hen speciale gevangenissen en aparte cellen gebouwd. Met stokslagen zal men hen leren dat men zijn mond moet houden en in het lijntje lopen, consumeren en produceren, rendabel zijn. Voor de eerste keer ben ik bang geweest. Voor de eerste keer heb ik het hoofd gebogen uit angst dat men mijn neus zal breken. Voor de eerste keer heeft mijn angst zich getransformeerd in haat. Nochtans was ik gekomen uit liefde. Uit liefde voor die mensen die Europa zonder reden wil buitengooien, alleen omdat zij ergens anders zijn geboren of anders leven. Wat de macht hierbij wint, is dat hij tegenover zich mensen zal hebben die in de schaduw opereren en die tot alles bereid zullen zijn, omdat zij alles verloren hebben. Het zij zo, wij zijn niet tegen. Zolang er geen rechtvaardigheid is, zal er geen vrede zijn. In de nacht van 1 oktober 2010, heb ik mijn vertrouwen in de wereld verloren... (origineel, zie: http://bxl.indymedia.org/articles/240) |
Lees meer over: anti-fascisme / racisme europa globalisering media vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | illustraties | kampeerder - 05.10.2010 12:54
politiegeweld police partout allleen feestelijk betogen toegestaan ter illustratie | amery | nn - 05.10.2010 13:24
citaat uit boek van amery dus linkse jeugd - niet onverhoeds wordt opgeslokt door die grote groep die haar vijand is, de hare en de mijne. Die jongelui nemen al te makkelijk het woord 'fascisme' in de mond en zien niet in dat ze op die manier een raster van slecht doordachte ideologieën over de werkelijkheid leggen | amery? | nn2 - 05.10.2010 13:39
Welk boek? Welke amery? Wanneer is dit geschreven? En over wie precies? | @nn2 | nn3 - 05.10.2010 17:14
Staat in de oorsrponkelijke posting: Jean Améry, verzetstrijder en jood, analyseerde op deze manier het geweld dat hij moest ondergaan in handen van de Belgische Gestapo in 1943, in zijn boek “Schuld en boete voorbij”. het boek waar de citaat vanaan komt is het volgende: Par-delà le crime et le châtiment : Essai pour surmonter l'insurmontable Jean Améry Poche: 209 pages Editeur : Actes Sud (7 février 2005) Collection : Babel Langue : Français ISBN-10: 2742753230 ISBN-13: 978-2742753239 Overigens is dit bericht op indy.nl een vertaling naar het vlaams / nederlands van een bericht op bxl.indymedia, waarvoor dank (voor de vertaling bedoel ik): http://bxl.indymedia.org/articles/240
| Gevangenen woensdag voorgevoerd | globalinfo - 05.10.2010 17:34
The prisoners will be in court on Wednesday at 10.45u. The hearing will be behind closed doors at Vierarmenstraat/Rue Quatres Bras. Mobilisation tomorrowow 1O.00 AM in front of "Palais de JUstice" for the 4 personns arrested during the week of Noborder Camp.. We don't have the time to ask an autorization but it's an emergency so we have to put all the autorities "face à" our freedom of expression..once again We 'll have to avoid the confrontation because it will be unfortunely, in case, against us once again.. The most important for everybody now is to protest once again for our rights to manifest against the borders and... and to support who are in jail now without proofs as we know now.. Come with calicots to put in the light once again our fondamental fight... Sorry for my english if someone wants to translate better..welcome!!!!!!!! Our presence is necessary and we will assume it..Legitime if not legal!!! See you tomorrow
| |
aanvullingen | |