| |
Het andere 11-S Tommy De Cock - 10.09.2002 10:44
De brutale aanslag van 11 september 2001 tegen het Pentagon, symbool van de Amerikaanse militaire hegemonie, en vooral de aanslagen tegen de kapitalistische trots van New York, zouden kunnen doen vergeten dat op diezelfde dag, 28 jaar eerder, Salvador Allende op een al even barbaarse wijze werd vermoord. Het verhaal is genoegzaam bekend en voldoende gedocumenteerd: Salvador Allende werd in 1970 op een volkomen democratische manier verkozen tot president van Chili, als leider van de linkse coalitie Unidad Popular. Hij voerde landbouwhervormingen door, nationaliseerde de bank en liet de belangrijkste sector van de nationale economie, de mijnbouw, door de arbeiders zelf beheren. Dit zeer tegen de zin van de lokale elites (grootgrondbezitters) en de Amerikaanse multinationals (de mijnbouw werd tot dan toe gecontroleerd door drie grote Amerikaanse trusts, nl. Anaconda, Kennecott en Cerro Pasco), en de krachten werden dan ook gebundeld om Allende ten val te brengen. Die samenzwering van imperialisten en rechtse krachten zouden het einde betekenen van het reformistische socialisme van de Unidad Popular. De Amerikaanse afkeer tegenover Allende was overigens niet nieuw: reeds bij de verkiezingen van 1964 investeerde de Johnson administratie 10 miljoen dollar in een geheime campagne om de overwinning van de christendemocraat Eduardo Frei te verzekeren ten nadele van Allende. Toen in 1970 Allende dan toch de verkiezingen won (een ultieme poging van het CIA om de overwinning van Allende te dwarsbomen via de moord op de Allende-gezinde generaal Schneider mislukte), werd het ultrageheime "Comité 40" opgericht die als doelstelling had om een militaire staatsgreep in Chili voor te bereiden. Dat comité, met afgevaardigden van het Witte Huis, van het CIA en van het Pentagon, werd voorgezeten door Henry Kissinger, die later op een gruwelijk ironische wijze de Nobelprijs voor de Vrede zou krijgen. De staatsgreep zou uiteindelijk 3 jaar op zich laten wachten, maar ze kwam er na enkele mislukte pogingen dan toch: op 11 september 1973 werd het presidentieel paleis La Moneda aangevallen door het leger, en Allende sneuvelde in de strijd. Generaal Augusto Pinochet instaleerde een bloedig fascisme dat vele decennia zou duren en ontelbare mensenlevens zou kosten. Het CIA hielp mee met het opmaken van een "zwarte lijst" met zo'n 25.000 namen van mogelijke dissidenten (linkse politici en intellectuelen, syndicalisten, boerenorganisaties, mensenrechtenactivisten,...). Wie op de lijst stond en het land niet op tijd kon ontvluchten, werd opgepakt en geëxecuteerd. De voormalige directeur van het CIA, Guillermo Colby, zou later verklaren dat die massa-executies Chili "goed gedaan" hebben, want het maakte een burgeroorlog erg onwaarschijnlijk. Een sterk staaltje radicale logica die ook in Vietnam van pas zou komen. Van het socialisme van Allende zou niet veel meer overblijven in Chili, maar het leed van vele jaren Pinochet heeft de hoop van 1000 dagen Allende nooit kunnen wegspoelen. 11 september is inderdaad een dag om nooit te vergeten. E-Mail: creativeurge@hotmail.com |
aanvullingen | | William Colby ... | Wim - 10.09.2002 15:03
... niet Guillermo, heet de ex CIA baas | Guillermo - William | Tommy De Cock - 11.09.2002 14:49
Guillermo of William Colby: het komt op hetzelfde neer, want Guillermo is Spaans voor William, dus de Chilenen (en andere Spaans-taligen) noemen hem Guillermo Colby, terwijl het strikt genomen inderdaad William Colby moet zijn. Bedankt voor de aanvulling. | |
aanvullingen | |