| |
Oorlog, globalisering en verzet Ed - 17.02.2003 16:27
De dreigende oorlog tegen Irak maakt duidelijk maken dat er een enorme kloof is tussen aan de ene kant de politieke en economische elites en aan de ander kant grote groepen in de samenleving. Amsterdam, 17 februari 2003 Een steeds grotere kloof Als er éen zaak is die de grote demonstraties tegen de dreigende oorlog tegen Irak duidelijk maken, is dat de enorme kloof tussen aan de ene kant de politieke en economische elites en aan de ander kant grote groepen in de samenleving. Het initiatief tot de demonstraties op 15 februari 2003 werd genomen tijden de eerste bijeenkomst van het Europees Sociale Forum dat in november 2002 werd gehouden in Florence. Dit Forum bestaat uit talrijke organisaties die helaas nog steeds veelal als anti-globaliseringsbeweging worden betiteld. Een betere naam is de globaliseringsbeweging van onderop. Wat de organisaties binnen deze beweging onder andere gemeen hebben is hun verzet tegen de politieke en economische elites. Men vertrouwt deze elites niet en verwijt hen een steeds verdere ont-democratisering van de samenleving. De mens als wereldburger moet centraal gesteld worden en niet de economische en strategische belangen van bedrijven en natiestaten. Wat Europa betreft is deze beweging vooral sterk in de zuidelijke landen. Nederland lijkt tot nu toe de beker aan zich voorbij te laten gaan maar schijn bedriegt. De demonstratie van afgelopen zaterdag in Amsterdam met een voor velen onverwachte opkomst van zo’n 70.000 mensen laat zien dat er ook in Nederland het éen en ander in beweging is. Een demonstratie, georganiseerd door een platform van vooral kleine organisaties en niet zoals de vredesdemonstraties in de jaren tachtig door ook vakbonden en IKV, die toch de grootste demonstratie sinds twintig jaar is, mag toch bijzonder genoemd worden. Terwijl in de media de afgelopen week veel geluiden te horen waren van deskundigen, opiniemakers en politici die bijvoorbeeld vooral benadrukken dat Frankrijk en Duitsland een eigen belang nastreven en dat Powell bewijzen heeft geleverd, leeft er bij veel mensen een heel ander beeld. Natuurlijk ziet iedereen ook het eigenbelang van Frankrijk en Duitsland, maar wat vooral ook gezien wordt, zijn de belangen van de VS die niets met mensenrechten of een eerlijke vrije samenleving te maken hebben. Men ziet dus vooral een strijd tussen verschillende belangen die niet hun belangen zijn. Dat is waarom Irakezen samen met Amerikanen kunnen demonstreren. De meeste televisiekijkers die Powell hebben gezien, denken niet dat Powell zonder meer te vertrouwen is. Er wordt zelfs met wantrouwen naar hem gekeken als exponent van de politieke elite. Mensen zijn dan ook door schade en schande wijs geworden. Bij de vorige golfoorlog werd door de media vooral de propaganda van de VS gevolgd. Enkele maanden na de oorlog werd toegegeven dat de meeste media veel verhalen hadden opgeschreven die later volkomen flauwe kul bleken te zijn. Bekend voorbeeld is het wegnemen van baby’s uit couveuses in Koeweit door Irakese soldaten. Nu dreigt weer hetzelfde te gebeuren. Dat zelfs Blix het nodig vindt om in zijn rapportage aan de VN Veiligheidsraad de “bewijzen” van Powell ter discussie te stellen, is veelzeggend. Met andere woorden er is een grote kloof tussen hoe veel mensen de werkelijkheid ervaren en de politieke en economische elites die vooral verwoord worden in de media. Deze grote kloof was nu net ook, wat de onverwacht snelle opkomst van de Lijst Pim Fortuyn zichtbaar maakte. Ondanks de propaganda in landen die voor gewapend ingrijpen zijn, zoals Engeland, Spanje en Italië, waar de pers bijna geheel in handen is van premier Berlusconi, is een overgrote meerderheid van de bevolking toch tegen een oorlog. Mensen worden steeds mondiger en weten ook andere informatie te bemachtigen dan hen wordt aangeboden door de mainstream media. De elites lijken vooral rituelen uit te voeren, bedoeld om zichzelf te bevestigen, in plaats van beleid te voeren dat door de bevolking als geloofwaardig overkomt. Dit proces is overal te zien. Of het nu in Argentinie is, in Rusland, Israel, Palestina of Nederland. De gevolgen zijn helaas tweeledig. Er is sprake van een toename van (extreem) rechtse en nationalistische stromingen en aan de andere kant dat wat we samenvatten als de globaliseringsbeweging van oanderop zoals in Seattle, Genua en nu de wereldwijde demonstraties tegen de oorlog te zien gaven. Dit is dan wat de Westerse samenleving betreft, wat minder op de voorgrond, kwa omvang nog veel groter zijn de opkomende bewegingen in wat voorheen de Derde Wereld genoemd werd, zoals in Argentinië. Wie de anti-oorlogsbeweging afdoet als mensen die vooral op ludieke wijze hun menig uiten in een sfeerbeschrijving alsof ze een dagje uit zijn, zoals onder andere in de Volkskrant verwoord, doet geen recht aan de demonstranten. De 10 miljoen demonstranten die op straat kwamen zijn een uiting van een steeds verder groeiende beweging die zoals sub-commandante Marcos van de Zapatista’s in Mexico het uitdrukt: Ya Basta (het is genoeg geweest) zegt. Ed Hollants Autonoom Centrum E-Mail: ac@autonoomcentrum.nl Website: http://www.autonoomcentrum.nl |
aanvullingen | | Groeiende legitimiteitsproblemen | Hanzl - 24.02.2003 13:54
Zoals het stuk van Hollants ook al signaleert is er sprake van een groeiende kloof tussen een zelfbenoemde politieke, economische en culturele 'elite' en grote groepen van de bevolking. Het is een wezenlijk probleem want het raakt het hart van de democratie, namelijk de legitimiteit hiervan. Democratie, een zorgvuldig te koesteren verworvenheid, heeft als elk politiek systeem, legitimiteit nodig. Het begrip 'volksvertegenwoordiger' moet daadwerkelijk een invulling krijgen wil deze legitimiteit niet onder druk komen te staan. Het lijkt er nu echter op dat de 'partijdemocratie' zoals wij die ook in Nederland kennen, leidt naar conformisme, het niet openlijk kunnen voeren van discussies, en bovendien je verder niet storen aan de mening van het volk, behalve ten tijde van de verkiezingen. Het komt volgens de strategie van de partijen er alleen nog maar op aan 'politieke marketing' te bedrijven : hoe beïnvloed je de publieke opinie dusdanig dat de partijstandpunten voor het voetlicht komen? De kiezer als te beïnvloeden consument. De kloof wordt steeds groter, aangezien de partijen veelal ook niet over de fondsen beschikken om op permanente basis voeling te houden met de meerderheid van het volk. Bovendien is er meer sprake van een regeren door een (niet verkozen) ambtenarij dan een (steeds weer wisselende) regeringscoalitie. Ik denk dan ook dat dit één van de grote uitdagingen is waar de huidige generaties voor staan. Hoe kunnen we de politieke verworvenheden uitbouwen en daadwerkelijk gaan werken aan meer democratisering? Democratisering in de buurt (meer zeggenschap bij bewoners), het stadsdeel, de stad/ gemeente, etc. Het is in mijn ogen van het grootste belang dat dit daadwerkelijk van start gaat. Onderwijs vervult een grote rol in het opvoeden tot democratie, het leren discussiëren en respecteren van meningen van anderen, maar ook accepteren dat je (soms) niet tot de meerderheid behoort. De huidige politieke, economische en culturele elites zullen de democratisering waarschijnlijk nooit zélf doorvoeren, alleen als er een enorme druk vanuit de basis ontstaat. Bovendien beschikken ze in steeds mindere mate niet over de mentaliteit die nodig is om waar te nemen waar knelpunten liggen en wie waar inspraak nodig heeft. Het is ook een complexe problematiek. Je kunt wel goede voornemens hebben, maar veranderingen daadwerkelijk realiseren is in onze complexe maatschappij niet zo eenvoudig. Toch is het een weg die we op moeten gaan, aangezien de legitimiteit van de democratie in zijn huidige vorm steeds verder afkalft, en de geesten rijp maakt voor een radicale verandering van het politiek systeem, die zelfs kan leiden tot vormen van dictatuur. Ik denk ook dat het belangrijk is erop te wijzen, dat onze maatschappij in veel opzichten nog helemaal niet democratisch functioneert. Van het bedrijfsleven (vaak nog zeer hiërarchisch) tot publiek domein. Het volk/ de kiezers of hoe je deze groep ook noemt wordt steeds weer genegeerd in de besluitvorming. Steeds weer is er sprake van elite-vorming. Dit kun je zelfs waarnemen in studentenbewegingen en welzijnsorganisaties. Is hier sprake van een sociologische wet? Kennis over hoe mensen in groepen functioneren lijkt dan ook van groot belang bij de modernisering van de (massa)democratie. We moeten namelijk niet vergeten dat er ook nog iets als leiders en volgelingen bestaan. De vraag is dus: levert ons politieke systeem nog wel de leiders op die nodig zijn voor de (internationale) problemen van onze tijd? | |
aanvullingen | |