english
nederlands
Indymedia NL
Vrij Media Centrum Nederland
Indymedia NL is een onafhankelijk lokaal en mondiaal vrij communicatie orgaan. Indymedia biedt een andere kijk op het nieuws door een open publicatie methode van tekst, beeld & geluid.
> contact > zoek > archief > hulp > doe mee > publiceer nieuws > open nieuwslijn > disclaimer > chat
Zoek

 
Alle Woorden
Elk Woord
Bevat Media:
Alleen beelden
Alleen video
Alleen audio

Dossiers
Agenda
CHAT!
LINKS

European NewsReal

MDI klaagt Indymedia.nl aan
Rechtszaak Deutsche Bahn tegen Indymedia.nl
Onderwerpen
anti-fascisme / racisme
europa
feminisme
gentechnologie
globalisering
kunst, cultuur en muziek
media
militarisme
natuur, dier en mens
oranje
vrijheid, repressie & mensenrechten
wereldcrisis
wonen/kraken
zonder rubriek
Events
G8
Oaxaca
Schinveld
Schoonmakers-Campagne
Hulp
Hulp en tips voor beginners
Een korte inleiding over Indymedia NL
De spelregels van Indymedia NL
Hoe mee te doen?
Doneer
Steun Indymedia NL financieel!
Rechtszaken kosten veel geld, we kunnen elke (euro)cent gebruiken!

Je kunt ook geld overmaken naar bankrekening 94.32.153 tnv Stichting Vrienden van Indymedia (IBAN: NL41 PSTB 0009 4321 53).
Indymedia Netwerk

www.indymedia.org

Projects
print
radio
satellite tv
video

Africa
ambazonia
canarias
estrecho / madiaq
kenya
nigeria
south africa

Canada
hamilton
london, ontario
maritimes
montreal
ontario
ottawa
quebec
thunder bay
vancouver
victoria
windsor
winnipeg

East Asia
burma
jakarta
japan
manila
qc

Europe
alacant
andorra
antwerpen
armenia
athens
austria
barcelona
belarus
belgium
belgrade
bristol
bulgaria
croatia
cyprus
estrecho / madiaq
euskal herria
galiza
germany
grenoble
hungary
ireland
istanbul
italy
la plana
liege
lille
madrid
malta
marseille
nantes
netherlands
nice
norway
oost-vlaanderen
paris/île-de-france
poland
portugal
romania
russia
scotland
sverige
switzerland
thessaloniki
toulouse
ukraine
united kingdom
valencia
west vlaanderen

Latin America
argentina
bolivia
brasil
chiapas
chile
chile sur
colombia
ecuador
mexico
peru
puerto rico
qollasuyu
rosario
santiago
tijuana
uruguay
valparaiso

Oceania
adelaide
aotearoa
brisbane
burma
darwin
jakarta
manila
melbourne
oceania
perth
qc
sydney

South Asia
india
mumbai

United States
arizona
arkansas
atlanta
austin
baltimore
big muddy
binghamton
boston
buffalo
charlottesville
chicago
cleveland
colorado
columbus
danbury, ct
dc
hampton roads, va
hawaii
houston
hudson mohawk
idaho
ithaca
kansas city
la
madison
maine
miami
michigan
milwaukee
minneapolis/st. paul
new hampshire
new jersey
new mexico
new orleans
north carolina
north texas
nyc
oklahoma
omaha
philadelphia
pittsburgh
portland
richmond
rochester
rogue valley
saint louis
san diego
san francisco
san francisco bay area
santa barbara
santa cruz, ca
seattle
tallahassee-red hills
tampa bay
tennessee
united states
urbana-champaign
utah
vermont
western mass
worcester

West Asia
armenia
beirut
israel
palestine

Topics
biotech

Process
discussion
fbi/legal updates
indymedia faq
mailing lists
process & imc docs
tech
volunteer
Credits
Deze site is geproduceerd door vrijwilligers met free software waar mogelijk.

De software die we gebruiken is beschikbaar op: mir.indymedia.de
een alternatief is te vinden op: active.org.au/doc

Dank aan indymedia.de en mir-coders voor het creëren en delen van mir!

Contact:
info @ indymedia.nl
WTO ZIP nummer 22 (2)
werkgroep Globalisering Delft-Den Haag - 13.03.2003 19:44

NL en landbouw/WTO; kritiek op voorstellen Commissaris Fischler; strijd tegen liberalisering havensector; verdere liberalisering lucht- en zeevaart; terugkeer McCartney-hetze in VS?


--------------------------
\
WTO . ZIP >=======================NUMMER 22
/
--------------------------


> Nieuwsbrief van de Werkgroep Globalisering Delft/Den Haag over ontwikkelingen rondom Wereld Handels Organisatie WTO. Verschijnt een- of tweemaandelijks electronisch en gratis, voor abonnement en reakties mail naar:  onyva@xs4all.nl ) zijn daar tegengesteld
aan. In het kort komen die er op neer dat we moeten komen tot
productiebeheersing binnen regionale handelsblokken of nationale
lidstaten. Het doel is een kostendekkende prijs voor boeren, voor een
product dat aan verhoogde maatschappelijke eisen voldoet. Daarbij moeten
landen hun eigen landbouwproductie kunnen beschermen tegen dumping en
kwalitatief slechte landbouwproducten. De WTO moet gericht zijn op het
recht op voedselsoevereiniteit in plaats op het recht om te kunnen
exporteren.

Boeren en de armste bevolking in ontwikkelingslanden kunnen vooral worden
geholpen door te stoppen met dumpen zodat boeren zich kunnen richten op de
landbouwproductie voor de eigen lokale, nationale en regionale markten.
Andere noodzakelijke maatregelen zijn kwijtschelding van schulden,
landhervorming, hervorming van het beleid van IMF en Wereldbank, invoering
van bindende regelgeving aan multinationals. Maar ook het bieden van
markttoegang voor bewerkte tropische producten die geproduceerd zijn via
een uitgebreid fairtrade-principe (inclusief milieu en voedselzekerheid).
Dit alternatief wordt in meer of mindere mate ook uitgedragen door
boerenorganisaties (Via Campesina, CPE, Platform Aarde Boer Consument,
NMV, NAV), ontwikkelingsorganisaties (waaronder Novib) en
milieuorganisaties (waaronder Milieudefensie). De verschillen tussen dit
alternatief en eerdergenoemde tot verdere liberalisering in EU en WTO
liggen echter mijlenver uit elkaar.
Ik ga ervan uit dat het alternatief leidt tot vooruitgang - in plaats van
verdere achteruitgang - op gebied van de voorziening van basisbehoeftes in
Noord en Zuid, natuur en milieu, en het behoud van kleine en middelgrote
boeren. In dit artikel wil ik ingaan op wat er de komende jaren zou moeten
gebeuren om dit alternatief ook haalbaar te maken.

Bewustwording

Het beste wat nu in eerste instantie kan gebeuren is dat de nationale
lidstaten van de EU de voorstellen van Fischler in meerderheid verwerpen,
en dat er o.a. door ‘Irak’ zo’n grote belangentegenstelling ontstaat
tussen EU en de VS dat de WTO-onderhandelingen in september mislukken.
Hierbij is ook van belang in hoeverre ontwikkelingslanden een vuist kunnen
maken binnen de WTO. Verdere overeenkomsten binnen de WTO zullen namelijk
zeer moeilijk zijn te herstellen in de richting van genoemde alternatief.
Als de WTO-onderhandelingen mislukken krijgen we met NGO’s en
hervormingsgezinde boerenorganisaties wat meer tijd om de bewustwording
rond ons alternatief te vergroten. Hierbij zal nadrukkelijk ook de burger
(als voedselconsument) moeten worden betrokken. De onderlinge relaties
moeten worden gelegd tussen landbouwliberalisering en voedselveiligheid,
milieuproblemen als het broeikaseffect en verlies van biodiversiteit, de
consument die niet profiteert van lagere prijzen door liberalisering, de
rol van multinationals, het behoud van een mooi cultuur- en
natuurlandschap met koeien in de wei, hongersnoden in Afrika, Azië en
Latijns-Amerika, en migratiestromen van ex-boeren binnen
ontwikkelingslanden maar ook naar Europa.

Misverstanden en discussiepunten

In het kader van deze bewustwording is het van belang dat in het debat
over landbouw en globalisering een aantal misverstanden en discussiepunten
worden besproken.
Binnen organisaties als de Consumentbond maar ook binnen de gangbare media
en meeste politieke partijen leven nu nog vrij neoliberale gedachtes die
verdere vooruitgang in de weg staan.

Ik heb deze misverstanden in een ander artikel behandeld. Samenvattend is
mijn kritiek op de huidige gangbare neoliberale meningen:

- Het westerse modernistische en neoliberale ontwikkelingsmodel wordt als
voorbeeld genomen voor ontwikkelingslanden. Hierdoor worden
zelfvoorzienende en informele economieën als niet modern beschouwd en -
erger nog - kapot gemaakt. Enerzijds vanwege een goedkope
grondstoffenvoorziening voor het Noorden, met alle problemen in de
voorziening van basisbehoeftes, conflicten en milieuproblemen tot gevolg;
Anderzijds om overschotten van landbouwproducten uit het Noorden te dumpen
en om markten te zoeken voor zaden, machines en bestrijdingsmiddelen. Ook
hiervan worden vooral kleine en regionale (landbouw)bedrijven de dupe.

- De discussie wordt te ééndimensionaal gevoerd; liberalisering van
landbouwproducten wordt los gezien van de huidige machtsverhoudingen in de
wereld. Zo worden schuldenlasten, het beleid van Wereldbank en IMF, en de
grote invloed van multinationals op dit beleid vaak buiten de discussie
gehouden.

- De aandacht is vooral gericht op markttoegang voor ontwikkelingslanden
als oplossing voor hun problemen. De voordelen van meer markttoegang voor
ontwikkelingslanden wegen niet op tegen de schade die ze ondervinden van
overproductie en dumping en de eis uit het Noorden tot het openen van hun
eigen markten als compensatie.

- De invloed van het Noorden en haar bedrijven op de problemen in
ontwikkelingslanden wordt onderschat en gebagatelliseerd.

- Ontwikkeling wordt vooral gemeten in gemiddeld BNP per hoofd van de
bevolking en niet in de voorziening van basisbehoeftes van alle leden van
de bevolking.

- Landbouw wordt als een ‘normale’ economische sector beschouwd, waar
liberalisering net zo kan worden toegepast als bij industriële producten.

- De vrije-markt-theorie wordt niet goed toegepast binnen de
liberalisering van landbouwproducten.

- Het milieu wordt niet meegenomen in de economische berekeningen.
Uitputting (bodem, zoet water, biodiversiteit) en vervuiling (lucht,
water, bodem) die worden daardoor niet gecorrigeerd en zullen altijd
negatief uitpakken voor de economie op lange termijn. Het broeikaseffect
met zijn economische schade door overstromingen, droogtes en verdwijnende
gletsjerrivieren zal naar verwachting deze discussie als eerste op de
kaart zetten.

- Er wordt vanuit gegaan dat de nationale politiek geen invloed heeft op
de prijsvorming voor landbouwproducten. Maar dat het alleen de kosten kan
beperken door de regelgeving niet te streng te maken en niet voorop te
willen lopen in Europa.

- Milieu-, economische - en oorlogsvluchtelingen (naar het Noorden) worden
niet in verband gebracht met hiervoor genoemde problemen.

- De neoliberale rol van de EU ten opzichte van ontwikkelingslanden, met
name tegenover de ACP-landen binnen het Cotonou-Akkoord en hernieuwde
partnerships, wordt onderschat en te weinig bekritiseerd.

- Er wordt ten onrechte van uit gegaan dat het voedsel dat momenteel in de
winkel ligt en vanuit de gehele wereld afkomstig kan zijn, veilig is en
voldoet aan dezelfde strenge eisen als die aan onze boeren worden gesteld.

- Er wordt ten onrechte van uit gegaan dat de consument zal profiteren van
liberalisering door een lagere prijs.

- Er wordt vanuit gegaan dat kleine en middelgrote boeren in Noord en Zuid
tegengestelde belangen hebben. Vandaar dat de landbouwsector een vrij
negatieve naam heeft in de Nederlandse media. In feite worden ze tegen
elkaar uitgespeeld door multinationals in handel en verwerkende industrie.

- Tenslotte wordt er vanuit gegaan door veel betrokken actoren dat de
belangen van milieu, behoud van levensonderhoud voor kleine en middelgrote
boeren, voedselveiligheid en voedselzekerheid in Noord en Zuid,
tegengesteld aan elkaar zijn.

Bewustwording zou zich vooral moeten richten op die groepen die we tot nu
toe niet hebben kunnen bereiken via onze bewustwordingsactiviteiten.
Hierbij moet gedacht worden aan het houden van discussiebijeenkomsten en
lezingen, het uitgeven van brochures, het schrijven van opinieartikelen
ook in de reguliere media, en het houden van acties op straat.

Coalitievorming

Een andere doelstellingen voor de komende jaren is het sluiten van
coalities tussen betrokken actoren. Er zijn in Nederland de afgelopen
jaren al diverse coalities gesloten onder andere binnen het Platform
‘Aarde Boer Consument’ (een aantal boerenorganisaties, NGO’s en politieke
partijen), en de Werkgroep ‘Landbouw en Armoede’. Het laatste jaar is er
sprake van meer samenwerking en het zoeken van gezamenlijke standpunten
tussen organisaties als Milieudefensie, Novib, FairFood en de Nederlandse
Akkerbouw Vakbond. Er zullen echter ook andere milieu- en
ontwikkelingsorganisaties moeten worden betrokken bij deze coalities.
Het internationale landbouwbeleid en de hervorming hiervan is ook een
belangrijk onderwerp binnen de Nederlandse Melkveehouders Vakbond, het
Nederlands Agrarisch Jongeren Kontact, het Kritisch Landbouw Beraad (lid
van CPE), en solidariteitsfonds XminY.

Tussen de diverse genoemde landbouworganisaties en de LTO is er momenteel
echter nog veel onenigheid over het internationale landbouwbeleid. Hierbij
moet in gedachten worden gehouden dat de LTO nog 40 tot 45 % van de boeren
vertegenwoordigt, maar in sommige provincies zeer veel leden heeft. In
bijvoorbeeld Limburg zijn bijna alle boeren lid, waaraan ook een zekere
vanzelfsprekendheid ten grondslag ligt: ‘We stemmen CDA, en zijn lid van
de LLTB.’ Binnen de lezingen die ik gegeven heb en debatten die ik
bijgewoond heb de afgelopen maanden, heb ik echter gemerkt dat ook buiten
de beschermde sectoren als suiker en melk, er steeds meer animo is voor
onze alternatieven.

Dit komt mede door de huidige crisis in de meeste landbouwsectoren. Binnen
de LTO zijn er de liberaliserings- en schaalvergrotingsvoorstanders en de
voorstanders van een kostendekkende prijs of meer solidariteit met boeren
wereldwijd. Het probleem is echter dat de eerste groep boeren vooral de
bestuursfuncties vervult en de andere groep nog te weinig mondige
vertegenwoordigers heeft. Er zijn echter positieve uitzonderingen zoals de
voorzitter van WLTO, die in ieder geval open staat voor onze voorstellen.

Wat over het algemeen ontbreekt in Nederland is samenwerking en
solidariteit met boerenorganisaties buiten Nederland. Alleen het Kritisch
Landbouw Beraad is lid van de CPE, de tegenhanger van de conservatieve
COPA in Europa waar de LTO lid van is.
Daarentegen zijn de milieu- en ontwikkelingsorganisaties wel beter
Europees en internationaal georganiseerd binnen organisaties als Friends
of the Earth en Oxfam. De onderlinge landenorganisaties zijn het overigens
niet altijd geheel eens met elkaar, hoewel men werkt aan een consensus. Om
daadwerkelijk een vuist te kunnen maken is het onontbeerlijk dat de
samenwerking niet alleen binnen Nederland maar ook buiten Nederland
geïntensiveerd wordt. Overigens zijn veel boeren niet geneigd om acties op
straat te gaan voeren, omdat men bang is voor negatieve beeldvorming in de
media en onder de bevolking. Samenwerking met organisaties als
Milieudefensie (60.000 leden) en Novib, zou deze boeren over de streep
kunnen trekken.

Tenslotte is er coalitievorming nodig tussen politieke partijen. Momenteel
staan de ChristenUnie en de SP vrijwel achter genoemde alternatief.
GroenLinks, en de linkervleugel van het CDA komen in de buurt. Er is
echter nog veel zendingswerk nodig richting PvdA, de rechtervleugel van
het CDA, LPF en D66. Over de VVD ben ik ronduit negatief, hoewel men nog
steeds een belangrijke aanhang heeft binnen de boerenbevolking.
Ook binnen de ministeries overheerst (uit loyaliteit met vorige
kabinetten) het neoliberalisme, dit blijkt onder andere uit de huidige
Nederlandse voorstellen richting WTO (www.minez.nl) en de notitie
‘Beleidscoherentie Ontwikkelingssamenwerking-Landbouw’ (www.minbuza.nl).
Deze notities zouden dan ook als eerste ter discussie moeten komen te
staan de komende maanden.


Guus Geurts
XminY
Lid Landbouwwerkgroep, Noord-Zuid netwerk en Themagroep Mondiale
voedselzekerheid van GroenLinks


WTO---zzzzzzzzzzzzzzzziiiiiiiiiiiiiiiiiiiiipppppppppppppppppppppp


7. EU STANDPUNT VOOR WTO-ONDERHANDELINGEN IN CANCÚN WEINIG VERNIEUWEND
Milieu, kleine boeren en zich ontwikkelende landen niet gediend
met nieuw Fischler voorstel

Met de Cancún-bijeenkomst (Mexico) van de Wereld Handels Organisatie aan
de horizon heeft de Europese Unie de eerste schoten afgevuurd in de
onderhandelingsstrijd. Eén van de belangrijkste onderwerpen tijdens deze
WTO-vergadering die in september gaat plaatsvinden is landbouw en dan met
name de maatregelen die landen toepassen om hun landbouwproductie te
beschermen. In december legde EU-commissaris Fischler het voorstel van de
Europese Commissie hierover voor aan de landbouwministers van de EU. Het
voorstel is een bevestiging van de eigen kijk van de EU op landbouw
(multifunctionaliteit) en wordt door de Commissie gezien als een
praktische manier om de landbouwonderhandelingen uit de huidige impasse te
slepen. Dit in tegenstelling tot de standpunten van de Verenigde Staten en
de CAIRNS-groep (1) die de Commissie aanduidt als 'extreem'.

Samengevat stelt Fischler voor dat ontwikkelde landen gedurende een
periode van 6 jaar en zich ontwikkelende landen gedurende een periode van
10 jaar tot de volgende resultaten komen:
- Een verlaging met 55 % van handelsverstorende landbouwsubsidies.
- Een algemene verlaging met 45 % van exportsubsidies en de totale
uitfasering van exportsubsidies op graan, oliezaden, olijfolie en
tabak op voorwaarde dat alle landen die subsidies staken.
- Een verdere vergroting van markttoegang door algemene verlaging van
importtarieven met 36% met een minimum van 15% per item.

Aanvullende punten omvatten onder andere:
- Ontwikkelde landen passen allen een 'everything but arms'-behandeling
(2) toe op Minst Ontwikkelde Landen.
- Steun voor een uitzonderingsregeling ('food security box') om
voedselzekerheid te garanderen (vooral in zich ontwikkelende landen).
- De eis dat het EU-model voor landbouwontwikkeling erkend wordt en dat
het EU-standpunt ten opzichte van de bescherming van de geografische
oorsprong van producten gesteund wordt.

Het zal niet verbazen dat (negatieve) reacties op het EU-standpunt niet
uitbleven. De CAIRNS-groep maakte duidelijk dat het standpunt volgens hen
onhoudbaar is. Het voorstel zou strijdig zijn met de Doha-afspraken, met
name met de bindende afspraak om alle vormen van exportsubsidies af te
schaffen. De Amerikaanse onderhandelaars verweten de EU gebrek aan visie.
Milieudefensie en Friends of the Earth Europe noemden het voorstel een
forse stap achteruit ten opzichte van het voorstel van juli 2002. Het is
te eenzijdig gericht op het veroveren van exportmarkten en het verlagen
van prijzen, aldus Milieudefensie in een verklaring. Er wordt minder geld
gereserveerd voor plattelandsontwikkeling en de meeste steun gaat naar
grote boeren.

Enkele kanttekeningen van ondergetekende bij het EU-voorstel:
De EU hanteert een heel eigen en enge definitie van 'handelsverstorende
maatregelen' die niet overeenkomt met de definitie die algemeen gangbaar
is in de WTO. Dat is belangrijk aangezien op deze wijze maatregelen die
door zich ontwikkelende landen als problematisch ervaren worden buiten de
EU-definitie vallen.
Meeste van de elementen uit het voorstel passen binnen reeds bestaande
aanpassingen van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). Er worden
dus geen echt vernieuwende stappen gezet. Zo wordt er binnen de EU al
langer gewerkt aan het vervangen van subsidues voor productieondersteuning
door directe betalingen. Directe betalingen maken exportsubsidies en
prijsondersteuning minder noodzakelijk aangezien het inkomen van boeren
verzekerd is uit een andere bron, namelijk directe betalingen. Er is een
beweging merkbaar waarin de wereldmarktprijzen en de EU-prijzen voor
landbouwproducten elkaar in toenemende mate naderen. De verlaging van
importtarieven is dus minder een bedreiging voor de EU-productie dan op
het eerste gezicht lijkt.

Voor zich ontwikkelende landen betekent de liberalisering van de EU-handel
niet alleen toegang tot de voorheen moeilijk toegankelijke markt. De hoge
prijzen die voorheen gegarandeerd werden door het GLB golden niet alleen
voor Europese boeren. Exporterende ontwikkelingslanden die op basis van
verdragen toegang hadden tot de EU-markt konden ook profiteren van de hoge
prijzen. Het verschuiven van productiesubsidies en een vaste prijs naar
directe betalingen heeft tot gevolg dat de prijzen voor landbouwproducten
zullen dalen. Dat geldt ook voor import uit zich ontwikkelende landen. De
boeren in die landen hebben echter niet het voordeel van gulle
overheidsondersteuning.

Het EU-standpunt in de WTO-onderhandelingen gaat uit van de verbetering
van de EU-positie in de internationale markten. In het onderhandelingsspel
worden de belangen van zich ontwikkelende landen en het milieu soms
meegenomen als steekpenningen om de eigen positie te verbeteren. Het
afschaffen van subsidies en importtarieven zullen niet alleen voordelen
hebben voor zich ontwikkelende landen maar ook nadelen. Het is namelijk de
vraag of ze kunnen concurreren op de internationale markten. Bovendien
komen de winsten van de export niet noodzakelijkerwijs terecht bij de
armste delen van de bevolking. Alleen gerichte en duidelijk gedefinieerde
afspraken die de belangen van zich ontwikkelende landen (met name de arme
delen van de bevolking) centraal stellen zullen bijdragen aan het
verbeteren van hun economische positie.


Donald Pols

Noten:
(1) De CAIRNS-groep bestaat uit 17 hoofdzakelijk exporterende landen
namelijk Argentina, Australia, Bolivia, Brazil, Canada, Chile,
Columbia, Costa Rica, Guatemala, Indonesia, Malaysia, New Zealand,
Paraguay, the Philippines, South Africa, Thailand en Uruguay. Deze
landen staan een verregaande liberalisering van de handel in landbouw-
producten voor, met name een afschaffing van handelsverstorende
subsidies.
(2)'everything but arms' verwijst naar het EU-beleid waarin de 48 armste
landen in de wereld tariefvrije toegang tot de Europese markt hebben.
De toegang geldt voor alle producten die deze landen produceren met
uitzondering van wapens.


WTO---zzzzzzzzzzzzzzzziiiiiiiiiiiiiiiiiiiiipppppppppppppppppppppp


8. HAVENARBEIDERS NEMEN DE KOP
Brede internationale staking tegen plannen Europese Commissie

Misschien is de schatting van de International Transport Workers'
Federation wat ruim uitgevallen, maar een gezamenlijke staking in een
groot aantal Europese landen door 20.000 havenarbeiders is een unieke en
strijdbare daad. Doelwit was een zogenaamde Richtlijn (werking van een
wet) van de Europese Unie die uitgerekend op de actiedag, 17 januari 2003,
in zijn volle ellende getoond werd. Een tiental Poolse kraanmachinisten -
net in Bremen aan boord gekomen, valselijk geboekt als zeelieden op een
schip onder Panamese vlag van een Japanse eigenaar, in het bezit van een
toeristenvisum en in dienst van een Poolse firma - blijkt ingehuurd te
zijn voor los- en laadwerk. In de Richtlijn heet dat 'zelfafhandeling', de
bemanning zelf verricht de havenarbeid.

De richtlijn is nog in behandeling en wil wettelijk vastleggen wat tot nu
toe verboden is. Een inspecteur van de havenarbeid in Amsterdam geeft een
voorbeeld dat laat zien hoe de Richtlijn zijn schaduw vooruitwerpt. "Het
begint ermee dat de kapitein eist dat de scheepsliften door de bemanning
worden bediend. Dan volgt de scheepskraan, uiteindelijk wordt het sjorwerk
ook door de bemanning gedaan."

Bescherming opruimen

De geschiedenis van de havenarbeiders is op vele manieren te schrijven.
Eén daarvan is via de lange weg, in Nederland een eeuw, van terugdringen
van de losse arbeid, van erkenning van het vak havenwerker en van strijd
voor wettelijke bescherming van werk, veiligheid en gezondheid. De
Richtlijn beoogt deze weg met harde hand op te breken. De beslissing
daarover zal dit voorjaar vallen.

De Europese Commissie laat met haar offensief van liberalisering en
deregulering de havens niet onberoerd. In eerste instantie werd geprobeerd
aan de 'oneerlijke' concurrentie tussen de Europese havens een einde te
maken. Bij 'oneerlijk' gaat het dan om overheidssubsidies die de tarieven
voor de klanten zouden verlagen. Daarna kwamen de voorstellen om de
concurrentie tussen de havens te bevorderen. Dat wil zeggen dat de
beperkingen waaraan in de loop der jaren de vrije concurrentie was
onderworpen, opgeruimd moeten worden. De verschillende vormen van
regulering van de arbeid - arbeidsvoorwaarden, wetgeving enzovoort -
werden gezien als 'concurrentiebelemmerend'. Niet verrassend was dus dat
in november 2000 'uitlekte' dat de Commissaris van Transport en Energie
Loyalo de Palacio die regulering wilde aanpakken. Onder andere door oude
tijden te doen herleven en de stuwadoorsbedrijven en reders de gelegenheid
te geven zelf te bepalen wie met de betreffende werkzaamheden belast
werden. Een paar maanden later kwamen de officiële voorstellen van onder
andere 'zelfafhandeling', maar werd ook duidelijk dat werk uitbesteed kon
worden aan niet als havenarbeiders geregistreerde 'lossen' en dat de
havenpools (in een aantal landen een aangelegenheid van de overheid) op de
schop moesten. In september 2001 volgden de eerste acties, op een kleine
internationale schaal. In juni 2002, een paar maanden voor de eerste
behandelingsronde in het Europees Parlement, werden ze uitgebreid. Vooral
in België en Duitsland (waar de wettelijke bescherming sterk is); in
Nederland werd hier en daar de pauze verlengd. Ondanks kritiek van linkse
politieke partijen en (internationale) vakbeweging waren de voorstellen
voor de tweede ronde eerder slechter dan beter. Ter gelegenheid daarvan
werd gestaakt (of gedemonstreerd of het werk onderbroken; gegevens van 18
januari 2003) in België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland,
Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Nederland, Noorwegen, Portugal en
Spanje.

Sociale dialoog

De invoering van de Richtlijn, met verscherpte concurrentie als
hoofdkenmerk, zal de havenondernemers de vrije teugel laten. Goedkoper,
efficiënter en sneller, met concurrentie via arbeidsvoorwaarden als
onvermijdelijk gevolg. De keten van uitbesteding zal langer worden en
daarmee zullen de arbeidsrisico's verplaatst worden naar de meest
onbeschermde arbeiders die bovendien per klus aangenomen zullen worden.
Geen onbekende praktijken van ondernemers. Zeker niet in het havenbedrijf
waarin decennia lang halve of hele koppelbazen actief zijn, soms meer soms
minder. Het is dan ook niet gemakkelijk te begrijpen dat de internationale
vakbeweging, daarin zeer gesteund door de Nederlandse, eindeloos de
'sociale dialoog' zoekt. Steeds weer flakkert de hoop op van samenwerking,
als er maar één ondernemer twijfelt bij een onderdeel van de Richtlijn in
voorbereiding. Wat de Nederlandse situatie betreft, is de grote
actiedeelname in Vlissingen en Terneuzen opvallend (500 mensen) en laat
die in Rotterdam (nog geen 1.000) en minder in Amsterdam (300) zien dat
het krediet dat de bond in de tweede helft van de jaren negentig
verspeelde nog niet is teruggewonnen. Bond en bondsleden lijken twee
werelden te vertegenwoordigen. Hoe zou anders één van de eerste zinnen in
een pamflet opgevat kunnen worden? "De bond roept nu de hulp in van haar
leden om de bond bij te staan om een conflict tussen havenwerkers
enerzijds en rederijen, verladers en stuwadoorsbedrijven anderzijds in
jullie voordeel te beslechten."

Hans Boot
Solidariteit, nr 111, februari 2003


WTO---zzzzzzzzzzzzzzzziiiiiiiiiiiiiiiiiiiiipppppppppppppppppppppp


9. GATS EN DE LIBERALISERING VAN TRANSPORTSECTOREN
Logistieke bedrijfssector wil opening binnenlandse markt VS

De lucht- en scheepvaartsectoren zijn grotendeels uitgesloten van
liberalisering in GATS-verband. Het waren met name de VS die integratie in
de WTO tegenhielden ter afscherming van de eigen binnenlandse markt.
Aangespoord door grote industriële bedrijven gaan Europese Unie en andere
WTO-lidstaten nu in de aanval om delen van deze lucratieve markten te
openen. Stuart Howard van de International Transport Workers' Federation
(ITF) beschrijft hoe dat in zijn werk gaat (1).

Onderhandelingen over maritieme sector gestrand
Al geruime tijd is er sprake van deregulering bij de overbrenging van
scheepladingen van de ene naar de andere staat. De internationale
scheepvaartsector heeft een eigen extreme vorm van deregulering
voortgebracht, de verdragsvlag ("flag of convenience system"), die een
groot deel van de scheepvaartindustrie onttrekt aan overheidsscontrole.

Voor vele binnenlandse scheepvaartdiensten zijn er echter wel beperkingen.
Overeenkomstig VN-regels gaan de meeste echte vlagstaten uit van een band
tussen scheepseigenaar en overheid. Ze stellen beperkingen aan buitenlands
eigendom en eisen de naleving aan boord van nationale wetten, zoals voor
arbeid. In enkele landen mogen buitenlandse schepen geen aandeel hebben in
de kusthandel (cabotage). Zo kan volgens de US Jones Act het interne
goederenvervoer in de VS alleen gedaan worden door schepen onder VS-vlag
met arbeidsvoorwaarden volgens VS-wet (2).

Meteen na de start van GATS in 1995 werd begonnen met onderhandelingen
over libereralisering van scheepvaart en havendiensten. In juni 1996
mislukten de besprekingen echter toen de regering van de VS elke vorm van
toegang afwees tot de binnenlandse markt. Na 11 september 2001 lijkt de
gevoeligheid bij de VS voor veiligheid van kust en havens te verzekeren
dat opheffing van cabotage niet op de GATS-agenda zal verschijnen.

Een groeiend aantal global terminal operators (overslagbedrijven) is
ondertussen gefrustreerd geraakt over het feit dat de bevriezing van de
GATS-onderhandelingen ook de liberalisering van andere maritieme diensten
dan de binnenlandse buiten bereik houdt. Op voorspraak van gigant
Hutchison drong de regering van Hong Kong in maart 2001 aan op hervatting
van de besprekingen over opheffing van beperkingen op buitenlands eigendom
en havenbeheer.

Uitsluiting van de luchtvaart
Vanaf het begin zijn (burgerlijke) luchtvaartdiensten uitgesloten geweest
van GATS. Dat had te maken met politieke en economische gevoeligheden
rondom luchtverbindingen tussen staten. De wettelijke naleving van de ruim
3000 bilaterale overeenkomsten en de regulering van afspraken over
veiligheid, beveiliging, economie en milieu zijn in handen van de
Internationale Organisatie voor Burgerlijke Luchtvaart, de ICAO. Het
ICAO-systeem van 'bilateralen' werd door voormalig WTO Directeur-generaal
Mike Moore als 'nachtmerrie' bestempeld. Toch is het jarenlang een
effectief middel gebleken om te komen tot een gelijkwaardige markttoegang
tussen twee willekeurige staten op basis van het principe van wederzijds
belang. Als de 'luchtvaartrechten' echter ondergebracht worden bij GATS
zou elke staat in principe alle andere WTO-lidstaten markttoegang moeten
bieden volgens zijn meest 'liberale' bilaterale overeenkomst. Hetgeen
leidt tot wereldwijde dominering van luchtvaartdiensten door de grootste
luchtvaartbedrijven.

Omdat de WTO de ICAO niet kan negeren wordt geprobeerd deze organisatie te
omzeilen, te absorberen, onder druk te zetten en uit te dagen. Er worden
pogingen ondernomen om 'luchtvracht' te onttrekken aan het beheer van de
ICAO en onder te brengen bij GATS, ondanks de complicatie dat de meeste
lading vervoerd wordt door passagiersvliegtuigen. Ondertussen houdt de
ICAO de WTO van zich af met een eigen agressief liberaliseringsprogramma.
Naar verwachting zal op de ICAO-conferentie van deze maand een voorstel
gedaan worden over verdergaande liberalisering (3).

De VS zijn de grootste belemmering voor opname van de lucratieve ('harde')
luchtvaartdiensten in de GATS. Hoewel de VS een groot voorvechter zijn van
liberalisering van internationale luchtvaartroutes houden ze de
omvangrijke binnenlandse markt gesloten voor buitenlandse bedrijven. En
die constructie kan alleen in stand blijven door de basis
luchtvaartdiensten buiten GATS te houden.

Van de overige ('zachte') luchtvaartactiviteiten - de 'diensten direct
gelieerd aan luchtvaartdiensten' - zijn er 3 opgenomen in GATS:
vliegtuigreparatie, computerreserveringen en marketing. Toch is hiervoor
slechts door een enkele staat marktopening geboden (maart 2002). De
uitgebreide restgroep valt niet onder GATS, maar is onderhevig aan de
taktiek van herdefiniëring en hercategorisering door de Europese
Commissie. In de huidige onderhandelingsronde heeft de EC
vliegtuigcatering en opleidingen voor vliegtuigpersoneel ondergebracht
onder respectievelijk cateringdiensten en onderwijsdiensten die beide wèl
deel uitmaken van de GATS-onderhandelingen. Ook wil de EC toezeggingen van
staten voor de liberalisering van vliegvelddiensten ('airport ground
services') nadat ze eenzijdig besloot dat die diensten niet 'direkt
gelieerd zijn aan luchtvaartrechten'.

Logistieke sector ontwijkt de blokkades
Een nieuwe aanzet tot liberalisering voor scheepvaart- en havendiensten
komt van logistieke bedrijven. De sectorindeling van de verschillende
transportdiensten zoals onder GATS gehanteerd komt niet meer overeen met
hoe intermodaal transport en logistiek zich recentelijk ontwikkeld hebben.
Logistiek gaat niet alleen over transport maar ook over zaken als
ladingafhandeling, opslag, douane-inklaring, containerdepots en
inventarisbeheer.

De regering van Hong Kong, de Europese Commissie en de Internationale
Kamer van Koophandel (ICC) willen dat onder GATS iets geregeld wordt om
aan "de groeiende vraag te voldoen naar deur-tot-deur logistieke
dienstverlening." De onderhandelingen over maritieme diensten zouden
moeten gaan over goederenvervoer door havens en naar de 'achterlanden'
(4). En indien een herstart van de onderhandelingen over maritieme
diensten mocht mislukken zou een nieuwe dienstencategorie - 'logistieke
diensten' - ingesteld moeten worden, los van 'maritiem'.

Deze benadering sluit nauw aan bij de strategie van luchtvrachtbedrijven
als UPS en Federal Express. Zij hebben ingezet op een lobby om enerzijds
de banden tussen ICAO-systeem en luchtvrachtdiensten losser te maken en
anderzijds de nationale postale diensten te liberaliseren. Onder GATS zijn
postale diensten en koeriersdiensten opgenomen in dezelfde categorie en de
grote weerstand tegen liberalisering van postale diensten zorgt ervoor dat
er weinig schot zit in de liberalisering van koeriersdiensten. Na grote
druk door bedrijven stelde de regering van de VS in juli 2002 voor om een
aparte dienstensector in te stellen binnen GATS, de Express Delivery
Services.

Ook de weg- en railtransportsectoren voelen de invloed van de
'logistiek'-lobby. De Internationale Kamer van Koophandel dringt aan
liberalisering van binnenlands transport ondanks de bijzondere
gevoeligheden in de maritieme sector en een aantal regeringen, waaronder
die van Groot-Brittannië, willen het huidige liberaliseringsbeleid in de
railtransportsector vastleggen door toezeggingen te doen in GATS-verband
over buitenlandse investeringen. Het huidige proces van liberalisering van
het Europese railtransportsysteem loopt al vooruit op de binnenlandse
opmars van GATS.

Stuart Howard
Bewerkt, ingekort en vertaald door Rob Bleijerveld

Noten:
(1) 'Transport: the WTO's problem industry', Stuart Howard in ITF
journal Transport International (maart 2003). Howard is Assistant
General Secretary van de ITF. Meer informatie over de ITF op haar
website:
(2) Volgens Ellen Gould, onderzoekster van dienstenliberalisering, lijkt
de Bush-regering geneigd om na acties van havenwerkers aan de
Westkust (eind 2002) de regulering van arbeidsvoorwaarden aan te
pakken. Ze verwacht echter niet dat aan de veiligheidsbelangen
getornd zal worden. Bush zou de capaciteit voor de bouw van
marinevaartuigen door de eigen scheepvaartindustrie in stand willen
houden, evenals de strategische belangen van afhandeling van
scheepsladingen in de Noordamerikaanse havens.
(3) De ICAO conferentie vind plaats op 31 maart en 1 april 2003; de
agenda is te vinden op:

(4) in 'U.S. Under Pressure for Transport Commitments in WTO Services
Talks' (BNA News Services van 4 maart 2003) wordt een gezamenlijke
verklaring aangehaald van 52 WTO-lidstaten dd. 3 maart, waarin -
op indirekte wijze - een actieve opstelling wordt geëist van de
VS in onderhandelingen over maritieme diensten. Volgens woordvoerder
Japan is een substantiële liberalisering van deze sector van
wezenlijk belang voor het welslagen van de huidige ronde van WTO-
onderhandelingen ...


WTO---zzzzzzzzzzzzzzzziiiiiiiiiiiiiiiiiiiiipppppppppppppppppppppp


10. DE VERGETEN OORLOG ...

De grootste Noordamerikaanse vakbond voor acteurs waarschuwt dat de
regering Bush een zwarte lijst aanlegt van spelers die zich uitspreken
tegen een oorlog met Irak (1). Volgens de bond lopen critici het risiko
het recht op werk te verliezen.
Maar er is meer in de VS dat doet denken aan een heropleviong van de
McCartney-hetze van de jaren '50. Er is een wet in de maak die nog grotere
gevolgen heeft voor tegenstanders van oorlog. Niet alleen kan dat
betekenen het recht op werk te verliezen maar - getuige onderstaand
artikel - zelfs het recht op burgerschap! Zonder twijfel een bedreiging
voor iedereen die zich verzet tegen het beleid van Bush, zoals
anti-globalisten. Tijd voor een solidariteitscampagne?


Jack Balkin, professor aan de Yale Law School, schreef op 13 februari een
artikel in de Los Angeles Times waarin hij aangeeft dat het Hoofd van
Procureurs-Generaal John Ashcroft in het geheim een anti-terreurwet heeft
laten ontwerpen. Het gaat om een aanscherping van de "USA Patriot Act" uit
2001, die de burgerrechten in de VS nog verder dreigt te ondermijnen.

Het bestaan van het ontwerp voor deze "Domestic Security Enhancement Act"
is herhaaldelijk ontkend door ambtenaren van het ministerie van Justitie.
Maar door een lek is de inhoud ervan bekend geworden
().

Sinds 11 september 2001 zijn honderden mensen in het geheim gevangengezet.
De regering wilde zelfs hun namen niet bekend maken, naar zeggen om hun
privacy te garanderen. De nieuwe wetgeving van Ashcroft zou elke nu nog
bestaande bescherming onder de "Freedom of Information Act" ongedaan
maken. De regering kan dan zonder probleem stilhouden wie het vasthoudt en
waarom.

Een ander wetsonderdeel maakt het onmogelijk het bespioneren van
individuen en organisaties door federale overheidsinstanties met
juridische middelen te blokkeren. Zo'n blokkade bleek eerder juist nodig
vanwege de (illegale) praktijk van het aantasten van de privacy van
burgers en hun mensenrechten. Verder kunnen rechtbanken geen verboden meer
uitvaardigen om toekomstig misbruik te voorkomen.

Wellicht het meest verontrustende onderdeel gaat over het "materieel
steunen" van elke groep die aangemerkt wordt als terroristische
organisatie. Dat "materieel steunen" kan gaan om activiteiten die normaal
gesproken niet onwettig zijn! Diegenen die zich hieraan schuldig maken
worden alle burgerrechten ontzegd. Dat betekent een aantasting van de
Grondwet van de VS die juist zegt dat Amerikanen niet kunnen worden
beroofd van hun burgerrechten en alle daarvan afgeleide rechten. Ze kunnen
die alleen vrijwillig opgeven. Via een "gat" in de wet kan deze
grondwettelijke garantie worden omzeild. Bovengenoemd "materieel steunen"
zou gelijkstaan aan het vrijwillig afstaan van burgerrechten. Daarmee
kunnen die personen onmiddellijk het land uitgegooid worden ...

Het McCarthy-tijdperk toont de enorme macht die een Hoofd van
Procureurs-Generaal kan verwerven. Ook nu weer: geef een paar dollar aan
een moslim-liefdadigheidsorganisatie die toevallig op Ashcrofts lijst
staat en het eerstvolgende vliegtuig neemt je definitief mee uit het land.

"We mogen blij zijn dat het plan voor dit wetsvoorstel nu al aan het licht
gekomen is. Anders zou de regering waarschijnlijk gewacht hebben tot na
het begin van de oorlog met Irak, op een moment dat politieke oppositie
onmogelijk is vanwege de (geëiste) steun aan de troepen. Het wetsvoorstel
is niet van belang voor de oorlog, maar kan de regering helpen haar fouten
te verbergen. Het is beangstigend dat onze leiders zouden proberen onze
burgerrechten te ondermijnen door een cynische manipulatie van de openbare
mening in tijden van oorlog. Maar nog meer beangstigend indien ze daarin
daadwerkelijk zou slagen."

Jack M Balkin

(1) 'Acteurs VS zijn bang voor zwarte lijst', Spits (5 maart 2003).
(2) "USA Patriot Act: A Dreadful Act II" - Jack M Balkin, Los Angeles
Times (13 febaruari 2003). Balkin is ook auteur van "The Laws of Change"
(Schocken Press, 2002).


WTO---zzzzzzzzzzzzzzzzziiiiiiiiiiiiiiiiiiippppppppppppppppppppppp

>

>
WTO---zzzzzzzzzzzzzzzzziiiiiiiiiiiiiiiiiiippppppppppppppppppppppp



- E-Mail: onyva@xs4all.nl Website: http://www.stelling.nl/trouble
 

Lees meer over: globalisering

aanvullingen
Zie ook indymedia overzicht: 
M02 - 14.03.2003 01:22

Acties tegen commercialisering diensten en GATS
redactie - 13.03.2003
 http://indymedia.nl/nl/2003/03/10089.shtml
aanvullingen
> indymedia.nl > zoek > archief > hulp > doe mee > publiceer nieuws > open nieuwslijn > disclaimer > chat
DISCLAIMER: Indymedia NL werkt volgens een 'open posting' principe om zodoende de vrijheid van meningsuiting te bevorderen. De berichten (tekst, beelden, audio en video) die gepost zijn in de open nieuwslijn van Indymedia NL behoren toe aan de betreffende auteur. De meningen die naar voren komen in deze berichten worden niet zonder meer door de redactie van Indymedia NL gesteund. Ook is het niet altijd mogelijk voor Indymedia NL om de waarheid van de berichten te garanderen.