MARTELINGEN Joke Kaviaar - 27.05.2005 14:03
Het moet moeilijk zijn over martelingen te praten. Het moet makkelijk zijn asiel te weigeren wanneer een vluchtverhaal tot ongeloofwaardig kan worden gebombardeerd. Zo worden mensen de dood in worden gejaagd door deportatie, of zij leggen de hand aan zichzelf. Martelingen: waar gaat het over. En hoe moet het zijn om voor leugenaar te worden uitgemaakt? MARTELINGEN Elk woord brengt pijn terug. Elke stokslag waaronder zijn botten leken te breken, is een woord meer nodig om het na te vertellen. En óf hij het na wil vertellen, zodat de wereld het weet! Hij had het onnoembare gedaan. Dat wat twee mannen doen, die van elkaar houden. Of misschien maar even voor een moment elkaars warmte zoeken. Dat wat het bloed doet stromen en de adem doet razen en het hoofd doet zweven. Dát. De misdaad van de liefde, een groter misdaad zou niet bestaan. Ze werden naakt naar buiten het terrein opgesleept, met de handen boven het hoofd aan palen gebonden. “Gaan jullie gang maar!” zullen ze geroepen hebben, die hen hadden betrapt. “De honden! Ransel ze maar af tot ze onherkenbaar voor elkaar zijn geworden en laat ze halfdood hangen daar, zodat niemand het ooit nog in zijn hoofd haalt om zich aan zulk een schanddaad schuldig te maken!” De geweerkolf waarmee hij tegen zijn slaap werd geslagen is nog altijd zichtbaar. Het is het enige bewijs. Maar het bleef niet bij die schandpaal. Het was nog maar het begin. Ze zouden elkaar niet meer zien. Het doet er niet toe of je je amper kunt bewegen. Je wordt meegesleurd en de cel in gesmeten. Je zult voor het gerecht gebracht moeten worden. Dus is er een verklaring nodig. Vastbinden. De politieman drukte zijn sigaretten op hem uit. Iedere keer dat die sigaret bijna op was, moet hij ineen zijn gekrompen, want dan wist hij het al. Juist als hij aan de pijn van de vorige leek te wennen, stond zijn huid opnieuw in brand. Weer was er die geur van aangebrand vlees. Zweepslagen. “Hoeveel zweepslagen?” heeft de Nederlandse IND ambtenaar die hem het verhoor afnam toen hij hier asiel zocht, misschien wel hebben gevraagd. Hoeveel? Wie durft dat nu te tellen? Dat wilde hij niet weten, hoeveel. Misschien kun je jezelf dan nog een beetje voor de gek houden; dat het wel meeviel, dat het er niet meer dan tien waren, en hoelang? Het is niet de bedoeling dat je je van tijd bewust bent als je zo wordt mishandeld. Nee, dit is het: je bent overgeleverd. Punt. Je kunt geen kant op. Punt. “Wij doen dit net zo lang als wij willen,” Punt. Klagen? Wat nou, klagen? “We pissen op je, je bent stront, je bent een kakkerlak, je bent niets, je bent het vuil der aarde, je bent ons tot schande, je mag blij zijn dat we je in leven laten zodat je je kunt bekeren en je zonde zult toegeven!” Tenslotte hebben ze het onnoembare met hem gedaan. Talloze malen. Om het onnoembare met het onnoembare af te straffen. Ze zullen ervan genoten hebben. Hij niet. Want het was niet met liefde. Het was met haat. Het was met het soort haat dat voor altijd pijn in je kloten blijft doen. Het soort haat waarvan de kreten in je hoofd telkens terug komen kaatsen. “Pak ‘m. Ram ‘m d’r in! Wel nog wat voor mij overlaten, hè? Hij moet wel wakker blijven hoor! Ik wil hem horen schreeuwen!” En de volgende, en de volgende. “Zo. Heb je nu genoeg? Wil je nog meer? Vind je toch zo lekker, vuile flikker?” En óf hij het na wil vertellen! Maar wat als je niet wordt geloofd? Wat dan? Zou het zijn omdat je het onnoembare hebt gedaan? Ben jij dan toch degene die iets te verwijten valt? En zo herhaalt zich de vernedering, de marteling. “Je liegt. ’t Is ongeloofwaardig. Geef nog meer details. Waarmee werd je verkracht? Met stokken? Een gummiknuppel? De loop van een geweer? Ben je toen klaargekomen?” De IND ambtenaar steekt een sigaret op. Joke Kaviaar, 25-5-05 Voor Wessam, om een beetje zijn stem te laten horen Link naar steungroep Wessam: http://helpwessam.web-log.nl E-Mail: joke.kaviaar@zonnet.nl Website: http://www.home.zonnet.nl/joke.kaviaar |