| |
| verslagje | Mo - 17.11.2002 22:12
Bugerinspectie Marinebasis Amsterdam Zaterdag 16 november kreeg de Marinebasis Kattenburg in Amsterdam bezoek van zo’n tachtig burgerinspecteurs. Deze wilden met hun inspectie nagaan in hoeverre er op de basis meegewerkt wordt aan voorbereidingen voor een aanval op Irak. Met name het op het terrein gevestigde afluister centrum (inclusief ‘ gecompartimenteerde ‘ ontcijferings eenheden, die elders afgetapte informatie moeten vertalen en ontcijferen zonder te weten waar het vandaan komt en voor wie het bestemd is) had de bijzondere interesse van de burgerinspecteurs. Zij zagen het als hun recht en plicht om uit te zoeken wat er, mede in hun en uw naam, door de Nederlandse marine aan oorlogsvoorbereidingen wordt getroffen. De inspecteurs hadden hun komst ruim van te voren bij de basis aangemeld, maar troffen desondanks de poort gesloten. Een geuniformeerd persoon met een indrukwekkend grote witte pet stond de inspecteurs enige tijd te woord, maar wilde op geen enkele van hun vragen omtrent de aktiviteiten op de basis ingaan. Intussen klommen enkele inspecteurs alvast op hun ladders om over de hoge poortdeuren heen te kunnnen kijken. Kort daarop verplaatsten zij zich naar een ander stuk muur om ook daar vanaf hun ladders op z’n minst over de mueur heen te kunnen kijken. Intussen was de maritieme afdeling van de inspectie , in een Kameleon-achtig bootje, in de slag met de politie te water. Door listig maneouvreren wist het bootje twee inspecteurs op het terrein af te leveren. Helaas werden de inspecteurs gelijk door de marechausee overmeesterd. Een van hen werd uren later vrijgelaten met een briefje van een boete van 28 euro voor het betreden van verboden terrein. De tweede (die haar naam niet noemde) werd pas de volgende dag vrijgelaten, heeft “vernieling”als aanklacht gekregen en moet op 27 mei voorkomen voor de politierechter in Amsterdam. De inspecteur zijn niet van plan eventuele boetes te betalen aangezien zij vinden dat zij wel degelijk bevoegd waren het militaire terrein te betreden. Een andere inspectrice werd door vier marechaussees een busje ingesleurd omdat zij met een tangetje aan wat prikkeldraad op het hek zou hebben gefriemeld. De hulpofficier vond dit echter nergens op slaan en liet de burgerinspectrice weer gaan. Intussen was het bootje, zij het met minder bemanning, volop bezig met een zeer vermakelijk kat en muis spel met twee logge boten van de waterpolitie. Tot groot ongenoegen van de laatsten slaagden de burgerinspecteurs te water er steeds maar weer in om bij de kant te komen, of de bemanning van de politieboten ‘vervelende’ vragen te stellen van de vragenlijst die de inspecteurs bij zich hadden. De inspectie werd besloten met een overigens hilarisch telefoongesprek met de poortwachters van de basis. De burgerinspecteurs hadden zich weer bij de hoofdpoort verzameld, dit keer om informatie te vragen over de gearresteerde inspecteurs. Ze kregen te verstaan dat ze maar naar de basis moesten bellen. Dat gebeurde vervolgens door een van de inspecteurs, die met de microfoon (die draadloos geluid doorgaf aan een luisprekerinstallatie) op een ladder stond en kon zien wat zich in het wacht hokje afspeelde. Hij deed zijn collega inspecteurs luid verslag van het verder weinig verhelderende telefoongesprek. Na een oproep ook naar de eerstvolgende burgerinspectie van Volkel te komen, zodra er een aanval op Irak plaatsvindt, was het strijdbare slot van de Amsterdamse inspectie. Wordt vervolgd.
| |
aanvullingen | |